Daartoe gesommeerd door de Palestijnse ngo Al-Haq heeft het CIDI drie artikelen van zijn website verwijderd en gerectificeerd. Het CIDI erkent dat de publicaties onjuiste informatie bevatten en schadelijk waren voor Al-Haq.
Eind november sommeerde de vooraanstaande Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al-Haq het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) de drie artikelen binnen een week offline te halen en te rectificeren. De publicaties bevatten feitelijke onjuistheden en onbewezen beschuldigingen van betrokkenheid bij terrorisme, aldus Al-Haq, dat ook aangifte tegen het CIDI deed wegens smaad en laster.
Op 2 december verwijderde het CIDI de drie artikelen in stilte van zijn website en sociale media. Op 9 december, precies op het moment dat veel Nederlanders naar de WK-wedstrijd Argentinië-Nederland keken, publiceerde het een rectificatie.
Daarin erkent het dat de drie artikelen onjuiste informatie bevatten en schadelijk waren voor de goede naam van Al-Haq. Het CIDI schrijft: ‘Uit nader eigen onderzoek is inderdaad gebleken dat de onderhavige artikelen ten onrechte de indruk wekken dat Al-Haq uitgebreide banden heeft met Palestijnse terreurgroepen en een onderdeel zou zijn van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP). Voor deze beschuldigingen is onvoldoende bewijs.’
Verder schrijft het CIDI: ‘Ook wordt ten onrechte beweerd dat Al-Haq op meerdere internationale terreurlijsten zou staan, zij staat alleen op Israëlische terreurlijsten.’ Ook deze bewering is echter onjuist. Op 19 oktober 2021 maakte Israël bekend dat Al-Haq en vijf andere Palestijnse niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) door minister van Defensie Benny Gantz waren ‘gekwalificeerd als terreurorganisaties’. Dat betekende concreet dat Al-Haq op de nationale terrorismelijst was geplaatst – en niet op meerdere ‘terreurlijsten’.
Ten slotte beaamt het CIDI in een enigszins cryptische zin: ‘Evenmin bestaat er bewijs voor de suggestie dat Al-Haq een financieel doorgeefluik zou zijn van Europese subsidies of voor de suggestie dat vanwege banden met PFLP-steun zou zijn stopgezet of creditcards van Al-Haq zouden zijn geblokkeerd.’
De ingrijpende rectificatie betekent dat van de beschuldigingen tegen Al-Haq niets overblijft. Het CIDI gaat diep door het stof, maar laat onvermeld hoe het heeft kunnen gebeuren dat drie artikelen vol feitelijke onjuistheden en ongefundeerde beschuldigingen op de website werden gepubliceerd en daar maandenlang ongecorrigeerd bleven staan.
Die vraag is des te prangender daar hetzelfde probleem zich voordoet in veel meer artikelen. Zo schreef het CIDI eerder over de directeur van Al-Haq: ‘Shawan Jabarin heeft banden met de door de EU als terreurorganisatie aangeduide PFLP.’ Ook over andere Palestijnse ngo’s verschenen publicaties met feitelijke onjuistheden en onbewezen beschuldigingen, zoals wij in een vervolgartikel zullen toelichten.
Dat maakt de lofzang op de eigen betrouwbaarheid waarmee het CIDI de rectificatie besluit ongeloofwaardig. Het schrijft dat het ‘een betrouwbaar Informatie Centrum is’ en ‘een bijna 50 jaar lange reputatie heeft opgebouwd om over de problemen in het Midden-Oosten, hoe polariserend die ook soms kunnen zijn, op een eerlijke wijze te berichten’.
Die zelffelicitatie staat haaks op de realiteit. De drie verwijderde artikelen zijn geen ongelukkige uitzonderingen die toevallig aan het oog van de eindredactie zijn ontsnapt, maar voorbeelden van een bredere praktijk waarin eerlijke berichtgeving ondergeschikt is aan het streven Palestijnse ngo’s als ‘terroristisch’ te brandmerken.
De drie door het CIDI verwijderde artikelen zijn nog te lezen in het webarchief: hier, hier en hier.