Israël sloopte in 2022 in bezet gebied 953 Palestijnse huizen en andere bouwwerken. Dit jaar staat de teller na drie maanden al op 289. In dit tempo gaat in oktober het tienduizendste bouwwerk tegen de vlakte sinds de VN in 2009 de Israëlische sloop is gaan monitoren.
Dat blijkt uit het op 28 maart gepubliceerde jaarrapport van de EU over de Israëlische sloop van Palestijnse bouwwerken op de bezette Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem. Van de 953 in 2022 gesloopte bouwwerken waren er 101 gefinancierd door de EU of haar lidstaten. De sloop maakte 1.031 Palestijnen dakloos; 28.446 anderen werden anderszins gedupeerd.
Het op gedetailleerde VN-cijfers gebaseerde EU-rapport wijst uit dat 2022 het op één na destructiefste jaar was sinds 2009. Met 1.084 gesloopte gebouwen spant 2016 de kroon. Dat ‘record’ lijkt in 2023 echter te worden overtroffen: na drie maanden staat de teller al op 289. De katholieke hulporganisatie Society of St. Yves schatte dat per september vorig jaar 22 tot 30 duizend Palestijnse bouwwerken op de nominatie stonden om door Israël te worden gesloopt. Tel daar de in alle opzichten sloopgrage regering-Netanyahu bij op om te concluderen dat 2023 alles in zich heeft om het oude record te verpulveren.
Er dreigen meer schokkende records. Uit de VN-cijfers vanaf 2009 blijkt dat Israël tot dusver 9.417 Palestijnse bouwwerken heeft gesloopt of in beslag genomen (denk daarbij aan prefab-woningen en -kliniekjes, die niet worden gesloopt, maar weggetakeld). In het huidige slooptempo zal begin oktober het tienduizendste gebouw tegen de vlakte gaan. Het aantal dakloos gemaakte Palestijnen nadert tegen die tijd de 15 duizend, terwijl het aantal indirect getroffen nu al 175 duizend bedraagt. In 2023 zal de combinatie van die twee – het totale aantal Palestijnse burgers dat sinds 2009, dus in minder dan 15 jaar, door de Israëlische slooppolitiek is geraakt – de 200 duizend passeren.
Een voorbeeld van ‘indirect getroffenen’ zijn de veertig leerlingen van de school in het Palestijnse dorp Jubbah al-Dhib op de door Israël bezette Westoever. Een Israëlische rechtbank besloot in maart dat het schooltje uiterlijk 7 mei door de Israëlische bezettingsautoriteiten moet zijn gesloopt. Leerkrachten overnachten in de klassen om te voorkomen dat hun school ongemerkt wordt gesloopt, zoals in 2017 gebeurde.
Wie wil begrijpen wat de Israëlische bezetter bezielt om tot tweemaal toe een Palestijns dorpsschooltje te slopen moet net als hierboven naar de grote getallen en impact kijken. Scholen worden door Israël al jaren afgebroken. St. Yves schrijft dat Israël 58 Palestijnse scholen voor sloop heeft genomineerd. Het doel: Palestijnse ouders die geen onderwijs voor hun kinderen kunnen vinden zullen op een dag naar elders vertrekken.
Vrijwel alle in 2022 gesloopte Palestijnse gebouwen (918 van de 953) trof dat lot vanwege het ontbreken van een Israëlische ‘vergunning’. Met dat stelsel van ‘vergunningen’ smoort de Israëlische bezetter de natuurlijke groei en ontwikkeling van de lokale Palestijnse bevolking; een vergunning wordt door Israël namelijk zo goed als nooit verstrekt.
Zo worden Palestijnen die een huis, school of schuur bouwen, of voorzieningen als water en elektra aanleggen, doelwit van hun bezetter. Tussen de aankondiging en de feitelijke sloop zit frequent maar 96 uur, wat protest of beroep onmogelijk maakt, schrijft de EU. Vaak worden Palestijnen gedwongen hun eigen huis af te breken onder dreiging van het betalen van kolossale Israëlische sloopkosten, bovenop het verlies van hun huis.
In het EU-rapport wordt verder geconstateerd dat de sloop van de Palestijnse samenleving door de Israëlische autoriteiten hand in hand gaat met die door burgermilities van Joodse kolonisten. In 2022 werden 849 aanvallen van kolonisten geregistreerd – een toename van 58 procent ten opzichte van 2021, en van 123 procent vergeleken met 2020. Dit jaar stond de teller per 27 maart op 260 aanvallen, inclusief de pogrom in het Palestijnse stadje Hawara. Ook op dit vlak belooft 2023 een nieuw record.
Tenslotte wordt in het EU-rapport ingegaan op de sloop van Europese hulpprojecten door Israël. In 2022 werden 101 Palestijnse gebouwen of faciliteiten gesloopt die met fondsen van de EU of haar lidstaten waren bekostigd. Daarmee ging een door Europese belastingbetalers opgebracht bedrag van 337 duizend euro verloren. Sinds 2016 werd door Israël voor 2,5 miljoen euro aan Europese projecten verwoest. In september 2020 berekenden we dat Israël sinds het jaar 2000 voor naar schatting tachtig miljoen euro aan Nederlandse en Europese projecten had verwoest.