Op 22 januari 2024 diende het hoger beroep in het kort geding van Oxfam Novib, PAX en The Rights Forum tegen de Nederlandse Staat over de levering van onderdelen voor F-35-gevechtsvliegtuigen aan Israël. Lees hieronder het pleidooi van advocate Liesbeth Zegveld van de organisaties.
In het hoger beroep eisen de drie organisaties voor het Gerechtshof Den Haag dat de Staat een einde maakt aan de uitvoer van F-35-onderdelen naar Israël. De vergunning die de export mogelijk maakt dient zo snel mogelijk te worden ingetrokken, betoogde advocate Liesbeth Zegveld in een uitvoerig pleidooi, dat hier in zijn geheel te lezen is.
Volgens de organisaties staat buiten kijf dat Israël zijn F-35-toestellen sinds 7 oktober vorig jaar inzet in de Gazastrook, onder meer voor het uitvoeren van bombardementen. Buiten kijf staat ook dat de toestellen bijdragen aan de overvloedig gedocumenteerde vernietiging van Gaza, en dat Israël zich daarbij schuldig maakt aan ernstige schendingen van het internationaal recht.
Met het toestaan van de levering van onderdelen voor F-35’s draagt de Nederlandse Staat daar direct en actief aan bij, aldus de organisaties. Daarmee schendt Nederland zowel het eigen wapenexportbeleid als de plicht die het heeft onder belangrijke internationale verdragen, zoals ter voorkoming van (dreigende) genocide.
De rechter wees medio december de eis voor een exportstop in eerste instantie af. Hij oordeelde dat de minister formeel niet verplicht is om de eerder verleende vergunning opnieuw te toetsen aan het risico van ernstige schendingen van het internationaal recht. Vooral om die juridische redenering stelde hij zich terughoudend op in zijn oordeelsvorming. Ten onrechte, betoogt Liesbeth Zegveld.
In tegenstelling tot het inhoudelijke pleidooi van Zegveld beperkte landsadvocaat Reimer Veldhuis zich hoofdzakelijk tot procedurele kwesties – een opstelling die gezien het ontbreken van inhoudelijke argumenten niet verrassend is. Primair betoogde hij dat de rechter niet bevoegd zou zijn om de exportvergunning te toetsen. De rechter doet op 12 februari om 10.00 uur in een openbare zitting uitspraak.
De F-35-zaak kreeg nog een extra explosief karakter vanwege een brief die een twintigtal ambtenaren en diplomaten van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het Gerechtshof hebben gestuurd. De briefschrijvers betogen dat op het ministerie afwijkende regels worden gehanteerd als het gaat om adviezen aan bewindspersonen inzake Israël en de Palestijnse gebieden, zo stelt Zegveld in haar pleidooi.
Daaraan liggen meerdere redenen ten grondslag, citeert Zegveld de (anonieme) ambtenaren, onder andere persoonlijke carrière-ambities van hoofdrolspelers: deze moeten ‘koste wat het kost’ beschermd worden en wegen ‘zwaarder […] dan andere belangen, waaronder de verantwoordelijkheid van Nederland om de internationale rechtsorde te bevorderen’.
In dit verband is het volgens de briefschrijvers ‘uiterst opmerkelijk’ dat het ministerie van Algemene Zaken van premier Rutte op dit dossier de gang van zaken naar zich heeft toegetrokken. Een verzoek van het ministerie van Algemene Zaken aan de Directie Juridische Zaken bij Buitenlandse Zaken luidt als volgt, citeert Zegveld de brief: ‘Wat kunnen we zeggen zodat het lijkt alsof Israël geen oorlogsmisdaden begaat?’
In een voorpagina-artikel gaat NRC maandag uitvoerig op de kwestie in. Volgens de krant speelt de carrière van Rutte op de achtergrond een grote rol. Komende zomer wil hij Jens Stoltenberg opvolgen als secretaris-generaal van de NAVO. Daarbij is de stem van de Verenigde Staten allesbepalend, stelt de krant: ‘Amerika blijft achter Israël staan – en Ruttes demissionaire kabinet doet dat dus ook, zo zeggen de kritische ambtenaren.’ Ook als dat betekent dat onwelgevallige informatie onder het tapijt moet worden geveegd.
Dat verklaart volgens NRC ook het beschamende Nederlandse stemgedrag in de Verenigde Naties, waar Nederland zich tot tweemaal toe van stemming onthield over resoluties die opriepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren in Gaza. Ook stelde Nederland als enige EU-land een officier beschikbaar voor de Amerikaans-Britse aanvallen op de Houthi’s in Jemen.
De ministeries van Algemene Zaken en Buitenlandse Zaken ontkennen de door de krant en Liesbeth Zegveld beschreven gang van zaken, schrijft NRC. De brief van de ambtenaren staat echter niet op zichzelf, maar is het zoveelste signaal dat onder ambtenaren grote onrust bestaat over de politieke koers die Nederland met betrekking tot het moorddadige Israëlische geweld in Gaza volgt.