Airbnb blijft toch Israëls illegale nederzettingen steunen

Airbnb heeft zijn voornemen om geen verhuur van woningen in Israëls illegale kolonies meer op de website toe te staan teruggedraaid. Het verhuurplatform liet zich intimideren door beschuldigingen en aangespannen rechtszaken. Dan liever medeplichtig aan oorlogsmisdrijven.

Beeld uit de video ‘Palestinians to Airbnb: We Can't Live There. So Don't Go There.’

Met zijn U-bocht zegt Airbnb dat het geen moeite meer doet om de universele mensenrechten en het internationaal recht te respecteren. De poging daartoe is het bedrijf slecht bekomen. Dinsdag maakte het, overstemd door het rumoer rond de Israëlische verkiezingen, bekend de verhuur van woningen in de illegale Israëlische kolonies in bezet Palestijns gebied te zullen blijven accommoderen. Ook op andere plaatsen zal het zijn betrokkenheid bij illegale praktijken voortzetten.

Israël-lobby: ‘Airbnb boycot joden’

Afgelopen november maakte Airbnb bekend de circa tweehonderd advertenties voor accommodaties in de nederzettingen van de website te gaan verwijderen. Het Amerikaanse bedrijf was na rijp beraad tot de conclusie gekomen dat zijn steun aan de nederzettingeneconomie onverantwoord was. Merkwaardig genoeg handhaafde het de advertenties voor woningen in Israëlische nederzettingen in Oost-Jeruzalem en op de Syrische Hoogvlakte van Golan (Jawlan). Ook die kolonies zijn illegaal en gaan ten koste van de lokale bevolking, maar hier zag het bedrijf vooralsnog geen bezwaar tegen actieve betrokkenheid, in de bekende dubbelrol van ondersteuner en profiteur.

De bekendmaking kwam Airbnb op een stroom beschuldigingen, verdachtmakingen en dreigementen te staan – het traditionele offensief van de zogeheten internationale Israël-lobby. De Israëlische ministers Gilad Erdan en Yariv Levin, de kolonistenleiders en hun bondgenoten in Europa en de VS spuwden hun gal en riepen op tot een weredwijde boycot van Airbnb en een verbod om in Israël te opereren. Het verhuurplatform zou discrimineren, anti-Israëlisch en antisemitisch zijn, het zou ‘joden boycotten’ en zich hebben aangesloten bij de BDS-beweging.

Het zijn de bekende intimidatiepogingen, en Airbnb liet zich gewillig als boksbal gebruiken. In plaats van in duidelijke taal het eigen standpunt te verdedigen toonde het zich zwak en halfhartig. Binnen de kortste keren reisde een Airbnb-delegatie naar Israël en de Westoever om zich de les te laten lezen door de Israëlische regering en de kolonisten. Daar zonk de delegatie weg in tegenstrijdige verklaringen over het eigen beleid en liet ze weten dat de kwestie ‘uitermate ingewikkeld en emotioneel’ was, dat ze daarover een voortgaande discussie met de regering voerde, dat het bedrijf heus niets tegen joden had, dat het in Israël meer dan twintigduizend accommodaties aanbood en vastbesloten was de activiteiten op te voeren, en dat het een overtuigd tegenstander van de BDS-beweging was.

Rechtszaken tegen Airbnb

Intussen was, hoe onbeholpen ook, van meerdere kanten gehoor gegeven aan de oproep van Israëlische politici om zo veel mogelijk rechtszaken tegen het bedrijf te beginnen. Op 22 november diende een koloniste die in de nederzetting Kida accommodatie verhuurt bij een gerechtshof in Jeruzalem een klacht tegen Airbnb in wegens ‘flagrante discriminatie van joden’. De vrouw eiste ruim 2500 dollar schadevergoeding en een onbekend bedrag voor andere ‘gedupeerde’ kolonisten. Dat haar accommodatie nog gewoon op de website van Airbnb stond deed niet ter zake.

Zes dagen later daagden 18 joodse Amerikanen Airbnb in de staat Delaware voor het federale gerecht. De groep bestond uit elf Amerikaans-Israëlische kolonisten die accommodaties op Airbnb aanbieden, en verder uit Amerikanen die als ‘potentiële gedupeerde huurder’ optraden. Ook zij beschuldigden Airbnb van discriminatie van joden en eisten een onbekende schadevergoeding. Zij lieten zich vertegenwoordigen door onder meer Nitsana Darshan-Leitner, hoofd van het Israëlische Shurat HaDin-Israel Law Center en gespecialiseerd in het bestrijden van ‘boycotters’. Bekend zijn ook haar pogingen de Freedom Flotilla juridisch tot zinken te brengen.

Deze zaak kreeg een uitermate interessante extra dimensie toen op 18 maart twee in de VS levende Palestijnen en twee Palestijnse dorpen (Anata en Jalud) op de bezette Westoever de elf kolonisten aanklaagden, met als voornaamste argument dat zij accommodaties verhuren op land dat niet van hen, maar van de aanklagers is. De kolonisten worden onder andere beschuldigd van oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de mensheid en discriminatie. De aanklagers worden vertegenwoordigd door het Amerikaanse Center for Constitutional Rights.

Op 22 januari werd in San Francisco, de vestigingsplaats van Airbnb, een derde zaak tegen het platform aangespannen door vijf joodse Amerikanen, onder wie twee Amerikaans-Israëlische kolonisten die in de illegale nederzetting Efrat accommodatie aanbieden. Ook zij beschuldigden Airbnb van ‘anti-joodse discriminatie’, en die deed de aanklagers ‘denken aan de nazi-boycots van joodse bedrijven en ondernemingen in de jaren dertig’. Met een beroep op de Bijbel betoogden zij dat Efrat niet in bezet gebied, maar in Israël ligt. Ook dit vijftal eiste een niet nader omschreven schadevergoeding.

Op ‘hit list’ van Texas en Florida

Daar bleef het niet bij. Half januari maakte gouverneur Ron DeSantis van Florida bekend Airbnb op een zwarte lijst te zullen zetten. In de staat trad op 3 oktober 2016 een wet in werking – in 2018 enigszins aangepast – die bedrijven en andere commerciële partijen die ‘Israël boycotten’ uitsluit van opdrachten, vergunningen en investeringen van de overheid.

Dergelijke wetten zijn in 26 Amerikaanse staten van kracht. Ze staan veelal als ‘anti-BDS-wet’ in de boeken en worden primair gebruikt om te voorkomen dat bedrijven, organisaties en burgers afstand bewaren tot Israëls nederzettingen- en bezettingseconomie. Uit onderzoek van The Rights Forum bleek vorig jaar dat ten minste zes grote Nederlandse bedrijven in Amerikaanse staten op zwarte lijsten staan.

Gouverneur DeSantis verklaarde dat de Israëlische kolonies niet illegaal zijn en dat Israëli’s wel degelijk het recht hebben zich op de Westoever – die hij aanduidde als ‘het bijbelse hartland Judea en Samaria’ – te vestigen. Het beleid van Airbnb noemde hij ‘antisemitisch’, en de staat trof voorbereidingen om het bedrijf op te nemen op wat hij dreigend de ‘hit list’ noemde.

Begin maart plaatste de staat Texas Airbnb op de zwarte lijst. De opsteller van de Texaanse anti-BDS-wet sprak tevreden van ‘een belangrijke stap om de economie van Texas te verdedigen tegen antisemitische discriminatie’. Texas is overigens een van meerdere staten waar de anti-BDS-wet door organisaties voor burgerrechten juridisch wordt aangevochten. Zij stellen dat de wet in strijd is met de Amerikaanse Grondwet.

Op 18 maart riep een coalitie van conservatieve organisaties de overige staten en het Amerikaanse Congres op het voorbeeld van Texas en Florida te volgen. Zij noemden het beleid van Airbnb een ‘flagrant voorbeeld van antisemitisme’ en omschreven Airbnb zelf als een ‘links’ bedrijf dat ‘heeft besloten zich aan te sluiten bij de BDS-beweging’.

Lesje geleerd

Afgelopen dinsdag wierp Airbnb de handdoek. In een verklaring waar de serviliteit van afdruipt maakt het duidelijk zijn lesje te hebben geleerd. Het zegt alle rechtszaken te hebben geschikt en te hebben begrepen dat illegale kolonisering van bezet gebied een ‘complexe kwestie’ is – al zijn de VN-Veiligheidsraad en het Internationaal Gerechtshof daar toch duidelijk over en heet het koloniseren van bezet gebied in het statuut van het Internationaal Strafhof een oorlogsmisdrijf. Vanwege die ‘complexiteit’ zal Airbnb de kolonisten behulpzaam blijven bij het verhuren van hun woningen.

Het bedrijf gaat nog een stap verder: het zal nergens meer een punt maken van schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten. Ook verhuurders in Abchazië en Zuid-Ossetië, die net als de Israëlische kolonisten op de nominatie stonden van de website te worden verwijderd, mogen blijven. Wat het bedrijf gaat doen met plaatsen die het eerder van de site heeft verbannen – de Krim, Iran, Noord-Korea – blijft onvermeld.

Daarmee is de hypocrisie nog niet op. Airbnb stelt dat het de winst die het op zijn medewerking aan het illegale nederzettingenproject boekt niet in eigen zak zal steken, maar aan een humanitair doel zal schenken. Sterker: ook de winst op de verhuur van Palestijnse accommodaties elders op de Westoever gaat naar nonprofit-organisaties die humanitaire hulp verschaffen. Hetzelfde zal gebeuren met winsten uit Abchazië en Zuid-Ossetië. Steun verlenen aan een illegaal project waarmee enorm leed wordt veroorzaakt en de winst schenken aan een humanitair doel – het wordt door menig commentator ‘witwassen’ genoemd.

Schaamteloos

Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch, die eind november met het rapport Bed and Breakfast on Stolen Land een scherpe aanklacht tegen Airbnb en het in Amsterdam gevestigde Booking.com afleverde, stelt teleurgesteld vast dat Airbnb ervoor kiest zijn medewerking aan grove rechtenschendingen voort te zetten. Giften aan een goed doel kunnen dat niet verhullen, schrijft directeur Israël/Palestina Omar Shakir.

Amnesty International, dat begin februari in het rapport Destination: Occupation de rol van Airbnb, Booking.com, Expedia en TripAdvisor in de nederzettingen aan de kaak stelde en naar aanleiding daarvan campagne voerde, is hard in zijn oordeel. ‘Airbnb negeert dat het bijdraagt aan het immense lijden van de Palestijnen’ en deelt ‘een enorme dreun uit aan de mensenrechten van de Palestijnen’, schrijft het in een verklaring.

Het mag zonder meer schokkend heten dat Airbnb en de drie andere marktleiders in het online toerisme blijven spotten met het (mensen)recht. Begin december riepen The Rights Forum en drie andere organisaties Booking.com per brief op dat recht te respecteren en het aanbieden van accommodaties in illegale kolonies te staken. Booking hield zich doof en een reactie bleef uit.

Amnesty spreekt in zijn verklaring Airbnb, en indirect ook de drie collega-bedrijven, nogmaals hard aan op zijn verplichtingen. En op de schaamteloze U-bocht waarmee het als marktleider de hele toeristische sector voorhoudt dat mensenrechten er niet toe doen:

Dit besluit is een schaamteloze ontkenning van Airbnb’s verantwoordelijkheid als bedrijf om het internationale oorlogsrecht en mensenrecht te respecteren. Airbnb had een uitgelezen mogelijkheid om het juiste te doen: de mensenrechten respecteren en zijn invloed gebruiken om tot voorbeeld te dienen voor de toeristische sector. Maar in plaats daarvan kiest het bedrijf ervoor om de kop in het zand te steken.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy