Conflicterend 28 oktober 2019 Lees meer over

Ambtenaren van Buitenlandse Zaken mee op propagandareis CIDI

Een door lobby-organisatie CIDI uitgevoerde reis naar Israël en Palestina blijkt te worden bijgewoond door ambtenaren die het Nederlandse beleid ten aanzien van die landen uitvoeren. Opmerkelijk is dat de reis in stilte is gehuld.

De VVD-delegatie op bezoek in de Palestijnse ‘hoofdstad’ Ramallah. De Palestijnse premier Shtayyeh staat in het midden van het gezelschap. Rechts van hem staat delegatieleider en Tweede Kamerlid Dilan Yesilgöz (VVD). © Mohammad Shtayyeh / Twitter

Een twitterbericht van de Palestijnse premier Mohammad Shtayyeh maakte vrijdag het bestaan bekend van een delegatie van 16 VVD’ers die op dit moment een reis maakt door Israël/Palestina. Daaronder bevinden zich partijmedewerkers, maar ook ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa).

Eén van die ambtenaren werkt bij de Directie Midden-Oosten, zenuwcentrum van het Nederlandse beleid ten aanzien van Israël en Palestina. Ook medewerkers van de Nederlandse ambassade in Parijs en van het ministerie van Justitie en Veiligheid nemen deel aan de reis.

Propaganda-reizen

De reis is georganiseerd door het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI). Het CIDI is de belangrijkste outlet van de Nederlandse Israël-lobby en een extreem partijdige stem in het Israël/Palestina-debat. Dat weerspiegelt zich in de CIDI-reizen, waarover wij in juni een artikel publiceerden. Daaruit blijkt dat de reizen tot doel hebben het Israëlische perspectief te promoten; deelnemers krijgen een volstrekt vertekend beeld van de realiteit gepresenteerd.

Tekenend voor de CIDI-agenda is dat deze zomer twee extreem-rechtse Vlamingen mee op reis werden genomen. Zelfs openlijk racisme is geen belemmering meer voor deelname aan de CIDI-reizen.

Vanzelfsprekend staat het iedereen vrij om desondanks met het CIDI op stap te gaan. Dat geldt ook voor de ambtenaren van BuZa, ervan uitgaand dat het een privé-reis betreft. Dat zou anders liggen als hun reis taak-gerelateerd is of anderszins samenhangt met hun functie, of met medewerking van het ministerie tot stand is gekomen. Ook dienen zij hun eigen reis te betalen. Sponsoring van ambtenaren is uit den boze.

BuZa als doelwit van het CIDI

Opmerkelijk aan de deelname van de ambtenaren is dat het ministerie de afgelopen maanden door het CIDI stevig is geschoffeerd. Dit voorjaar was het CIDI betrokken bij een lastercampagne tegen een Nederlandse diplomate, uitmondend in een poging van de PVV, SGP en ChristenUnie haar te laten ontslaan.

Kern van de zaak is dat het CIDI de diplomate, een ambtenaar van BuZa, op grond van haar in alle openheid verrichte privé-activiteiten voor de One State Foundation de mond trachtte te snoeren en daar zelfs haar werkgever op aansprak. Het ministerie werd beschuldigd van ‘pro-Palestijns activisme’.

De diplomate in kwestie was in haar functie overigens niet direct betrokken bij het Nederlandse beleid ten aanzien van Israël en Palestina, het zogenoemde Midden-Oosten Vredesproces. In antwoord op mondelinge vragen van PVV’er Van Roon stelde BuZa-minister Stef Blok (VVD) daarover op 28 mei het volgende:

In het specifieke geval waar de heer De Roon naar vraagt, heeft de betreffende medewerker op dit moment geen functie die een relatie heeft met het Midden-Oosten Vredesproces. Anders zou je kunnen zeggen: dat zit dicht bij elkaar in de buurt.

De uitspraak van Blok roept de vraag op hoe dat ligt ten aanzien van de nu plaatsvindende CIDI-reis. Eén van de meereizende BuZa-ambtenaren werkt op de Directie Midden-Oosten en is dus direct betrokken bij het Nederlandse beleid.

Gasten van minister Kaag geweigerd

Een tweede botsing met het ministerie van BuZa vond in september plaats. Toen ontzegde het CIDI medewerkers van The Rights Forum en Een Ander Joods Geluid, alsmede journalist/blogger Maarten Jan Hijmans – drie van hen joods –, de toegang tot een door het CIDI georganiseerde spreekbeurt van Sigrid Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Als reden werd hun kritische houding ten opzichte van het CIDI opgegeven. Nadat hierover in de media een storm van protest opstak loog het CIDI dat de vier geweigerden het CIDI ‘een fascistische organisatie’ hebben genoemd.

Aangezien de vier door minster Kaag persoonlijk waren uitgenodigd, werd die door het CIDI in een onmogelijke positie gebracht. In haar voordracht kwam Kaag daar op eloquente wijze op terug.

Haar spreekbeurt stond overigens in het teken van het terugwinnen van het vertrouwen in Kaag door de CIDI-achterban. Dat vertrouwen was geschaad door een ongekende lastercampagne die in oktober 2017 op de destijds kandidaat-minister neerdaalde met als doel haar aanstelling te verhinderen. Die campagne werd gevoerd door de Israël-lobby, met medewerking van het CIDI.

Karaktermoord als standaardwapen

Kaag maakte mee wat de genoemde diplomate meemaakte. Beiden werden belasterd en verdacht gemaakt in een poging het ministerie te ontdoen van elk sprankje aandacht voor de Palestijnen. Daarmee zijn zij voorbeelden van een veel grotere realiteit, waarin elke vorm van solidariteit met de Palestijnen genadeloos wordt bestraft.

Eerder deze maand publiceerden wij onder de kop ‘Karaktermoord is het standaard wapen van de Israël-lobby’ een uitgebreide analyse over de werkwijze van die lobby en de rol van het CIDI. De vele voorbeelden van schandalige en volstrekt ongefundeerde beschuldigingen diskwalificeren het CIDI feitelijk als acceptabele partner – een notie die kennelijk nog niet tot alle ambtenaren is doorgedrongen.

Hoe wordt de CIDI-reis betaald?

Hoe de reis van de 16 VVD’ers wordt bekostigd is niet bekend. In juli rekenden wij voor dat het CIDI van 2008 tot 2018 ruim een half miljoen euro heeft besteed aan de organisatie van propaganda-reizen naar Israël. Dat geld is afkomstig uit de zogenoemde Maror-gelden, gerestitueerde joodse tegoeden ‘die bestemd zijn voor collectieve doelen binnen de joodse gemeenschap in Nederland’. Het valt niet in te zien hoe de CIDI-reizen binnen dat doel vallen.

Het CIDI ontving sinds 2005 1,8 miljoen euro uit de Maror-gelden. Een substantieel deel daarvan is besteed aan Israël-promotie; naast de reizen werden Israël-gerelateerde symposia en bijeenkomsten georganiseerd, goed voor 220 duizend euro. Ook aan de eigen organisatie werden Maror-gelden besteed; zo ging bijna 70 duizend euro naar de CIDI-website, en 56 duizend euro naar jubileum en zelfonderzoek.

Reis door stilte omgeven

Een laatste opmerkelijk aspect aan de plaatsvindende reis is de stilte waarin die zich voltrekt. Op de websites van het CIDI, BuZa en de VVD valt er niets over te lezen, en ook de sociale media van de deelnemers zwijgen. Dat is hoogst ongebruikelijk en voedt de gedachte dat de reis bewust buiten de publiciteit wordt gehouden. Dat roept de vraag op wat er te verbergen valt.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy