De nieuwe Amerikaanse ambassade in Jeruzalem wordt gebouwd op grond die Palestijns bezit was, maar na de Nakba door Israël werd geconfisqueerd. De nazaten van de oorspronkelijke eigenaren eisen dat de Amerikaanse regering afziet van het plan.
De Amerikaanse ambassade wordt gevestigd in het Allenby Complex in het zuiden van West-Jeruzalem, dicht op de grens met Palestijns Oost-Jeruzalem en op een steenworp van de huidige tijdelijke ambassade. Tot mei 2018 was de Amerikaanse ambassade gevestigd in Tel Aviv. Toen besloot de Amerikaanse president Donald Trump ondanks harde internationale kritiek Jeruzalem te erkennen als hoofdstad van Israël, en er de Amerikaanse ambassade naartoe te verhuizen.
Uit archiefonderzoek van de Israëlische mensenrechtenorganisatie Adalah blijkt dat de gekozen nieuwe locatie vóór 1948 eigendom was van een aantal Palestijnse families. Oude contracten tonen aan dat die een deel van hun grond aan de Britse mandaat-autoriteiten verhuurden. Die vestigden daar vervolgens een militaire basis, de Allenby Barracks.
Na de Nakba (‘Catastofe’ ) – de verdrijving van 750 duizend Palestijnen door Europese Joden in 1947-49 – werd de eigenaren van het Allenby Complex het recht van terugkeer ontzegd; zij bleven vluchtelingen. Aansluitend confisqueerden de Israëlische autoriteiten hun land op basis van de zogenaamde Absentees’ Property Law. Deze wet uit 1950 geeft de Israëlische staat het ‘recht’ om de bezittingen van ‘afwezige’ Palestijnse vluchtelingen in beslag te nemen. Veel van die bezittingen waren toen overigens al geroofd tijdens massale plunderingen door Joodse milities en burgers.
De nazaten van de oorspronkelijke eigenaren eisen dat de plannen voor de ambassade per direct worden geannuleerd. Onder hen is de bekende Palestijns-Amerikaanse historicus Rashid Khalidi, die – wijzend op de Amerikaanse nationaliteit van een deel van de nazaten – de Amerikaanse plannen voor de nieuwe ambassade hard veroordeelt:
‘Het feit dat de Amerikaanse regering nu samen met de Israëlische regering aan dit project werkt, betekent dat ze actief inbreuk maakt op de rechten van de legitieme eigenaren, onder wie veel Amerikaanse burgers.’
Adalah heeft de Israëlische autoriteiten opgeroepen om de grond terug te geven aan de Palestijnse families, en onderzoekt mogelijkheden om samen met hen juridische stappen te ondernemen.
Eerder deze maand werd bekend dat Israëls nieuwe premier Yair Lapid tijdelijk een huis zal betrekken dat eigendom was van een Palestijnse zakenman die tijdens de Nakba werd verdreven. Ook dit huis werd onder de Absentees’ Property Law door de Israëlische autoriteiten geconfisqueerd.