Israëlische banken fungeren als motor van illegale kolonisering

Israëlische banken zijn vérgaand betrokken bij de illegale kolonisering van de bezette Palestijnse Westelijke Jordaanoever – en bij de rechtenschendingen waarmee die gepaard gaat. Dat blijkt uit onderzoek van Human Rights Watch.

Wegversperring bij de illegale Israëlische kolonie Dolev. Alleen joods-Israëlische kolonisten hebben toegang tot het gebied. Palestijnen worden door dergelijke versperringen afgesneden van het wegennet, omringende dorpen en hun akkers.

Israëlische banken zijn vérgaand betrokken bij de illegale kolonisering van de bezette Palestijnse Westelijke Jordaanoever – en bij de rechtenschendingen waarmee die gepaard gaat. Dat  blijkt uit onderzoek van Human Rights Watch.

In het dinsdag door Human Rights Watch (HRW) gepubliceerde rapport ‘Bankrolling Abuse: Israeli Banks in West Bank Settlements’ wordt vastgesteld dat Israëlische banken een hoofdrol spelen in de illegale kolonisering van bezet Palestijns gebied. Zij treden niet op als passieve financiers, maar zijn actief betrokken bij alle fases van de kolonisering: organisatie, bouw, onderhoud en uitbreiding.

Die conclusie veegt de vloer aan met de stelling dat Israëlische banken geen directe bemoeienis zouden hebben met Israëls koloniseringsproject, en dus op afstand zouden staan van de daarmee gepaard gaande rechtenschendingen. Naar nu blijkt spelen de banken daarin juist een centrale rol. Dat feit verplicht beleggers in Israëlische banken, waaronder het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP), hun beleggingen direct te beëindigen.

Rechtenschendingen

De Israëlische kolonisering van de bezette Palestijnse gebieden, waaronder de Westelijke Jordaanoever, is in strijd met het internationaal recht en de mensenrechten. Israëlische kolonies (‘nederzettingen’) worden gesticht op land dat wederrechtelijk aan de Palestijnen is ontnomen, en exploiteren natuurlijke hulpbronnen die de Palestijnse bevolking toebehoren.

Het overbrengen van Israëlische burgers naar deze kolonies geldt als oorlogsmisdaad, evenals de deportatie of transfer van de oorspronkelijke bevolking om plaats te maken voor de nieuwkomers. De kolonisering brengt bovendien ernstige discriminatie met zich mee. Palestijnen krijgen geen toestemming zich in de Israëlische kolonies te vestigen, terwijl het koloniseringsregime de ontplooiing van Palestijnse economische, sociale, culturele en infrastructurele activiteiten ernstig belemmert.

Bedrijven die actief zijn in (of ten bate van) de Israëlische kolonies profiteren enerzijds van deze misstanden, terwijl zij anderzijds bijdragen aan de bestendiging en uitbouw ervan. Deze praktijk werd door HRW in 2016 uitvoerig gedocumenteerd in het rapport ‘Occupation, Inc.’

Ontwikkeling en constructie

In het nu verschenen rapport staat de rol van de Israëlische banken centraal. HRW onderzocht daartoe de activiteiten van de zeven grootste Israëlische banken: Bank Hapoalim, Bank Leumi, Bank Discount, Mizrahi Tefahot, the First International Bank of Israel (FIBI), Igud Bank en de Bank of Jerusalem.

Het onderzoek toont onomstotelijk aan dat de illegale kolonisering sterk afhankelijk is van de participatie van de genoemde banken. Zij spelen als ‘begeleidende bank’ een centrale rol in de ontwikkeling en constructie van Israëlische nederzettingen. HRW beschrijft hoe banken feitelijk partners worden in de bouwprojecten, geldstromen beheren en garant staan voor de oplevering.

Het rapport documenteert 16 voorbeelden van bouwprojecten in illegale nederzettingen, waarbij zes van de zeven genoemde banken in zo’n begeleidende rol zijn betrokken. Daarbij wordt met nadruk gesteld dat de 16 voorbeelden in het niet vallen bij het totale aantal lopende bouwprojecten.

In twee case studies worden bouwprojecten beschreven waarbij de banken Leumi en Mizrahi Tefahot zijn betrokken. De voorbeelden geven inzicht in de toeëigening van land door de Israëlische autoriteiten, maar ook in de gevolgen die de kolonisering heeft voor de lokale Palestijnse bevolking. Die verliest niet alleen delen van haar land, maar kan de resterende delen vrijwel niet meer bereiken. De op hun land gebouwde kolonies zijn voor de Palestijnen verboden terrein; voor de woningen komen zij niet in aanmerking.

Hypotheken, diensten en leningen

De betrokkenheid van de banken gaat verder dan de constructiefase. Zo worden aanbetalingen beheerd, hypotheken verstrekt aan kopers, of worden in de kolonies bankvestigingen geopend en pinautomaten geïnstalleerd.

Daarnaast worden leningen verstrekt aan lokale en regionale raden (settlement councils), die tot taak hebben de kolonies te onderhouden, aantrekkelijker te maken en nieuwe kolonisten aan te trekken. Daartoe behoort onder meer het opzetten van faciliteiten op het gebied van onderwijs, kunst, cultuur en toerisme, die – vaak in samenspel met de Israëlische overheid – door banken worden gefinancierd.

Verplichtingen voor bedrijven

Volgens de als universele standaard geldende United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights hebben bedrijven, waaronder banken, duidelijk omschreven verplichtingen ten aanzien van de mensenrechten. Die betreffen niet alleen het eigen handelen, maar ook dat van eventuele zakenpartners. Bedrijven dienen permanent alert te zijn of zich binnen hun productketen misstanden voordoen, en bij verdenking daarvan handelend op te treden.

De rol die Israëlische banken aannemen als ‘begeleidende bank’ en verstrekker van hypotheken brengt hen bovendien in botsing met de geldende bepalingen onder internationaal recht. Met name in conflictgebieden zijn bedrijven, waaronder banken, verplicht de eigendomsrechten te respecteren van de onder bezetting levende bevolking, en voortdurend te toetsen of van inbreuk op die rechten sprake is. Schending van dit principe kan leiden tot betrokkenheid bij plundering.

Die conclusie kan niet als een verrassing komen. Als bezetter heeft Israël de zorgplicht voor het land en de lokale bevolking. Ontwikkeling van het land is alleen toegestaan ten bate van die bevolking of voor strikt noodzakelijke militaire doeleinden.

HRW toetste ook het vaak door Israëlische banken opgebrachte argument dat de Israëlische wet hen verplicht tot hun activiteiten in de bezette Palestijnse gebieden. Analyse van de wet door HRW wijst uit dat van een dergelijke verplichting in de meeste gevallen geen sprake is, en dat participatie in het koloniseringsproject door Israëlische banken op zakelijke overwegingen is gebaseerd.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy