In de jacht op een Palestijnse verdachte van de moord op twee Israëli’s heeft het Israëlische leger tientallen mensen opgepakt en vier dorpen van de buitenwereld afgesloten. Hoge militairen waarschuwen dat het collectief bestraffen van de bevolking averechts kan werken.
Zondag schoot een Palestijn twee Israëli’s dood in het industriepark Barkan op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever. De vermoedelijke dader is de 23-jarige Ashraf Walid Na’alowa uit het dorp Shuwaykah, even ten noorden van de stad Tulkarm. Hij zou het kantoor van een Israëlische firma, waarvoor hij zelf sinds vier maanden als elektriciën werkte, zijn binnengelopen en daar de 28-jarige Kim Levengrond-Yehezkel en de 35-jarige Ziv Hajbi hebben doodgeschoten. Daarnaast schoot hij de 54-jarige Sara Vaturi in de buik. Zij werd in een ziekenhuis opgenomen, maar kon maandag weer naar huis.
Over het motief van de dader en de precieze gang van zaken bestaat onduidelijkheid. In mediaberichten werd gewezen op een mogelijk arbeidsconflict en op een mogelijk mislukte ontvoering. De dader dwong een conciërge om Levengrond-Yehezkel te boeien, met de kennelijke bedoeling haar te kidnappen. Mogelijk werd hij verrast door Vaturi, die vanuit haar kantoor op het rumoer afkwam, waarna hij het vuur op de twee vrouwen opende, en vervolgens ook op Hajbi. Vaturi verstopte zich na te zijn geraakt onder haar bureau, bijgestaan door een jonge Palestijnse medewerker. ‘Hij heeft me het leven gered’, zei ze achteraf.
Later werd bekend dat de vermoedelijke dader enkele dagen eerder een collega een brief had gegeven waarin stond dat hij zelfmoord wilde plegen. In de loop van zondag betitelde het Israëlische leger het gebeurde als een ‘zware terreuraanval’, hoewel de vermoedelijke dader volgens het leger nooit argwaan had gewekt en geen banden had met ‘terroristische organisaties’.
De chef van de vermoedelijke dader omschreef hem tegenover de krant Haaretz (€) als ‘een goede en betrouwbare kracht’. Hij zou twee weken afwezig zijn geweest, maar zondagochtend normaal aan het werk zijn geweest en eerst nog een urgent probleem met de elektriciteit hebben opgelost alvorens naar de kantoren te gaan. Familieleden reageerden al even verbaasd. Zijn vader omschreef hem tegenover Haaretz (€) als een rustige jongen die zich ver hield van problemen.
Het Israëlische leger opende samen met de grenspolitie, de veiligheidsdienst Shin Bet en speciale eenheden een klopjacht op de verdachte, tot dusver zonder succes. In het dorp Shuwaykah vielen militairen tal van huizen binnen. Het huis waar de vermoedelijke dader en zijn familie wonen werd opgemeten en zal worden opgeblazen of gesloopt – een gebruikelijke wraakoefening van de Israëlische autoriteiten, waaraan geen rechter te pas komt.
Zondag en maandagochtend werden een zus en broer van de verdachte opgepakt, samen met ten minste 23 andere Palestijnen. Afgelopen nacht werden nog meer mensen opgepakt, onder wie de moeder en twee andere zussen van de verdachte. Sommigen van hen zijn inmiddels weer op vrije voeten. Een aantal wegen op de Westoever is door het leger afgesloten en zeker vier Palestijnse dorpen zijn van de buitenwereld afgesloten. Maandag werden vele honderden Palestijnen er door Israëlische militairen van weerhouden in Barkan naar hun werk te gaan.
Hoge Israëlische militairen waarschuwden hun politieke bazen dat het collectief straffen van de bevolking tot een golf van ‘lone wolf’-geweld kan leiden, schrijft Haaretz (€). Bestraf alleen de dader en eventuele handlangers, is hun boodschap. Het defensie-establishment waarschuwt al maanden voor mogelijk geweld op de Westoever in reactie op onder meer het Israëlische optreden tegen de demonstranten in Gaza en de woeste maatregelen van de Amerikaanse president Trump tegen de Palestijnen. Een ‘tweede front’ – naast Gaza – zou het Israëlische leger voor grote problemen stellen, menen de militairen.
Het bedrijventerrein Barkan – een van de 14 illegale Israëlische ‘industriële zones’ in bezet gebied – ligt diep in de bezette Westelijke Jordaanoever, dicht bij de grote illegale kolonie (‘nederzetting’) Ariel. Het park is in 1982 gesticht om de Israëlische aanwezigheid in bezet gebied te versterken. Volgens Israëlische media werken er zo’n achtduizend mensen, grofweg de helft van hen Palestijnen.
De Israëlische autoriteiten prijzen Barkan als een economisch steuntje in de rug voor de Palestijnen en een toonbeeld van ‘vreedzame coëxistentie’. Op zijn informatieve blog AbuPessoptimist wijst journalist en Midden-Oosten-kenner Maarten Jan Hijmans op de hypocrisie achter zulke beweringen: vanwege de Israëlische bezetting is duurzame Palestijnse economische ontwikkeling onmogelijk en zijn Palestijnen gedwongen voor Israëlische opdrachtgevers te werken.
Het weerhield Israëlische politici er ook dit keer niet van om de coëxistentie-kaart te spelen. De Israëlische president Reuven Rivlin noemde de moordpartij ‘een aanval op de mogelijkheid van Israëli’s en Palestijnen om vreedzaam samen te leven’. Ook de Amerikaanse ambassadeur in Israël, David Friedman, deed met de hem kenmerkende schaamteloosheid een duit in het zakje. Hij noemde Barkan een schoolvoorbeeld van harmonie en coëxistentie waar ‘duizenden mensen samen werken en floreren’.