Een coalitie van acht Palestijnse en Nederlandse organisaties klaagt de Nederlandse staat aan vanwege het niet voorkomen van genocide in Gaza en andere Israëlische schendingen van het internationaal recht.
De belangrijkste eisen van de coalitie aan de Nederlandse civiele rechter zijn een verbod op de export en doorvoer van wapens, wapenonderdelen en dual-use-goederen naar Israël; én een verbod op alle Nederlandse handels- en investeringsrelaties die Israëls illegale bezetting van-, en nederzettingen in Palestijns gebied in stand helpen houden. Dat schrijft de coalitie in een vandaag verspreid persbericht.
De coalitie bestaat uit de acht maatschappelijke organisaties Al-Haq, Al-Mezan, Een Ander Joods Geluid (EAJG), het European Legal Support Center (ELSC), Groningen-Jabalya, de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO), Stichting Kifaia en Stichting Palestina. Zij worden vertegenwoordigd door advocaten van de Global Justice Association. De zaak wordt verder ondersteund door de organisaties Erev Rav en Plant een Olijfboom. Onderstaand motiveren zij hun eisen en gang naar de rechter. Lydia de Leeuw (SOMO) vat die als volgt samen:
Er kan geen sprake zijn van ‘business as usual’ met Israël. Nederlandse investeerders, supermarkten, leveranciers van militaire producten, en andere spelers, maken de bezetting en etnische zuivering van de Palestijnen al tientallen jaren mogelijk. Nederland, gastheer van het Internationaal Strafhof en het Internationaal Gerechtshof, moet zich houden aan diens eigen verplichtingen onder internationaal recht en maatregelen nemen om de misdrijven te stoppen. Nu.
Het ook door Nederland ondertekende Genocideverdrag verplicht ondertekenaars te voorkomen dat genocide plaatsvindt. Desondanks heeft Nederland, dat zich consequent opstelt als politieke bondgenoot van Israël, nagelaten actie te ondernemen om genocide in Gaza te voorkomen. Daarin werd zelfs volhard nadat het Internationaal Gerechtshof in januari 2024 oordeelde dat het aannemelijk is dat Israël genocide pleegt in Gaza. Behalve het Genocideverdrag verplichten ook de Geneefse Conventies staten om het internationaal humanitair recht te respecteren, en te doen respecteren.
In februari 2024 oordeelde het Gerechtshof in Den Haag (in de door Oxfam Novib, PAX en The Rights Forum aangespannen F-35-zaak) dat er een ‘duidelijk risico bestaat op ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht’ door Israëlische troepen in Gaza. In dezelfde maand waarschuwden VN-deskundigen dat elke levering van wapens aan Israël die in Gaza zouden kunnen worden gebruikt, waarschijnlijk in strijd is met het internationaal humanitair recht en moet worden stopgezet. Desondanks blijft Nederland betrokken bij de levering van wapenonderdelen en dual use-goederen aan Israël.
Wout Albers, advocaat van de coalitie:
Artikel 1 van de Geneefse Conventies stelt duidelijk dat staten een einde moeten maken aan schendingen van het internationaal humanitair recht. Geen zaken meer doen met het onderdrukkende regime is dan het minimale. De uitspraken in de Genocidezaak en de Advisory Opinion van het Internationaal Gerechtshof hebben alleen maar benadrukt wat we al wisten: er worden genocidale daden gepleegd en de bezetting van Palestijns gebied is illegaal. Alle staten, ook Nederland, hebben de plicht om niet mee te werken en medeplichtig te zijn aan schendingen en moeten ook alles doen om toekomstige ernstige schendingen en verdere genocidale daden te voorkomen.
Van die plicht heeft Nederland zich niets aangetrokken. Zo stuurde het een militaire delegatie op topniveau voor ontmoetingen met de Israëlische legertop, die zich op dat moment te buiten ging aan genocidaal geweld in Gaza. Dit ondanks het feit dat de aanklager van het Internationaal Strafhof het hof heeft verzocht om arrestatiebevelen uit te vaardigen tegen de Israëische premier en minister van Defensie. Dit op beschuldiging van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, begaan in Gaza sinds 7 oktober 2023.
Dat Nederland zich daar – als het om Israël gaat – niets van aantrekt bleek ook toen de Israëlische president Yitzhak Herzog in maart werd uitgenodigd voor een bezoek aan Nederland. Dit ondanks diens tot genocide aanzettende uitspraken, die nota bene deel uitmaken van de genocide-aanklacht die Zuid-Afrika in december 2023 indiende bij het Internationaal Gerechtshof. Dat legde Israël in januari, maart en mei bindende maatregelen op om – hangende de behandeling van de zaak – genocide te voorkomen. Israël negeerde ze allemaal.
De zaak die vandaag is ingediend beperkt zich niet tot de passiviteit van de Nederlandse staat in het licht van de brute aanval van Israël op Gaza. De aanklacht gaat ook in tegen het tekortschietende beleid van Nederland als het gaat om Israëls structurele schendingen van het internationaal recht – sinds lang voor oktober 2023 – in zowel Gaza als de Westelijke Jordaanoever, inclusief Jeruzalem. Israëls aanwezigheid in de bezette Palestijnse gebieden, inclusief de militaire bezetting en nederzettingen, is onrechtmatig en dient met spoed te worden beëindigd.
Dat oordeelde het Internationaal Gerechtshof in juli 2024. Op grond daarvan bepaalde het nadrukkelijk dat alle staten verplicht zijn om economische transacties die het illegale beleid en de illegale praktijken van Israël in de bezette Palestijnse gebieden ondersteunen, te voorkomen, en zich ervan te onthouden. De acht organisaties eisen dat Nederland hier nu zonder vertraging gehoor aan geeft. Daan de Grefte (ELSC):
Het Internationaal Gerechtshof heeft bevestigd dat de aanval van Israël op Gaza sinds 7 oktober 2023 kan neerkomen op genocide, waardoor alle staten wettelijk verplicht zijn alles te doen wat in hun macht ligt om dit te voorkomen. Het Internationaal Gerechtshof heeft ook geoordeeld dat staten stappen moeten ondernemen om handel of investeringen te voorkomen als deze de illegale bezetting van Palestina zouden kunnen ondersteunen. Het is nu aan nationale rechtbanken om praktische betekenis te geven aan deze uitspraken en ervoor te zorgen dat het internationaal recht gelijk wordt toegepast op alle staten.
Er zijn geen aanwijzingen dat de Nederlandse staat van plan is maatregelen te nemen om de genocide in Gaza te voorkomen, of om de Nederlandse economische banden met Israëls illegale aanwezigheid in de bezette Palestijnse gebieden aan te pakken. De nieuwe Nederlandse regering heeft zich zelfs nog dichter naast Israël gepositioneerd. Dit terwijl dat land doorgaat met het bombarderen, uithongeren en het gedwongen verplaatsen van Palestijnen, zonder een eind in zicht.
Daarom heeft de coalitie besloten de Nederlandse staat voor de rechter te dagen. Het is aan de Nederlandse rechter om de wettelijke verplichtingen waaraan de staat zich heeft gecommitteerd af te dwingen, stellen de acht organisaties. Issam Younis van de Palestijnse organisatie Al-Mezan:
Het Palestijnse volk heeft al veel langer dan oktober 2023 te lijden onder Israëls schendingen van het internationaal recht. Het afgelopen jaar heeft onze onderdrukking echter een ongekend niveau bereikt. Mensen in Gaza zijn het slachtoffer geworden van een genocidale aanval die niet lijkt te stoppen, terwijl Israël in de rest van Palestina diens beleid van kolonisatie, apartheid en onderwerping versterkt. Nederland is zich hiervan bewust, maar blijft Israël politiek, economisch en militair steunen, ten koste van de rechten van Palestijnen.