Leven onder Israëlische bezetting heeft ingrijpende gevolgen voor de Palestijnse bevolking. Het Palestinian Centre for Human Rights brengt die wekelijks in kaart.
De wekelijkse rapportages van het Palestinian Centre for Human Rights (PCHR) geven een gedetailleerd beeld van de dagelijkse gevolgen van de Israëlische bezetting en kolonisering voor de Palestijnse bevolking. De rapportages laten de samenhang zien tussen uiteenlopende maatregelen die het leven van de Palestijnen tot een hel moeten maken, met als doel dat zij ‘vrijwillig vertrekken’.
De door het PCHR gedocumenteerde feiten worden door de Nederlandse media zelden of nooit beschreven en zijn om die reden bij het grote publiek onbekend. Onderstaand een aantal voorbeelden uit de meest recente rapportage van het PCHR, over de week van 25 tot en met 31 januari.
In de bewuste week werden door Israëlische bezettingstroepen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem 105 Palestijnse burgers opgepakt, onder wie 14 kinderen. Dat gebeurde tijdens razzia’s in Palestijnse gemeenschappen, bij ‘vliegende’ checkpoints en controles, en bij protesten. De jongste arrestanten zijn 14 jaar. Kinderen zijn veelvuldig het doelwit van Israëlisch geweld.
Bij de Israëlische acties wordt standaard grof geweld gebruikt. Iedere dag wordt door Israëlische troepen op talloze plaatsen met traangas, schokgranaten en geweervuur op de burgerbevolking geschoten. Bij invallen in huizen wordt geweld gebruikt tegen de bewoners, waarbij grote schade wordt aangericht en eigendommen worden ontvreemd.
Daarbij vallen doden en gewonden. Op 30 januari werd bij een inval in het dorp Al-Mughayyir de 16-jarige Layth Haytham Abu Na’im van dichtbij door een Israëlische militair door zijn hoofd geschoten in wat volgens ooggetuigen een executie was. In januari kwamen ten minste vier Palestijnen op vergelijkbare wijze om het leven.
Een onbekend aantal Palestijnen raakte gewond als gevolg van de Israëlische acties. In een reguliere week zijn dat er vermoedelijk honderden, van wie een substantieel aantal behandeld moet worden of in het ziekenhuis terechtkomt. In de bewuste week raakten twaalf Palestijnen ernstig gewond door geweervuur; een aantal van de gewonden viel in Gaza, waar Israël regelmatig burgers beschiet en doodt of verwondt.
In de laatste week van januari vonden 86 geregistreerde invallen van Israëlische bezettingstroepen plaats in Palestijnse gemeenschappen – zowel overdag als ‘s nachts. We beschrijven een paar voorbeelden uit de lange door het PCHR gepubliceerde lijst.
Op 28 januari voerden Israëlische troepen een klassieke razzia uit in Al-‘Issawiya, een dorp aan de noordkant van Jeruzalem. Alle toegangswegen werden afgesloten, waarna in de wijk Abu Riyalah op grote schaal huiszoekingen werden verricht. Daarbij werden dorpsbewoners in elkaar geslagen – onder wie een jongen van negen jaar – en meerdere Palestijnen opgepakt.
Op 30 januari waren de Israëlische troepen terug in Al-‘Issawiyya, ditmaal versterkt met de speciale Yamam-eenheid. Om één uur ‘s nachts vielen zij het dorp via alle toegangswegen binnen en werden in tientallen huizen gewelddadige huiszoekingen verricht. Daarbij werden 33 Palestijnen van hun bed gelicht, onder wie elf kinderen. Later die dag zouden de troepen naar het dorp terugkeren voor massale sloopwerkzaamheden.
Het slopen van Palestijnse eigendommen is een vast bestanddeel van de Israëlische bezettings- en koloniseringspolitiek. De ‘sloop-strategie’ wordt overigens ook in Israël zelf toegepast, met name tegen de bedoeïenengemeenschappen in de Naqab-woestijn (Negev).
Op 29 januari werden in Bayt ‘Awna, het gebied aan de zuidkant van Jeruzalem, ten westen van Bayt Jala, twee in aanbouw zijnde appartementencomplexen met in totaal twintig woningen gesloopt. Het gebied ten zuiden van Jeruzalem, waaronder het dorp Al-Walaja, staat bloot aan een permanente Israëlische campagne van sloop en onteigening. Doel daarvan, bekend als het Great Jerusalem Plan, is het gebied te koppelen aan de nabijgelegen illegale Israëlische nederzettingen, die door die ingreep met Jeruzalem worden verbonden.
Op 30 januari verplaatste het sloopwerk zich naar het dorp Al-‘Issawiya aan de noordzijde van Jeruzalem. Daar werden vijftien schuren, werkplaatsen en winkels gesloopt, alsmede een auto. Eén auto werd in beslag genomen, twintig andere werden meegenomen vanwege ‘mechanische defecten’. Ook werd een container met honderd gasflessen – standaard kookgereedschap – geconfisqueerd. Bij de slager werd de voorraad eieren in beslag genomen en buiten weggesmeten.
Ook de Israëlische kolonisten lieten van zich horen. Op 29 januari sloten zij in het gebied ten zuiden van Nablus straten af en bekogelden twee uur lang auto’s en een huis met stenen. Het Israëlische leger greep niet in. Palestijnen die stenen gooien riskeren lange gevangenisstraffen of zelfs hun leven.