De maatregelen die Nederland kan nemen om Israëls genocidale geweld te stoppen, werden gisteren door demissionair minister Caspar Veldkamp en VVD-Kamerlid Eric van der Burg op de lange baan geschoven. Maar de Palestijnen hebben die tijd niet.
Demissionair minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp en VVD-buitenlandwoordvoerder Eric van der Burg weigeren extra maatregelen te nemen tegen Israël om de genocide in Gaza te stoppen.
Dat bleek gisteren tijdens het debat van de commissie voor Buitenlandse Zaken, waarvoor de Tweede Kamer van reces was teruggekomen. Extra maatregelen die Nederland kan nemen, werden op de lange baan geschoven. De Palestijnen in Gaza hebben die tijd niet.
De VVD en de demissionaire minister negeren daarmee het Genocideverdrag, dat derde staten – dus ook Nederland – verplicht om alles te doen om genocide te voorkomen en te stoppen. En ze negeren ook de oproep van de Nederlandse bevolking om alle mogelijke maatregelen tegen Israël uit de kast te halen. Twee massademonstraties in Den Haag, waarin beide keren meer dan 100.000 mensen eisten dat het kabinet een rode lijn zou trekken, maken blijkbaar geen indruk.
Ook het dringende advies van de gezaghebbende Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (CAVV) om zwaardere maatregelen te nemen, heeft geen effect. Daarnaast riep het College voor de Rechten van de Mens de demissionaire regering ‘met klem’ op om te voldoen aan de inspanningsplicht om alle middelen in te zetten om de Israëlische schendingen van het internationaal recht te stoppen, maar zowel VVD als Veldkamp geven geen sjoege.
De VVD zou de wens van GroenLinks/PvdA, D66, DENK, Partij voor de Dieren, Volt en CDA, om strengere Nederlandse sancties op te leggen aan Israël, aan een meerderheid in de Kamer kunnen helpen. Daar was enige hoop op.
Maar de oppositie kwam bedrogen uit. Van der Burg verschool zich achter de Europese Unie: ‘Nederland moet vooral in Europees verband optreden. Het gaat om het resultaat.’ De partij staat daarmee pal achter demissionair minister Veldkamp, die ook naar de EU bleef verwijzen en beweerde dat Nederlandse maatregelen niet effectief zouden zijn.
En daar gaan Van der Burg en Veldkamp de fout in. Sarah Dobbe (SP), Kati Piri (GL-PvdA), Stephan van Baarle (DENK), Jan Paternotte (D66), Derk Boswijk (CDA), Christine Teunissen (PvdD) en Laurens Dassen (Volt) wezen hen daar ook op: Nederland heeft volgens het Genocideverdrag de verplichting zich in te spannen om een (dreigende) genocide te stoppen.
Een inspanningsverplichting dus, en géén resultaatverplichting; resultaat kan immers nooit op voorhand worden gegarandeerd. Als het in EU-verband niet lukt, zijn Nederlandse maatregelen verplicht.
Demissionair minister Veldkamp verwees keer op keer naar de brief die hij vorige week naar de Tweede Kamer stuurde. Daarin werden, zo betoogde hij, al ‘extra’ Nederlandse maatregelen aangekondigd.
Maar die maatregelen zijn pijnloze prikjes richting Israël: een inreisverbod voor twee ministers uit de regering-Netanyahu, het ontbieden van de Israëlische ambassadeur, en een ‘inspanning’ in EU-verband om het EU-Associatieverdrag met Israël op te schorten. Net zo’n ‘inspanning’ wil Veldkamp, ook in EU-verband, leveren voor een verbod op import van goederen uit illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever.
De minister waagde het zelfs te stellen dat Nederland ‘al heel veel doet’. Hij somde op: Nederland sprak ‘talloze veroordelingen’ uit, ‘schreef mee’ aan resoluties en verklaringen, en ‘nam stappen’ in de EU. ‘Het is misschien niet genoeg, maar er zijn stapjes gezet en er is iets gaan bewegen.’ En later: ‘Het heeft beperkt effect, ja, maar het is internationaal wel opgevallen wat Nederland doet.’ Hij doelde, zo bleek, op ‘Duitstalige en Franse kranten’ die hadden geschreven over het inreisverbod voor de twee Israëlische ministers.
Ondertussen is al maanden duidelijk dat in de EU niets van de grond komt, omdat onder meer Hongarije en Duitsland dwarsliggen, en dwars zullen blijven liggen.
Van der Burg (VVD) erkende dat nota bene zelf toen hij zei dat de EU aan geloofwaardigheid verliest als de lidstaten niet in staat zijn tot afspraken te komen. Maar toen Dobbe (SP) hem vroeg wanneer het voor de VVD wél tijd zou zijn om op te schalen met Nederlandse maatregelen, antwoordde hij: ‘Het lijkt ‘opschalen’ om moties in te dienen en aan te nemen. Maar dat is opschalen in woord, niet in daad of in effectiviteit.’
Kamerlid Kati Piri (GroenLinks/PvdA)
Dobbe wierp tegen dat het tot daden zou komen als de VVD de moties voor Nederlandse maatregelen zou steunen – en die moties zo aan een meerderheid zou helpen. Ze wees ze erop dat Nederland een belangrijke economische en militaire partner is van Israël en dus macht heeft. Maar de VVD koos ervoor Nederland zo klein mogelijk te maken en de oppositie te ridiculiseren: ‘Leiden de voorstellen van mevrouw Dobbe ertoe dat Netanyahu zijn gedrag gaat veranderen? Ik denk het niet.’
Piri: ‘Netanyahu gaat door, juist omdat er geen enkele consequentie is. We hoopten op iets van de VVD, maar de VVD wil geen enkele actie.’ Dassen (Volt): ‘De VVD zegt: “Het maakt Netanyahu toch niets uit wat we doen, dus laten we dan maar niks doen.”’
Opvallend is overigens dat zowel demissionair minister Veldkamp als Van der Burg verwachten dat hun ministapjes andere landen gaan bewegen om dezelfde stapjes te zetten en dat dat ergens toe zal leiden. Ondertussen weigeren ze zélf het voorbeeld van EU-landen als Slovenië en Ierland te volgen, omdat hun stappen ‘niet effectief’ zouden zijn. Terwijl dat vaak om verdergaande maatregelen gaat, zoals een verbod op handel met illegale nederzettingen en het erkennen van de Palestijnse staat.
Van der Burg weigerde de vraag van Dassen te beantwoorden of hij van mening is dat er ‘een ernstig risico op genocide bestaat’. Van der Burg: ‘Dat is juridisch een belangrijke discussie, maar voor de situatie in Gaza is het niet relevant. Er moet zo snel mogelijk hulp Gaza in en de rest laten we aan juristen over.’
Maar het punt is nou net dat juristen zich er allang over hebben uitgelaten. Al in januari 2024 oordeelde de hoogste internationale rechter, namelijk het Internationaal Gerechtshof, dat er ‘een risico op genocide’ bestaat.
Dat betekent dus dat ook Nederland als ondertekenaar van het Genocideverdrag verplicht is zich in te spannen om deze misdaad der misdaden te voorkomen en te stoppen. Doet Nederland dat niet, dan kan het aansprakelijk worden gesteld. En daar stevent Nederland duidelijk op af.
Demissionair minister Veldkamp werd tijdens het debat kwaad toen Van Baarle (DENK) hem erop wees bloed aan de handen te hebben: de beschuldiging zou ‘onbetamelijk’ zijn.
Maar Van Baarle had gelijk. Door te blijven inzetten op Europese consensus die er niet komt, ontloopt Nederland zijn verplichting en is het medeplichtig aan genocide. Terwijl elke dag Palestijnen sterven door Israëls genocidale geweld, weigeren het demissionaire kabinet en de VVD hun verantwoordelijkheid te nemen en in te grijpen.
Op dit tempo is de genocide compleet vóórdat Nederland met echte maatregelen laat zien dat het het internationale recht en het Genocideverdrag respecteert. Dan heeft Nederland dus inderdaad bloed aan de handen.