Veertien Nederlandse financiële instellingen dragen door middel van investeringen bij aan de bouw en uitbreiding van Israëls illegale nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Daardoor lopen zij een groot risico op betrokkenheid bij oorlogsmisdrijven en grootschalige mensenrechtenschendingen.
Dit blijkt uit het op 12 december verschenen onderzoeksrapport Don’t Buy Into Occupation van een coalitie van 25 Europese en Palestijnse ngo’s, waaronder de Nederlandse organisaties BankTrack, PAX en The Rights Forum. De coalitie onderzocht de investeringen van Europese financiële instellingen in de periode van januari 2020 tot augustus 2023. In die periode investeerden 778 Europese banken, pensioenfondsen, verzekeraars en vermogensbeheerders gezamenlijk 280 miljard euro in 51 bedrijven die actief zijn in de illegale Israëlische kolonies (‘nederzettingen’).
ING is met een bedrag van 6,6 miljard euro de grootste van de 14 Nederlandse investeerders, gevolgd door de pensioenfondsen ABP en PFZW. De overige Nederlandse investeerders zijn ABN Amro, Rabobank, de verzekeraars Aegon en ASR Nederland, vermogensbeheerders MN Services, Cardano Group en Van Lanschot Kempen, en de pensioenfondsen PMT, PME, BpfBouw en Detailhandel.
In dit rijtje is ABP, het pensioenfonds van de overheid, wellicht de opvallendste naam. Immers, de Nederlandse overheid voert officieel een ‘ontmoedigingsbeleid’ waar het gaat om zaken doen met en in de Israëlische nederzettingen. Maar terwijl het ministerie van Buitenlandse Zaken al jaren zegt dat het bedrijven ontmoedigt, investeert het pensioenfonds van de overheid er vrolijk op los. Met ingang van morgen publiceren wij een serie artikelen over het ontmoedigingsbeleid, waaruit blijk dat het in de praktijk een geldverslindende façade is.
De 51 bedrijven waarin de Nederlandse en andere Europese instellingen investeren zijn zowel actief in Israël zelf als in de Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied (de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem). Onder de 51 bedrijven zijn Israëlische ondernemingen, waaronder banken, supermarktketens (onder andere Shufersal) en defensiebedrijven (onder andere Elbit Systems).
Daarnaast telt de lijst grote internationale ondernemingen als Caterpillar, Siemens, Volvo en bekende bedrijven op het terrein van reizen en toerisme als Booking Holdings, Airbnb en Expedia. Twee van de 51 bedrijven zijn in Nederland geregistreerd: Booking.com (onderdeel van Booking Holdings) en CNH Industrial, fabrikant van onder andere landbouwmachines en trucks.
Israëls koloniseringsproject is door de VN, de EU en Nederland veelvuldig als illegaal veroordeeld. Onder artikel 49 van de Vierde Conventie van Genève is het een bezettende mogendheid strikt verboden om (delen van) de eigen bevolking te vestigen in het door haar bezette gebied. Onder het oprichtingsverdrag van het Internationaal Strafhof, het Statuut van Rome, geldt die vestiging als een oorlogsmisdrijf. Daarnaast gaat Israëls koloniseringsproject gepaard met tal van andere misdrijven (onder andere apartheid) en grootschalige mensenrechtenschendingen.
De 14 Nederlandse financiële instellingen lopen een groot risico op betrokkenheid bij deze misdrijven en schendingen. Zij worden al jaren opgeroepen hun gewraakte investeringen te staken, en herinnerd aan hun verantwoordelijkheid deUnited Nations Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s) na te leven. De UNGP’s zijn de internationale standaard voor bedrijven op het gebied van mensenrechten. Ze maken integraal deel uit van het Nederlandse mensenrechten- en buitenlandbeleid.
Op papier zeggen de instellingen vaak zich voorbeeldig te gedragen, zegt directeur Gerard Jonkman van The Rights Forum. Maar in de praktijk investeren zij spaargeld en pensioenen van Nederlandse burgers nog altijd in de illegale kolonisering:
Profiteren van misdrijven en rechtenschendingen is voor deze instellingen een verdienmodel. Dat miljoenen Palestijnen daaronder gebukt gaan en dat de illegale nederzettingen het grootste obstakel voor vrede tussen Israëli’s en Palestijnen zijn kan ze weinig schelen.
In hun aanbevelingen dringen de 25 Europese en Palestijnse ngo’s opnieuw aan op strikte naleving van de internationale gedragscodes op het terrein van de mensenrechten door financiële instellingen en andere bedrijven. De Europese overheden worden opgeroepen een actievere rol op zich te nemen in het garanderen van die naleving.