Als doelwit van de raketten van Hamas haalt de Israëlische stad Sderot frequent het nieuws. Maar het Palestijnse dorp waarop Sderot is gebouwd blijft onbenoemd, ook al vormt het de kern van de Palestijnse werkelijkheid.
Op 13 mei 1948 werden de 719 inwoners van de Palestijnse plaats Najd door een Joodse militie van hun land verdreven. Hun 139 huizen werden met de grond gelijk gemaakt om hun terugkeer te voorkomen. Drie jaar later verrees op het land van Najd de Israëlische nederzetting Sderot die inmiddels ruim 30 duizend inwoners telt. De ruïnes van Najd liggen verstopt onder dikke begroeiing.
Sderot ligt pal ten noordoosten van de Gazastrook, waar de verdreven Palestijnen uit Najd terechtkwamen. Daar leven zij in een van de acht vluchtelingenkampen die er sinds 1948 werden opgericht als tijdelijke opvang van een deel van de 750 duizend Palestijnen die tijdens de Nakba door Joodse terreurgroepen en het Israëlische leger van huis en haard werden verdreven.
Driekwart eeuw later worden zij en hun nazaten door Israël nog steeds weerhouden van terugkeer naar hun land, ook al hebben zij daartoe het onomstotelijke recht. Intussen leven 2,1 miljoen Palestijnen, van wie anderhalf miljoen vluchtelingen, samengeperst in de humanitaire hel van de Gazastrook die sinds 16 jaar door de Israëlische blokkade zo goed als volledig is afgesloten van de buitenwereld. Onder hen komt nu de vierde generatie vluchtelingen uit Najd ter wereld.
Israël is bezaaid met Najds en Sderots – tussen 1947 en 1952 etnisch gezuiverde Palestijnse gemeenschappen die sindsdien worden bewoond door Israëli’s. In 1967 werden door Israël opnieuw 400 duizend Palestijnen verdreven, ditmaal uit Oost-Jeruzalem en delen van de Westelijke Jordaanoever.
Sindsdien worden ook die gebieden etnisch gezuiverd en gekoloniseerd; inmiddels wonen er tenminste 750 duizend Israëlische kolonisten in honderden ‘Jews Only’ nederzettingen, alle illegaal gebouwd op Palestijns land.
Wereldwijd leven circa 14,4 miljoen Palestijnen. Slechts 7,4 miljoen van hen wonen binnen de grenzen van hun historische thuisland Palestina – het huidige Israël en de bezette Palestijnse gebieden –, een substanteel aantal bovendien als vluchteling. De overige zeven miljoen leven verspreid over de wereld in de diaspora, waaronder in vluchtelingenkampen in Libanon en Jordanië.
Bijna tweederde van alle Palestijnen – 9,24 van de 14,4 miljoen – wordt als vluchteling beschouwd. Van hen vallen er 5,9 miljoen onder de hoede van VN-hulporganisatie UNRWA. Die kreeg in 1949 een kortlopend mandaat om de vluchtelingen te ondersteunen tot hun spoedige terugkeer naar huis. Maar net als de vluchtelingen is UNRWA er nog steeds; volgend jaar ‘viert’ het zijn 75-jarige bestaan.
Het verhaal van Najd is dat van alle Palestijnen. Maar in Nederland telt dat niet mee. Gevraagd te reflecteren op de oorzaken achter de gruwelijke Hamasaanval van 7 oktober zei premier Rutte dat daar ‘even geen ruimte voor’ was. Sterker, die aanval was volgens hem ‘zonder aanleiding’ gepleegd. Voor de Palestijnse werkelijkheid is zelfs nu geen ruimte.
Bij de meeste media ook niet. In de berichtgeving over Sderot komt Najd nooit voor. Verslaggevers die de plaats bezoeken vragen zich niet af wat die overblijfselen in het landschap betekenen, ook al staan ze er naast. En naar de vluchtelingen uit Najd, op een steenworp van Sderot, wordt door hen niet omgekeken. Dat die combinatie een uiterst relevant, zelfs noodzakelijk verhaal oplevert wordt niet gezien.
En zo wordt een beestachtige aanval geduid zonder de beestachtige achtergrond te benoemen. Najd bestaat niet.