Ockenden International kent UAWC de prijs toe voor zijn succesvolle project om Palestijnse vluchtelingen met behulp van ‘rooftop gardening’ zelfredzaam te maken. De prijs is een belangrijke erkenning van de legitimiteit en relevantie van UAWC, nadat de Nederlandse regering de ngo eerder dit jaar heeft laten vallen.
Ockenden International is een prominente Engelse stichting die zich inzet voor de zelfredzaamheid van vluchtelingen en ontheemden. Sinds 2013 kent de organisatie jaarlijks prijzen toe aan ngo’s voor projecten die vluchtelingen of ontheemden helpen hun afhankelijkheid van hulpprogramma’s af te bouwen.
Voor de Ockenden-prijs van 2022 werden 152 projecten in 48 landen voorgedragen. De jury selecteerde daaruit vier winnaars als zijnde ‘highly effective projects that have led to real change in people’s lives, with measurable evidence of outcomes’. Een belangrijk criterium daarbij is dat de begunstigden van de projecten die zelf kunnen uitvoeren.
De voor de winnende projecten verantwoordelijke ngo’s worden onderscheiden met de Ockenden International Prize. Die eer valt dit jaar ten deel aan het International Network for Aid, Relief and Assistance (INARA, VS), het Irada Women’s Center (Griekenland), het Justice Centre Hong Kong (China) en de Union of Agricultural Work Committees (UAWC, Palestina). Aan de prijs is een geldbedrag verbonden van 25 duizend Britse pond.
UAWC werd onderscheiden voor zijn project ‘Promoting food Sovereignty for Palestinian Refugees Living in Camps through Rooftop Gardening’ in de stad Al-Khalil (Hebron) op de Westelijke Jordaanoever. De jury beoordeelde het als een ‘kleinschalig landbouwproject in weerwil van de heersende politieke omstandigheden’. Die omstandigheden – Hebron wordt door Israël bezet gehouden en gekoloniseerd – laten de Palestijnen vrijwel geen ruimte voor landbouw.
UAWC’s oplossing is ‘verticale landbouw’ op daken van huizen – zogenoemde ‘rooftop gardening’ –, waarbij wordt geprofiteerd van een door UAWC ontwikkelde ‘zadenbank’. Daarin worden zaden bewaard van 55 Palestijnse gewassen die zijn voortgekomen uit de specifieke Palestijnse omstandigheden en daartegen bestand zijn, bijvoorbeeld omdat zij toekunnen met minimale bewatering. Van de tien finalisten was UAWC de enige die volledig inzette op ecologie en duurzaamheid in plaats van financiële doelen.
Volgens de jury zet UAWC met het rooftop-project een innovatieve en efficiënte stap richting zelfredzaamheid van de lokale Palestijnse bevolking:
For people facing evictions and loss of independence this is a project genuinely rooted in community and self-reliance by producing its own food.
In een vandaag uitgegeven verklaring zegt UAWC vereerd te zijn en de prijs als stimulans te ervaren na een periode waarin de landbouworganisatie werd geconfronteerd met diverse ‘bedreigingen en uitdagingen’:
The 2022 Ockenden Prize inspires us to overcome the multiple threats and challenges UAWC has been facing in the last years and energizes us to keep serving thousands of farmers across Palestine, defending their right to work and live in dignity, safety and freedom.
De grootste dreiging die UAWC boven het hoofd hangt is de designation van 19 oktober 2021 waarmee Israël UAWC en vijf andere prominente Palestijnse ngo’s aanmerkte als ‘terreurorganisaties’, met grote risico’s voor de organisaties en hun medewerkers en bestuursleden tot gevolg. De zes ngo’s vormen de ruggengraat van de Palestijnse civiele samenleving. Israël stelt al jaren alles in het werk om die te breken. Het feit dat UAWC als grootste landbouworganisatie vooropgaat in de bescherming van Palestijnse agrarische gemeenschappen tegen de Israëlische bezetting en kolonisering maakt de ngo tot primair doelwit.
Eén van de methodes die Israël met behulp van zijn netwerk van lobbyorganisaties inzet om UAWC en andere ngo’s te treffen is het afsnijden van hun buitenlandse financiering. Recente voorbeelden zijn twee geheime rapporten uit mei en december 2021 waarmee Israël trachtte hun donoren – primair Europese regeringen – onder druk te zetten.
Beide rapporten vielen in handen van de media. Ze bleken geen enkel bewijs te bevatten voor de Israëlische beschuldiging van betrokkenheid bij en financiering van terrorisme, en zijn door geen enkele regering geloofwaardig bevonden. Ook niet door het Nederlandse kabinet, dat in antwoord op Kamervragen stelt te werken aan afstemming met andere donoren.
Daarmee lijkt deze Israëlische poging te stranden, maar uitgerekend het Nederlandse kabinet ging eerder dit jaar door de knieën voor vergelijkbare beschuldigingen, en uitgerekend UAWC werd daarvan het slachtoffer. In een serie artikelen – zie de onderstaande ‘gerelateerde berichten’ – beschreven we in detail hoe het kabinet zich door pro-Israëlische, politiek-gemotiveerde actoren onder druk liet zetten. Dat resulteerde begin januari in het onthutsende en zwak onderbouwde kabinetsbesluit om de samenwerking met UAWC te beëindigen.
Dat was – daarover zijn vriend en vijand het eens – een politiek besluit. Hoewel een extern onderzoek UAWC vrijpleitte van betrokkenheid bij terrorisme, en daarmee de Israëlische beschuldigingen ontkrachtte, zocht het kabinet een geitenpaadje om de financiering van UAWC toch te beëindigen. Dat leidde tot zware kritiek en de breed gedragen eis tot hervatting van de financiering. De toekenning van de Ockenden International Prize benadrukt de urgentie van UAWC’s werk en is een nieuw signaal voor het kabinet om zijn beschamende besluit te herzien.