Israël gaat de toevoer van elektriciteit aan Gaza met veertig procent verminderen. Dat brengt het aantal uur dat de Palestijnen er per etmaal over kunnen beschikken terug tot minder dan drie. Door de maatregel wordt de humanitaire crisis in Gaza welbewust verergerd.
Israël gaat de toevoer van elektriciteit aan Gaza met veertig procent verminderen. Dat brengt het aantal uur dat de Palestijnen er per etmaal over kunnen beschikken terug tot minder dan drie. Door de maatregel wordt de humanitaire crisis in Gaza welbewust verergerd.
Afgelopen weken rapporteerde The Rights Forum over de humanitaire crisis waarin de Palestijnse Gazastrook wegzinkt. Een substantieel tekort aan elektriciteit en brandstof heeft een spiraal van destructie in gang gezet. Talloze organisaties, waaronder de VN, de Wereldbank en het Rode Kruis, riepen de internationale gemeenschap op tot actie om een catastrofe te voorkomen. Het tegendeel gebeurt: met de nu aangekondigde, drastische rantsoenering wordt het laatste restje energie uit Gaza geperst.
De rantsoenering gebeurt op verzoek van de Palestijnse Autoriteit (PA), die het in delen van de Westelijke Jordaanoever voor het zeggen heeft en als ‘officiële regering’ de Palestijnse geldstromen beheert. Dat wapen wordt ingezet om het gezag te ondermijnen van Hamas, de partij die in 2006 via verkiezingen aan de macht kwam en sinds de gewelddadige breuk met Fatah – de dragende partij van de PA – alleen de scepter zwaait in Gaza. Eerder halveerde de PA zestigduizend salarissen van ambtenaren in Gaza, en werd de levering van medische voorraden en babymelk teruggeschroefd.
Gaza is voor de levering van elektriciteit volledig afhankelijk gemaakt van Israël. Gaza’s eigen centrale werd in 2014 door Israël goeddeels verwoest, en op minimumniveau aan de praat gehouden. In april ging de stekker eruit: de centrale is op, de brandstof onbetaalbaar en geldschieters Qatar en Turkije hebben zich teruggetrokken. Op hetzelfde moment besloot Egypte zijn stroomleveranties aan Gaza te staken, volgens eigen zeggen vanwege technische oorzaken. Het feit dat Gaza vanwege de Israëlische blokkade niet in staat is om zelf energie te importeren, laat slechts één leverancier over: Israël.
Als bezetter – de blokkade van Gaza geldt internationaalrechtelijk als vorm van bezetting – heeft Israël de verplichting om de lokale bevolking een fatsoenlijk bestaan te garanderen. De aanvoer van voldoende brandstof en elektriciteit maakt deel van uit van die verplichting. De Israëlische NGO Gisha, die opkomt voor de Palestijnen in Gaza, wees de Israëlische regering zondag in niet mis te verstane bewoordingen op haar verantwoordelijkheid:
Reducing Israel’s electricity supply to Gaza is a red line that must not be crossed. This suggestion should be taken off the table entirely. Action must be taken to bring Gaza’s infrastructure to a level that meets the needs of its residents. […] The collective responsibility of the Palestinian Authority, the de-facto Hamas government in Gaza, Egypt, and the international community for the dire state of Gaza’s infrastructure does not diminish Israel’s marked accountability for the situation, nor its inescapable role in fixing it.
Israel is not just a service provider, responding neutrally to a client’s request. Given its extensive control over life in the Strip, Israel is responsible for enabling normal life for its residents. Israel is obligated to find solutions that will allow for the continued supply of electricity at existing capacity, and to take active steps toward increasing supply in order to allow residents, whose taxes are collected and held by Israel, access to acceptable living conditions.
Wat Israël betreft bestaat er echter noch een bezetting, noch een verplichting. De blokkade van Gaza is voor Israël een uitkomst: bijna twee miljoen Palestijnen, opgesloten op minimaal grondgebied, worden op deze manier effectief afgehouden van hun legitieme recht van terugkeer naar de huizen en dorpen in Palestina/Israël waaruit zij of hun (groot)ouders door Israël werden verdreven.
Israël heeft dus alle belang bij de onbarmhartige blokkade – en kan zich die veroorloven: de internationale gemeenschap weigert druk op het land uit te oefenen om de blokkade te beëindigen, en neemt Israël bovendien de verplichting uit handen om de Palestijnse bevolking een fatsoenlijk bestaan te garanderen; de meeste inwoners worden middels kostbare internationale hulpprogramma’s net in leven gehouden.
Israël heeft één uitgesproken wens: Hamas verdrijven, in de hoop het gezag van de PA tot Gaza uit te breiden. Dit in de reële veronderstelling dat de PA vérgaand met Israël zal blijven samenwerken en onder meer zijn goedgetrainde veiligheidstroepen tegen de bevolking van Gaza zal inzetten om sporadische raketaanvallen op Israël te verhinderen. Wat betreft het ondermijnen van Hamas lopen de belangen van Israël en de PA dus parallel, waarbij de laatste cynisch genoeg opdrachtgever is van de eerste. Israël laat zich namelijk door de PA betalen voor de aan Gaza geleverde stroom: het houdt de kosten in op de namens de PA gecollecteerde belastingen.
De ongelijke strijd tegen het democratisch gekozen Hamas wordt uitgevochten over de rug van de bevolking van Gaza, en daarbij zijn alle middelen toegestaan. De kleine Gazastrook is al volstrekt onbewoonbaar. Israël leverde tot dusver slechts dertig procent van de elektriciteitsbehoefte. Daar gaat nu nog bijna de helft vanaf. Het wachten is op grote aantallen slachtoffers en epidemieën, op een milieuramp zonder weerga, op chaos en geweld. De wereld kijkt toe. Ook in Nederland zwijgen regering, politieke partijen en NGO’s als het spreekwoordelijke graf. Met één uitzondering: deze maand startte de jongerenorganisatie van GroenLinks de campagne Dorst naar Vrede. Het wachten is op het moment dat deze uitgroeit tot een landelijke actie.