Opnieuw heeft Israël een kantoor van Al-Jazeera gesloten, ditmaal in de Palestijnse ‘hoofdstad’ Ramallah. Het Israëlische regime wil zijn wandaden buiten het zicht van de wereld houden.
In de nacht van vrijdag 21 op zaterdag 22 september vielen zwaar bewapende en deels gemaskerde Israëlische militairen het kantoor van de nieuwszender Al-Jazeera in de Palestijnse stad Ramallah binnen. Daar overhandigden zij bureauchef Walid al-Umari een militair bevel tot sluiting van het kantoor. Medewerkers kregen tien minuten om het pand te verlaten. De inval werd rechtstreeks uitgezonden.
Israël beschuldigt Al-Jazeera van ‘opruiing tot en steun aan terrorisme’. De uitzendingen van de zender zouden de ‘veiligheid en openbare orde in gevaar brengen’. De sluiting geldt voor een periode van 45 dagen, en kan oneindig worden verlengd. Volgens Al-Jazeera werden documenten en apparatuur geconfisqueerd.
Het afsluiten van de nieuwsvoorziening is een klassieke methode waarmee repressieve regimes en bezetters hun misdaden buiten het zicht trachten te houden. Al-Jazeera is verreweg de belangrijkste bron van informatie over de Israëlische misdaden in bezet Palestijns gebied. In Gaza is het zelfs de enige internationale nieuwsorganisatie met eigen verslaggevers.
In mei van dit jaar sloot Israël het kantoor van Al-Jazeera in Oost-Jeruzalem nadat het parlement daartoe in april de zogenoemde ‘Al-Jazeera-wet’ had aangenomen. Sindsdien is de zender in Israël niet meer te ontvangen. De sluiting van het kantoor in Ramallah wordt door Israël gelegitimeerd op grond van een wet die stamt uit de tijd van het Britse mandaat over Palestina (1922-1948).
De reden dat Israël verschillende wetten opvoert voor de sluiting van Al-Jazeera ligt in de verschillende status van beide gebieden. Oost-Jeruzalem is door Israël geannexeerd en valt daarom onder civiele Israëlische wetgeving. Ramallah ligt daarentegen in het zogenoemde A-gebied van de door israël bezette Westelijke Jordaanoever. Israël heeft daar volgens de Oslo-akkoorden geen bestuurlijke of militaire bevoegdheid. Dat verklaart de toepassing van Britse wetgeving uit de tijd dat Israël nog niet bestond.
Zowel de bezetting en annexatie van Oost-Jeruzalem, als de bezetting van de Westoever zijn onder internationaal recht illegaal. In juli van dit jaar oordeelde het Internationaal Gerechtshof dat Israël zich zo snel mogelijk uit beide gebieden (en de Gazastrook) dient terug te trekken. Verleden week nam de Algemene Vergadering van de VN een resolutie aan waarin Israël wordt opgedragen die terugtrekking binnen een jaar te voltooien.
Israël bestrijdt Al-Jazeera – en andere Israël-kritische media – al jaren. De sluiting van de zender werd al in juli 2017 door premier Netanyahu op de agenda gezet. In de maand daarvoor moest NRC-correspondent Derk Walters op last van het regime het land verlaten vanwege ‘onwelgevallige berichtgeving’. Hij wijdde er een scherp artikel aan (‘Israël is de schaamte voorbij’) waarin hij vaststelde dat het afglijden van Israël tot repressieve staat te wijten is aan de faciliterende houding van de buitenwereld, met name de EU. Die meegaande houding heeft er ruim zeven jaar later toe geleid dat Al-Jazeera integraal kan worden opgedoekt. Het bekritiseren van de sluiting door westerse regeringen is dan ook strikt symbolisch. Van de Nederlandse regering werd overigens nog niets vernomen.
Bij de bestrijding van Al-Jazeera zette Israël grof geschut in. Op 15 mei 2021 bombardeerde het de twaalf verdiepingen tellende Al-Jalaa-toren in Gaza-stad waarin de kantoren van onder meer Al-Jazeera en persbureau Associated Press (AP) waren gevestigd. In juli van dit jaar werden twee journalisten van het netwerk door Israël gedood. Anderen raakten gewond of werden gemolesteerd.
Op 11 mei 2022 doodde het Israëlische leger de beroemde Palestijns-Amerikaanse journaliste Shireen Abu Akleh terwijl zij verslag deed van een Israëlische inval in de stad Jenin op de bezette Westoever. Haar dood is tot dusver onbestraft gebleven. Zelfs haar begrafenis werd door Israëlische troepen met geweld verstoord. Dit weekend werd bij de inval van het kantoor in Ramallah door de Israëli’s een grote poster ter nagedachtenis van Shireen van het pand gescheurd.
Kenmerkend voor Israëls straffeloosheid is de opstelling van de Tweede Kamer met betrekking tot de dood van Shireen. Die leidde in mei 2022 tot gespierde taal. Zelfs het CDA sprak van een ‘brute moord in koelen bloede’ die moest leiden tot veroordeling van de dader(s). CDA-minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra werd door zijn eigen fractie opgeroepen daar ‘alles voor uit de kast te halen’, zodat de moord niet in ‘de doofpot’ zou belanden.
Daar is het bij gebleven. Er heeft geen gerechtigheid plaatsgevonden. De moord is zo diep mogelijk in de doofpot gestopt en het deksel is stevig aangestampt. De Tweede Kamer liet het passeren. Het is geen wonder dat het doden van journalisten en sluiten van mediakantoren voor de Israëlische bezetter een routineklus is geworden. Van de Nederlandse regering heeft die daarbij niets te vrezen.
De sluiting van Al-Jazeera heeft tot dusver niet geleid tot zichtbare actie van de Nederlandse media. In augustus sloot de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) zich aan bij een oproep van de Europese Federatie van Journalisten tot de Europese Commissie. Die dringt aan op sancties tegen Israël, waaronder opzegging van het EU-Israël Associatieverdrag.
Reden voor de oproep is het ‘op ongekende schaal vermoorden van journalisten, en andere schendingen van de mediavrijheid, in strijd met Israëls verplichtingen op het gebied van mensenrechten en internationaal humanitair recht’. De Israëlische regering heeft sinds de aanslag van Hamas op 7 oktober ‘ongekende stappen gezet om de mediavrijheid in te perken, resulterend in een regime van censuur’, aldus de NVJ. Alleen al in Gaza zijn het afgelopen jaar ruim honderd journalisten gedood.
De sluiting van het kantoor van Al-Jazeera draagt daar verder aan bij. Van Nederlandse journalisten en media mag worden verwacht dat zij ook daartegen in actie komen. Niet alleen door middel van zicht- en hoorbaar protest, maar ook door het veel intensiever verslaan van Israëls misdaden in bezet Palestijns gebied.