Israël moet humanitaire hulp toelaten en de hulpverlening door de VN faciliteren, oordeelt het Internationaal Gerechtshof. Israël verwerpt het oordeel en zoekt de confrontatie.
Israël is verplicht om humanitaire hulp toe te laten tot de Palestijnse gebieden, inclusief Gaza. Het land dient VN-organisaties, waaronder die voor Palestijnse vluchtelingen UNRWA, in staat te stellen om onbelemmerd hun werk te doen. Dat oordeelde het Internationaal Gerechtshof gistermiddag.
Als bezettende macht is Israël verantwoordelijk voor het welzijn van de lokale Palestijnse bevolking en heeft als zodanig de plicht om voldoende hulp toe te laten. Voor Israëls beschuldiging dat UNRWA banden zou hebben met Hamas bestaat geen bewijs, oordeelt het Hof. Israëls besluit om UNRWA te verbieden was ongegrond en roekeloos.
Het Internationaal Gerechtshof gaf zijn oordeel – formeel een ‘adviesopinie’ – op verzoek van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Die reageerde daarmee op de beslissing van Israël om UNRWA per 2025 uit de bezette Palestijnse gebieden te verbannen. In april en mei van dit jaar vonden in Den Haag de hoorzittingen plaats. Het oordeel werd twee maanden later verwacht; dat werden er bijna zes.
Israël heeft direct laten weten het oordeel van het Hof naast zich neer te leggen. In een verklaring noemt het ministerie van Buitenlandse Zaken het ‘de zoveelste politieke poging om onder het mom van het “internationaal recht” politieke maatregelen tegen Israël in te stellen’. In dezelfde verklaring beweert het ministerie dat Israël volledig voldoet aan zijn verplichtingen onder het internationaal recht.
Even daarvoor had de Japanse president van het Hof, Yuji Iwasawa, een opsomming gegeven van Israëlische schendingen van onder meer de Verdragen van Genève. Hij maakte duidelijk dat het verbannen van UNRWA zonder eerst voor een werkend alternatief te zorgen tegen alle regels en volstrekt onverantwoord was.
De distributie van hulp kwam eind mei – na een maandenlange complete Israëlische blokkade – in handen van de Gaza Humanitarian Foundation (GHF), een Israëlisch-Amerikaanse opzet die de vierhonderd VN-uitdeelpunten terugbracht tot vier. Al snel bleken die een val: wie er naartoe ging in een wanhopige poging zijn familie te voeden, kwam in een militaristisch systeem terecht waarbij niet het uitreiken van humanitaire hulp voorop stond, maar het vernederen en vermoorden van Palestijnen. Bij de GHF-punten werden volgens de VN Mensenrechtenraad ruim 800 mensen gedood.
Israël voert al jaren een agressieve campagne tegen UNRWA. De hulporganisatie werd in 1949 opgericht om de door Israël tijdens de Nakba verdreven Palestijnen bij te staan tot het moment van hun terugkeer naar hun woonplaatsen. Tot dusver heeft Israël die terugkeer echter verhinderd.
Door UNRWA te ontmantelen wil Israël het Palestijnse recht van terugkeer uitwissen. Eerder vond Israël bij dat streven een bondgenoot in de Amerikaanse president Donald Trump, die in 2018 alle Amerikaanse steun aan UNRWA stopzette. Ook Nederlandse politieke partijen sloten zich destijds bij die campagne aan. In december 2024 besloot het kabinet met steun van een meerderheid van de Tweede Kamer de financiële steun aan UNRWA af te bouwen. In de VN onthield Nederland als een van de weinige landen zijn steun aan de hulporganisatie.
De Israëlische anti-UNRWA-campagne past in het bredere Israëlische beleid om elke vorm van hulp aan de Palestijnen in door Israël bezet gebied te smoren. Het feit dat UNRWA in de door Israël bezette gebieden 32.000 medewerkers heeft, zegt genoeg over de gevolgen van de verbanning van de organisatie.
In oktober 2021 werden zes prominente Palestijnse ngo’s door Israël als ‘terroristische organisaties’ gecriminaliseerd. In augustus 2022 werden de kantoren van zeven ngo’s gesloten. Ook toen bleek de Israëlische ‘bewijslast’ tegen de organisaties gefabriceerd. En ook toen liep Nederland voorop in het faciliteren van Israëls wensen door zijn financiële steun aan de Palestijnse landbouworganisatie UAWC te staken.
Het meest recente staaltje van Nederlandse medeplichtigheid betreft het feit dat twee jaar lang vrijwel geen vinger is uitgestoken om Israëls genocide in Gaza te voorkomen of stoppen. Onder het Genocideverdrag rustte op Nederland al sinds 26 januari 2024 de verplichting tot ingrijpen, maar de rechtse partijen voorkwamen dat.
De nieuwe adviesopinie van het Internationaal Gerechtshof is op zichzelf niet bindend, maar de verdragen waar de uitspraak op is gebaseerd, zijn dat wel. Overigens maakt dat voor Israël geen verschil. In januari, maart en mei 2024 legde het Gerechtshof het land – in de door Zuid-Afrika aangespannen ‘genocidezaak’ – bindende maatregelen op om genocide in Gaza te voorkomen, maar Israël schond ze allemaal.
In juli 2024 oordeelde het Gerechtshof dat Israëls aanwezigheid in Oost-Jeruzalem, de Westoever en Gaza illegaal is. Op grond daarvan droeg de VN Israël in september 2024 op om zich binnen een jaar volledig terug te trekken, zijn illegale nederzettingen te ontmantelen en de Palestijnen te compenseren. Israël heeft dit nagelaten. The Rights Forum voert daartegen een campagne waarbij zich inmiddels bijna 15.000 mensen hebben aangesloten.