Presentatie van de het Amerikaanse vredesplan voor Israël/Palestina is opnieuw uitgesteld. Komende week wordt – in afwezigheid van de hoofdrolspelers – alleen de economische component besproken. Die werd dit weekend gepubliceerd en maakt een wereldvreemde indruk.
Sinds de aankondiging van het Amerikaanse vredesplan, begin 2017, is de presentatie ervan vele malen uitgesteld. Nu gebeurt dat opnieuw, vermoedelijk tot november 2019. In arren moede zullen de Amerikanen komende week alleen de economische component presenteren. De voortekenen zijn ongunstig.
Reden van het nieuwe uitstel van het Amerikaanse vredesplan zijn de Israëlische verkiezingen, gepland voor 17 september van dit jaar, en de daarop volgende kabinetsformatie. Het is de tweede keer in korte tijd dat de presentatie over de Israëlische verkiezingen wordt getild. Eerder werd daartoe besloten nadat premier Benjamin Netanyahu eind december 2018 zijn kabinet had opgeblazen. De onthulling van het plan werd daarom verschoven van januari naar juni 2019 – een besluit dat bevreemding wekte, want was het niet logischer het vredesplan inzet van de verkiezingen te maken?
Na de verkiezingen van 9 april 2019 slaagde Netanyahu er niet in een kabinet te vormen. Om te voorkomen dat een politieke concurrent de formatie-opdracht zou krijgen, bewoog hij het kersverse parlement (Knesset) ertoe zichzelf op 29 mei te ontbinden, waardoor opnieuw verkiezingen nodig zijn. Presentatie van de ‘Deal of the Century’ verschuift mee, van juni naar november 2019.
Onder dit gesternte zal komende week alleen de economische component van het plan gelanceerd worden (€). Dat gebeurt op 25 en 26 juni tijdens een zogenoemde ‘Peace to Prosperity workshop’ in Manama, hoofdstad van de Golfstaat Bahrein. Daar hopen de Amerikanen internationale donoren te bewegen tot forse financiële bijdragen.
Zaterdag maakten de Amerikanen onverwacht hun economische plan wereldkundig. Daaruit blijkt dat zij hopen een bedrag van meer dan 44 miljard euro bijeen te krijgen, dat over een periode van tien jaar ten goede zou moeten komen aan Gaza en de Westelijke Jordaanoever. In het ambitieuze plan worden tal van maatregelen voorgesteld, waarvan de Palestijnse samenleving in al haar facetten zou profiteren:
It has the ability to fundamentally transform the West Bank and Gaza and to open a new chapter in Palestinian history – one defined not by adversity and loss but by freedom and dignity.
Wie het plan leest stuit op een enorme paradox. De problemen waarvoor het een oplossing moet bieden hangen ten nauwste samen met de politieke situatie, met name met de Israëlische blokkade van Gaza en de bezetting en kolonisering van Oost-Jeruzalem en de Westoever. Veel van de door de Amerikanen voorgestelde maatregelen zijn onuitvoerbaar zolang die situatie blijft bestaan. Maar over politieke veranderingen zwijgt het rapport in alle talen. Dat geeft de voorstellen een wereldvreemd karakter.
Bovendien steunt het plan mede op versterking van de economische banden tussen de Palestijnse gebieden en Israël, Egypte, Jordanië en Libanon, en zal daartoe ook in deze landen worden geïnvesteerd. In het licht van de politieke realiteit klinkt dat als luchtfietserij. De in ronkende bewoordingen gegoten droombeelden van onder meer gemeenschappelijke toeristische projecten zijn onhaalbaar zonder een rechtvaardige en duurzame vrede.
Verwijzingen naar vrede zijn er wel. De titel van het plan (‘Peace to Prosperity’, ‘Vrede naar Welvaart’) maakt duidelijk dat vrede ook volgens de Amerikanen een voorwaarde is om tot welvaart te komen. In de tekst is te lezen dat het uiteindelijk de Palestijnen zijn die de sleutel tot hun welvaart in handen hebben door vrede te sluiten:
Ultimately, however, the power to unlock it lies in the hands of the Palestinian people. Only through peace can the Palestinians achieve prosperity.
Het plan lijkt derhalve vooral bedoeld om de Palestijnse geesten rijp te maken om later dit jaar in te stemmen met de politieke component van het project. De hoop lijkt daarbij gevestigd op de Palestijnse bevolking, die mogelijk meer dan haar politieke vertegenwoordigers bereid zal zijn af te zien van politieke rechten. Dat ook Israël in zal moeten stemmen met de politieke component, en de Israëlische bereidheid om vrede te sluiten kleiner lijkt dan ooit, is een aspect dat volledig buiten beschouwing blijft.
In feite is de bijeenkomst in Manama de eerste werkelijke test voor de Amerikaanse ‘Deal of the Century’ sinds de aankondiging ervan. Het deelnemersveld vormt een belangrijke graadmeter voor de mate waarin de Amerikaanse aanpak door de wereldgemeenschap wordt vertrouwd en gesteund.
Lang bleef onduidelijk welke landen waren uitgenodigd. Daarnaast bleek al snel dat een aantal landen in het Midden-Oosten twijfelde over deelname. Om die reden bezocht een Amerikaanse topdelegatie eind mei Marokko en Jordanië, landen die – net als Egypte – niet mogen ontbreken om de conferentie althans nog enige regionale statuur te geven. Naar verluidt zullen die drie landen de conferentie bijwonen. De komst van Saudi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Qatar lijkt zeker. Gastland Bahrein is de vierde Golfstaat.
Daar staan afzeggingen tegenover van Libanon en ook van China en Rusland, terwijl de EU alleen ambtelijke waarnemers stuurt. En opmerkelijk genoeg zal ook Israël geen officiële delegatie sturen, maar alleen enkele zakenmensen. Afgelopen maandag werd de eerder aangekondigde deelname van minister Moshe Kahlon geannuleerd. Formeel heet het dat de Amerikanen Israël niet hebben uitgenodigd om de bijeenkomst geen ‘politiek karakter’ te geven.
Maar de belangrijkste afwezigen zijn de Palestijnen. De Palestijnse Autoriteit (PA) verklaarde de conferentie niet te erkennen en niet te zullen bijwonen. President Mahmud Abbas stelde dat Trumps vredesplan gedoemd is te mislukken, evenals zijn conferentie. ‘Iedereen die een oplossing voorstelt voor de Palestijnse kwestie, moet beginnen met een diplomatieke oplossing’, zei hij.
Het feit dat een klein groepje belanghebbenden – de VS, Saudi-Arabië, de VAE, Israël – op eigen gezag bezig is de toekomst van miljoenen Palestijnen vorm te geven, wordt door de Palestijnen en bloc afgewezen. PA-onderhandelaar Saeb Erekat onderstreepte die eensgezindheid:
This is a collective Palestinian position, from President Mahmoud Abbas and the PLO Executive Committee to all Palestinian political movements and factions, national figures, private sector and civil society.
De Amerikanen doen er intussen alles aan om de Palestijnen verder van zich te vervreemden. Zo stelde de Amerikaanse ambassadeur in Israël, David Friedman, in een gesprek met de New York Times dat Israël het ‘recht’ heeft om ‘onder bepaalde omstandigheden’ delen van de Palestijnse Westoever te annexeren. Vorig weekend schaarde ook Jason Greenblatt, Trumps gezant voor het Midden-Oosten, zich achter die uitspraak. Samen met Jared Kushner, Trumps schoonzoon, vormen Friedman en Greenblatt de architecten van het Amerikaanse vredesplan.
Hoe de Amerikanen over annexatie van bezet gebied denken, bleek ook eind mei bij het bezoek van Kushner aan Israël. Kushner overhandigde premier Netanyahu een officiële, ‘geactualiseerde’ landkaart, waarop de door Israël sinds 1967 bezette Syrische Golanhoogte tot Israëlisch grondgebied werd verklaard. In de marge stond een persoonlijke boodschap van Trump gekrabbeld: ‘Nice.’
Israël beantwoordde deze geste met het vernoemen van een nieuwe kolonie (‘nederzetting’) op de Golan naar de Amerikaanse president. Op 16 juni werd in het bijzijn van ambassadeur Friedman op een verder kale vlakte door premier Netanyahu het naambord ‘Trump Heights’ onthuld. In Vrij Nederland betoogt analist Ko Colijn dat Trump met zijn ‘erkenning’ opnieuw internationale afspraken schendt, en dat hij en Netanyahu in het Midden-Oosten met vuur spelen.
Aan Palestijnse zijde is het geloof in Amerikaanse oprechtheid al sinds december 2017 vervlogen. De Amerikaanse ‘erkenning’ van Jeruzalem als hoofdstad van Israël betekende het einde van Palestijnse samenwerking met de regering-Trump. Dat kwam hen op een reeks zware sancties te staan. De recente uitspraken van de Amerikaanse vredesstichters over Israëlische annexatie van delen van de Palestijnse Westoever, plus de ‘erkenning’ van Israëlische soevereiniteit over de Syrische Golan, bevestigen hun actieve partijdigheid en de dreiging die daar voor de Palestijnen van uitgaat.
Met hun besluit om het contact met de Amerikanen te verbreken handelden de Palestijnen overigens in lijn met een advies van Trump. ‘Als je geen eerlijke deal krijgt, stap je op’, aldus de Amerikaanse president Trump in een interview met The Sunday Times. Zijn advies – gegeven aan de vooravond van zijn bezoek aan het Verenigd Koninkrijk – was bestemd voor de Brexiteers. Op de Palestijnen is het niet van toepassing. Toen die opstapten werden zij hard gestraft.
Tegen deze chaotische achtergrond vindt komende week de economische conferentie in Bahrein plaats. Doel daarvan lijkt te zijn, zo blijkt ook uit het nu geopenbaarde ‘Peace to Prosperity’-plan, de Palestijnen een dermate verlokkende toekomst voor te houden dat zij akkoord gaan met het opgeven van hun zelfbeschikkingsrecht, van grote delen van hun door de Verenige Naties erkende land en van soevereiniteit over de resterende delen daarvan.
Het is deze onmogelijkheid waar de in Bahrein aanwezige Arabische staten mee worstelen. Op allerlei niveaus valt dan ook scepsis te beluisteren (€), steeds vaker in een vorm die de conferentie bagatelliseert. Zo stelde de minister van Buitenlandse Zaken van Jordanië dat die ‘niet al te serieus’ moet worden genomen.
Eerder al maakten de Golfstaten en de 57 landen tellende Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIC) duidelijk dat er hoe dan ook een Palestijnse staat dient te komen die de Westoever, Gaza en Oost-Jeruzalem omvat. Afgelopen dinsdag benadrukte de Hoge Buitenlandvertegenwoordigster van de EU, Federica Mogherini, tijdens een ontmoeting met Jared Kushner en de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo dat ook de EU vasthoudt aan de tweestatenoplossing.
Intussen heeft de scepsis ook het Amerikaanse kamp bereikt. Jason Greenblatt stelde afgelopen week een mogelijke mislukking van het vredesplan te kunnen begrijpen, nadat hij eerder al erkende dat de Arabische partners hun eigen maatstaven zouden volgen.
Die vrezen als gevolg van de uitgeklede conferentie in beeld te komen als ultieme bad guys, als executeurs van Palestijnse rechten. Dit temeer nu de voornaamste bad guy, Israël, door de Amerikanen buiten beeld wordt gehouden. Het is de vraag in hoeverre de Golfstaten onder dit gesternte nog bereid zijn tot harde toezeggingen over de hen toebedachte rol als hoofdfinanciers van het Amerikaanse plan.
We lijken getuige van de afkalving van de ‘Deal of the Century’. De voornaamste oorzaak: het ‘regelen’ van de toekomst van Palestina zonder participatie van de Palestijnen is tot mislukken gedoemd – zeker als dat proces wordt geleid door een machtige staat die voortdurend blijk geeft van extreme partijdigheid. Ook zal opnieuw duidelijk worden dat het schetsen van economische vooruitzichten kansloos is zolang dat niet is gebaseerd op de inlossing van de fundamentele rechten van de direct betrokkenen.
Voor duidelijkheid over dat laatste moeten de Palestijnen wachten tot november. Tegen die tijd kunnen nieuwe redenen voor uitstel, of zelfs afstel, zijn ontstaan.
Zo moet premier Netanyahu in oktober de Israëlische procureur-generaal zien te overtuigen om af te zien van strafrechtelijke vervolging. Netanyahu wordt verdacht van corruptie, omkoping en misbruik van vertrouwen. De kans dat hij wordt aangeklaagd is levensgroot. Daarmee zou normaal gesproken zijn politieke rol zijn uitgespeeld. Hoe een andere Israëlische leider zich zal opstellen ten opzichte van het Amerikaanse plan is niet te voorspellen.
Zowel met als zonder Netanyahu lopen de Amerikanen het gerede risico dat hun plan niet alleen van Palestijnse, maar ook van Israëlische zijde wordt afgeschoten. In dat geval zou Trump het aan de stok kunnen krijgen met zijn belangrijke (uiterst pro-Israëlische) evangelische en joodse achterban – op het moment dat hij is verwikkeld in de campagne voor zijn herverkiezing. Ook vanuit dat oogpunt is de toekomst van de ‘Deal of the Century’ uiterst ongewis. Van verder uitstel, of zelfs afstel, moet niemand opkijken.