Jaap Hamburger is voorzitter van Een Ander Joods Geluid (EAJG).
2 februari 2024 Lees meer overOp 29 januari sprak een panel van vijf antizionistische Joden in Pakhuis de Zwijger over het thema ‘Afleren van zionisme’. Jaap Hamburger, voorzitter van Een Ander Joods Geluid, hield er onderstaande toespraak, mede namens de overige panelleden Marka Valenta, Erella Grassiani, Joana Cavaco en Jelle Zijlstra, en ten behoeve van de steun aan de Palestijnse zaak, nu en in de toekomst.
Het thema voor deze avond in Pakhuis de Zwijger is de noodzaak ons te ontdoen van het zionisme, persoonlijk, als Joden, maar vooral als samenleving. Het zionisme bepaalt immers in belangrijke mate de houding die ingenomen wordt tegenover Israël door de Nederlandse politiek en door overheid en regering. Die worden hiermee constant gevoed, door organisaties, partijen en personen die zich veelal als ‘Joods’ of als ‘christelijk’ presenteren, maar in feite primair of zelfs uitsluitend zionistisch zijn.
Vijf voorbeelden. Het Centraal Joods Overleg, ooit opgericht als overlegorgaan en belangenbehartiger van en voor ‘de Joodse gemeenschap in Nederland met de centrale overheid’, ontpopt zich steeds vaker als een zionistische belangenorganisatie. De ChristenUnie en de SGP zijn inzake Israël/Palestina allesbehalve christelijk, zelfs christelijke Palestijnen laten zij al jaren als een baksteen vallen. De zich noemende organisatie ‘Christenen voor Israël’ verraadt met zijn opvattingen over een bij elkaar gefantaseerde eindtijd, waarin alle Joden bekeerd zullen worden dan wel moeten sterven, alles wat christelijk en Joods mag heten. De zich ‘interprovinciaal opperrabbijn’ noemende Binyomin Jacobs is weinig meer dan een in het zwart geklede opperzionist, die zichzelf zonder voorbehoud als boegbeeld heeft uitgeleverd aan deze Christenen voor Israël en daarmee de ultieme verrader is van het judaïsme. Een vergelijking met de rattenvanger van Hamelen dringt zich op. Jacobs stelt zonder enig voorbehoud antizionisme één op één gelijk aan antisemitisme. Ondanks, nee mede dankzij deze denkzwakte heeft hij met regelmaat een column in het NIW.
Als panelleden beschouwen wij het zionisme als een in de 19e eeuw wortelende koloniale superioriteitsleer die in de tegenwoordige tijd de belangen van Joden onder alle omstandigheden hoger acht dan die van alle andere mensen. Daarmee is het zionisme strijdig met de hedendaagse opvatting dat mensenrechten universeel en ondeelbaar zijn. Belichaamd in de Yishuv, de proto-Israëlische staat, leidde het zionisme al vanaf eind november 1947, dus nog voor de uitroeping van die staat in mei 1948, tot verdrijving van niet-Joodse bewoners uit delen van het gebied dat thans Israël heet. Dit resulteerde in de Nakba. Die verdrijving is tot de dag van vandaag een constante. De Nakba is nooit geëindigd, alleen zijn gedaante en intensiteit wisselt.
Het bepalende kenmerk van het zionisme is dat het een verdringingsleer propageert en praktiseert. Joden leven in die opvatting niet naast Palestijnen, maar nemen op den duur hun ruimte in. In de literatuur heet dat settler colonialism, te vertalen als verdringingskolonialisme. Dát is de diepere reden van de weigering van Israël om een tweestatenoplossing te willen. De plaats van Palestijnen zal worden ingenomen door Joden, en Palestijnen moeten eenvoudigweg verdwijnen, waarheen is om het even. De zeer recente uitingen van Israëlische politici, ministers en Knessetleden over de toekomst van Gaza – waarbij onder andere Congo en Jemen in judeo-fascistische kringen circuleren als geschikte vestigingslanden voor de Palestijnen uit Gaza, voor consumptie door westerse politici en de publieke opinie aldaar uitermate bedrieglijk voorgesteld als een ‘vrijwillig vertrek, om humanitaire redenen’, zodat zich in Gaza opnieuw Israëli kunnen neerlaten, bij voorkeur aan de voorheen voor Palestijnen strikt verboden kust – spreken (meer dan) boekdelen.
Genoemd verdringingskolonialisme is tegelijk de reden waarom sumud – je niet van je plaats laten zetten, vasthoudendheid – een Palestijns kernbegrip is. Daarom ook geldt opkomen voor Palestijnen voor zionisten als ‘antisemitisch’, het zit Joden maar in de weg. Opkomen voor Palestijnen in onze optiek betekent evenwel de noodzaak het zionisme ten principale ondergeschikt te maken aan mensenrechten en die voorop te stellen. Er bestaat voor ons geen Palestinian exception op mensenrechten. Solidariteit met de Palestijnse zaak begint met het delven van een diep graf voor het zionisme.
Het is vanavond mijn treurige voorrecht om namens de hier aanwezige Joodse panelleden onze diep gevoelde ontzetting en woede uit te mogen spreken over wat de Israëlische regering sedert 7 oktober 2023 aanricht onder de burgerbevolking van Gaza. Deze Gaza-Nakba overtreft inmiddels ruim die van 1947-1949. Ik mag spreken namens mijn mede-panelleden, maar ook namens ongekend veel andere Nederlandse en in Nederland wonende Israëlische en andere Joden die ik hier allen aanwezig zou wensen.
Bijvoorbeeld namens het bij u minder bekende Erev Rav, geïnitieerd door de Haagse Yuval Gal, die het jaren geleden al onmogelijk vond in Israël te leven en die zijn bestaan in Nederland heeft opgebouwd. Erev Rav was aanwezig in Den Haag bij het betuigen van steun aan de Zuid-Afrikaanse genocideaanklacht bij het Internationaal Gerechtshof. Ik denk aan de Joodse academici die zich in een brief in krachtige en tegelijk prachtige taal hebben uitgesproken tegen de materiële verwoesting van Gaza en de niet te beschrijven laffe, massale moord middels het luchtwapen op tienduizenden Palestijnen. Ik denk aan het recente artikel in Het Parool waarin Israëli’s en Palestijnen opriepen tot een staakt-het-vuren. Ik mag de sit-inns op stations memoreren, met op de achtergrond meerdere organisatoren van Joodse komaf. Ik meld u dat Joden in diverse ngo’s dag en nacht werken om u de werkelijkheid van Gaza onverbloemd voor te houden. Ik spreek hier ook, denkend aan de vele Joden die op geen enkele wijze georganiseerd zijn, maar onderling bellen om bij elkaar uit te huilen in een poging de onverdraaglijke beelden uit Gaza draaglijk te maken door die te delen. Gedeelde smart is halve smart.
En ik doe dit in grimmige verontwaardiging over het verraad van de officiële Joodse en christelijk-zionistische instanties en organisaties in Nederland die onder onze ogen schaamteloos doorgaan Israël een blanco cheque te verschaffen voor het plegen van massamoord op niet-Joden, op Palestijnen. Het zijn aan Joodse zijde meest dezelfde instanties die al moord en brand en ‘antisemitisme’ schreeuwen als er een Davidster op een blinde muur aan het eind van een doodlopende steeg wordt gespoten of een grafsteen op een Joodse begraafplaats omver wordt geduwd, dezelfde instanties die afgelopen 9 november met een vroom gezicht in de Portugese synagoge het ‘nooit meer’ van de kostbare Kristallnachtherdenking voorgoed tot een gênante aanfluiting hebben gemaakt.
Voor deze instanties geen sprekender leed dan Joods leed. Een voorbeeld: in plaats van zich maar één moment te bezinnen op de massamoord op de bewoners van Gaza die 9 november al een maand onverdroten gaande was, hield de voorzitter van het organiserende Centraal Joods Overleg, Chanan Hertzberger, in de Portugese synagoge een toespraak waarin elke medemenselijkheid ontbrak, een toespraak die opriep tot oorlogvoering, een toespraak die de boeken ingaat als een dieptepunt van ongegeneerd Joods narcistisch zelfbeklag. Het was een toespraak die duidelijk maakte hoe makkelijk onnadenkend en als vanzelfsprekend cultiveren van historisch slachtofferschap mensen kan veranderen in wegkijkers, of collaborerende daders.
De officiële Joodse instanties, dat zijn het CJO en alle negen daarbij aangesloten organisaties, zoals het NIK, het PIK, het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom en het CIDI en vijf andere. Voor het CIDI stel ik met onmiddellijke ingang een naamsverandering voor: het ZIPI, ZIonistisch Propaganda Instituut. Maccabi en Pillar of Fire en Betar zijn deel van de georganiseerde, primair zionistische wereld, net als media als het allesbehalve journalistieke NIW, een zionistische propagandablad dat integer journalistiek ‘hoor en wederhoor’ werkelijk wekelijks aan zijn laars lapt. Andere media, niet veel beter, zijn Joods.nl, Jonet, Dutchtown Israeli Magazine. Zij alle steunen onvoorwaardelijk de verwoesting van Gaza, nemen er in ieder geval publiekelijk geen afstand van. Ik maak hier een uitzondering voor de internetpublicatie ‘de Vrijdagavond’.
De christen-zionisten, van Christenen voor Israël en Stand with Us tot aan de christelijke politieke partijen, zij buitelen in hun zionistische geloofsijver over elkaar heen. Zij noemen zich ‘christelijk’, zoals hun pendanten zich ‘Joods’ noemen, maar zij ademen zionisme. Voortgaande massamoord voltrokken aan de Palestijnen in Gaza beroert hen niet, behalve als supporter. Ik zie hen stuk voor stuk als collaborateurs, die elke aanspraak op representativiteit, respectabiliteit of moreel gezag hebben verloren.
Het is al niet anders met de gezamenlijke rabbijnen – een enkeling onder hen daargelaten, ik noem Soetendorp, Rookmaaker en de boven alle lof verheven orthodoxe Van de Kamp, ik ben hier vast onvolledig. Nog steeds zwijgen zij als het graf, op welker bodem hun torenhoge morele pretenties al veel langer rusten. Het zijn diezelfde instanties en rabbijnen die de gotspe hebben van anderen te eisen dat zij zich uitspreken over elk door hen vermoed incident, over elke Joodse haar die gekrenkt dreigt te worden. In Nederland geen Rabbi’s for Human Rights, zoals in Israël.
Ik beperk mij vanuit mijn achtergrond tot mijn perceptie van zich officieel wanend Joods Nederland. Dat is de moeite van het aanhoren niet langer waard. Het humanitaire jodendom is door haar, en nu wel voorgoed, begraven onder het puin van Gaza. Daar verandert de groteske afleidingsmanoeuvre waarvan wij in december getuige hebben moeten zijn, van het aansteken van de chanoekia op de Dam, onder aanmoediging van onze zionistische minister van Justitie Yesilgöz, niets meer aan, zo min als het malle fabeltje dat een enkel lichtje de duisternis verdrijft. Gaat u dat maar verkopen in het Al-Shifa-ziekenhuis in Gaza-Stad, waar operaties en amputaties moesten worden uitgevoerd bij het licht van mobiele telefoons, of in andere ziekenhuizen in wat tot voor kort nog steden waren, zoals Khan Younis en Rafah. De diepe duisternis die rond mensenrechten heerst in de geest en ziel van officieel Joods Nederland zal nog niet door honderd chanoekia’s verdreven worden.
Officieel Joods – lees: zionistisch – Nederland, is chronisch en ongeneeslijk ziek, de geest verduisterd, het hart versteend door zelf gekozen loyaliteit aan het zionisme en aan Israël, dat zich ontpopt heeft als een schurkenstaat in de voorste rij. Officieel Joods Nederland moet van de grond af opnieuw opgebouwd worden, op basis van respect voor mensenrechten, die universeel en ondeelbaar zijn. De leidraad hoort de ‘gulden regel’ te zijn, in ons land teruggebracht tot het ‘wat gij niet wilt dat U geschiedt, doe dat ook een ander niet’. In het judaïsme komt dit gebod van rabbijn – ja, toen wel! – Akiba Ben-Jozef uit de 2e eeuw.
De plechtige parade, de dito toespraken op 28 januari jongstleden tijdens de nationale Auschwitz-herdenking, die ik hoog acht want ook meerdere familieleden van mij rusten in dat G’d-vergeten oord, bevestigden andermaal alles wat al zo duidelijk was sedert de Kristallnachtherdenking van 9 november: we kunnen gedisciplineerd HER-denken, maar kunnen we ook GE-denken? Kunnen we het besef opbrengen dat de brede context van ‘nooit meer Auschwitz’ van ons vraagt dat we niet alleen OM-zien maar ook OM ONS HEEN zien? Kunnen we een verbinding maken tussen de menselijkheid die wij alsnog en terecht opeisen voor destijds vermoorde Joden en de menselijkheid van Palestijnen die gisteren en vannacht en morgen door toedoen van Israël en Amerika vermoord worden? Wat staat ons hier in de weg? Trauma? Joodse groepsdwang? Onvermogen om Joods leed en de Joodse navel, al is het maar voor even, vaarwel te zeggen? Misplaatste ideeën van eigen superioriteit? Vrees dat de buitenwereld zich tegen Israël of ‘de Joden’ zal keren? Trouw aan het zionisme?
Ik moet mij ervoor hoeden vooral officieel joods Nederland te gispen. U zou mij zomaar voor een antisemiet kunnen aanzien. Onze eigen Nederlandse regering, met name de al genoemde Yesilgöz, heeft haar zionistische voorliefde de vrije loop gelaten. Een minister die van geen context of voorgeschiedenis van 7 oktober weten wilde, met grote boze ogen blijk gevend van haar vooringenomenheid en haar schreeuwend gebrek aan historische kennis.
Ook onze premier heeft vanaf 7 oktober de verkeerde kant gekozen. Zijn ‘We hebben dit niet zo heel vaak meegemaakt, dat dit conflict zich richt op heel gewone mensen’ was tenenkrommend. Zoals Ramsey Nasr ons heeft uitgelegd, de premier ziet in Israëli’s kennelijk wél gewone mensen, maar in Palestijnen die al 75 jaar door dit conflict geraakt worden niet. Zijn ‘Geen ja maar, nu even alle kritiek op Israël inslikken’ was een opzichtige fout. Als historicus heeft hij in zijn analyse van die dag hopeloos gefaald. Bij hem geen moment het inzicht dat we hier te maken hebben gehad met een ellendig uit de hand gelopen wrede uitbarsting van 75 jaar opgekropte woede door koloniale onderdrukking. Als politicus heeft de premier in besmuikte bewoordingen zijn doelstellingen geventileerd. Zijn mantra na 7 oktober kwam hierop neer: Israël moest de vrijheid geboden worden zijn afschrikwekkende werking te herstellen. En het zou zich daarna wel matigen. De premier wilde er niet bij zeggen wanneer precies die afschrikwekkende werking dan wel hersteld zou zijn, ter wille van de matiging. Daar moesten wij ons vooral niet mee willen bemoeien. Dat moest en kon aan het inzicht en de wijsheid en de ervaring en het fatsoen vooral van de Israëlische regering worden overgelaten.
We zijn nu 30 duizend doodgebombardeerde, grotendeels weerloze Palestijnen verder, we zijn 70 duizend gewonde en voorgoed verminkte bewoners van Gaza verder. We zijn ongetelde aantallen ouders zonder kinderen verder, en kinderen zonder ouders. Met steun van Biden, president van de, na India, ‘grootste democratie ter wereld’, raast de zionistische Vernichtungskrieg voort. In de bevriende ‘enige democratie in het Midden Oosten’ is de Stahlhelm van weleer een keppel geworden. En 28 januari 2024 in het Wertheimpark, ruim drieëneenhalve maand na 7 oktober, bood een herhaling van zetten, onze premier leek niets te hebben bijgeleerd. Nog steeds is hij tegenstander van een staakt-het-vuren; tenslotte heeft hij internationale ambities en die dulden niet dat hij afstand neemt van de Amerikaanse collaborateurs. En dan wacht óns hier straks een PVV-regering.
Dames en heren, de fetisjisten van het getal, zoals het CIDI, doen het zonder bewijs voorkomen dat wij antizionistische Joden een onbetekenende minderheid zijn. Het is hun manier om zich te ontdoen van de inhoud. En, mochten wij een minderheid zijn, WIJ zijn daar fier op en ZIJ zijn gewaarschuwd: elke meerderheid is begonnen als minderheid. Met de verwoesting van Gaza en de moord op tienduizenden in enkele maanden tijd, delft het zionisme zijn eigen graf. Toegegeven, dat démasqué had ons meer tijd gekost dan enkele maanden. Niettemin, wij zullen ons in de nabije toekomst evengoed buitenparlementair moeten organiseren, en daarbij alle geoorloofde middelen moeten inzetten om Palestijnen te blijven steunen en de Palestijnse zaak op de Nederlandse agenda te houden. We zullen waar mogelijk bondgenootschappen moeten sluiten. We zullen vooral de kloof tussen de publieke perceptie en sympathie voor de Palestijnse zaak enerzijds, en de opvattingen die het PVV-kabinet daarover straks ventileert anderzijds, zó gapend wijd moeten maken, dat de hele politieke klasse daar met luid geraas in verdwijnt, om nooit meer op te duiken. Ik hoop dat u er enig vertrouwen in wilt behouden dat wij antizionistische Joden bereid zijn voorop te gaan in de up-hill battle die ons in dit PVV-land nog te wachten staat.
Een versie van dit artikel verscheen eerder op Joop.nl.