Uiterlijk 7 mei zal de school van het Palestijnse dorp Jubbah al-Dhib door de Israëlische bezetter opnieuw met de grond gelijk worden gemaakt. De Tweede Kamer moet ingrijpen. En nu echt.
Het was een schok toen Palestijnse leerlingen in Jubbah al-Dhib zich in augustus 2017 meldden voor hun eerste dag van het nieuwe schooljaar – om erachter te komen dat hun complete school was verdwenen. Het door Europa gefinancierde gebouw bleek door de Israëlische bezetter te zijn afgebroken en afgevoerd vanwege gebrek aan een ‘vergunning’.
Het schoolgebouw werd door Palestijnse vrijwilligers herbouwd en fungeert sindsdien als lagere school. Dit schooljaar krijgen veertig leerlingen – 25 meisjes en 15 jongens – er les. Daaraan komt nu een eind. Op 8 maart gaf een Israëlische rechtbank opdracht de school binnen zestig dagen te slopen. Eiser is de Israëlische kolonistenorganisatie Regavim die zich, gesponsord door de Israëlische overheid, inzet voor de verdrijving van de Palestijnen om ruimte te scheppen voor Israëlische kolonies (‘nederzettingen’) in bezet gebied.
Voor alle duidelijkheid: een Israëlisch gerechtshof geeft dus groen licht aan de Israëlische bezettingsautoriteiten om een Palestijnse school in door Israël bezet Palestijns gebied te slopen. Dit nadat daar door een extremistische Israëlische kolonistenorganisatie op werd aangedrongen, en ondanks de flagrante schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten die ermee worden goedgekeurd en ‘gelegaliseerd’.
En de Palestijnen? Die zijn er niet in geslaagd een ‘vergunning’ van hun bezetter te krijgen voor het geven van onderwijs aan hun kinderen, op land dat aantoonbaar hun eigendom is. Ook niet nadat de katholieke mensenrechtenorganisatie Society of St. Yves zich daarvoor ging inzetten. Het verslag-annex-noodkreet van de gerespecteerde organisatie illustreert ten overvloede hoe de Israëlische rechtelijke macht verweven is met de illegale kolonisering van Palestina.
Het kleine Palestijnse dorp Jubbah al-Dhib ligt ten zuidoosten van Bethlehem op de door Israël sinds 1967 bezette Westelijke Jordaanoever. Ondanks de geringe omvang vormt het een microkosmos van de Israëlische bezetting en kolonisering. De verbetenheid waarmee Israël voor de tweede maal een schooltje voor veertig leerlingen gaat slopen is exemplarisch voor de destructie van de Palestijnse samenleving die het nastreeft.
Volgens cijfers van de VN werden sinds 2009 ruim 9.400 Palestijnse bouwwerken gesloopt. Dit jaar staat de teller op 276 (per 16 maart), waarvan 77 in Oost-Jeruzalem. In dat tempo wordt het recordjaar 2016 (met 1.094 gesloopte bouwwerken) ruimschoots overtroffen. St. Yves schijft dat per september 2022 een totaal van 22 tot 30 duizend Israëlische slooporders op uitvoering wachtte. Onder de te slopen gebouwen zijn 58 Palestijnse scholen. In Jubbah al-Dhib en andere plaatsen zijn leerkrachten en dorpelingen gedwongen de nacht door te brengen in hun scholen om te vookomen dat die ‘s nachts door de bezetter worden afgebroken.
In 2017 stelde de PvdA Kamervragen over de sloop van de school in Jubbah al-Dhib. Dit te meer daar Israël eerder in hetzelfde dorp 96 door Nederland gefinancierde zonnepanelen in beslag nam. Hoewel Israël toezegde die terug te geven bleef het in hoog tempo hulpprojecten afbreken die met Nederlands en Europees geld tot stand waren gebracht.
In september 2020 berekenden we dat Israël sinds het jaar 2000 voor naar schatting tachtig miljoen euro aan Nederlandse en Europese projecten had verwoest. Dat bedrag is sindsdien fors toegenomen en loopt dagelijks verder op. Ook de faciliteiten van de nieuwe school in Jubbah al-Dhib zijn met Europese fondsen gerealiseerd.
De dreigende sloop van de school moet aanleiding zijn voor actie van de Tweede Kamer. Niet alleen vanwege de sloop van het gebouw, maar vanwege de destructie van de complete Palestijnse samenleving die er achter schuilgaat. Die moet nu een halt worden toegeroepen. Jubbah al-Dhib heeft geleerd dat de aanpak van de Tweede Kamer uit 2017 niet werkt. De realiteit laat een nieuwe misser niet toe.