In een advertentie op Google beschuldigt Israël Amnesty International van het hebben van een ‘vijandige, anti-Israëlische en antisemitische agenda’. Het is een ongehoord staaltje laster, dat Google nooit had mogen toestaan.
Voer op Google de zoekterm ‘Amnesty International’ in en als eerste van miljoenen resultaten krijg je een advertentie te zien. Geen wervende annonce van Amnesty zelf, maar een advertentie van de Israëlische regering. En die is allesbehalve wervend.
‘The true face of Amnesty: Amnesty ignores human rights’ is nog de vriendelijkste kop waaronder de advertentie op Google verschijnt. Er zijn meerdere andere koppen in omloop, waarin Amnesty wordt gebrandmerkt als ‘obsessief’, ‘vijandig’, ‘anti-Israëlisch’ en zelfs ‘antisemitisch’.
Wie de advertentie aanklikt belandt op een webpagina van Israëls ministerie van Buitenlandse Zaken. In een korte tekst beschuldigt het ministerie Amnesty ervan onder de dekmantel van mensenrechtenorganisatie een ‘vijandige, anti-Israëlische en antisemitische agenda’ te voeren. Achter het ‘masker van humaniteit’ zou een duistere organisatie schuilgaan, die Israël met leugens en schandelijke rapporten probeert te ‘demoniseren en delegitimeren’, ondertussen allerlei bevolkingen die dringend humanitaire steun en bescherming nodig hebben aan hun lot overlatend.
Het is hoogst ongebruikelijk dat een regering een advertentie aan een mensenrechtenorganisatie wijdt. En ronduit opzienbarend als dat een leugenachtig en extreem vijandig pamflet is, bedoeld om die organisatie te demoniseren en delegitimeren. Een regering die een van de meest gerespecteerde mensenrechtenorganisaties ter wereld publiekelijk afschildert als een lugubere club antisemieten maakt zich schuldig aan laster – een in veel landen strafbaar vergrijp.
Even opzienbarend is dat Google de advertentie heeft geaccepteerd. Heeft het bedrijf geen regels waaraan advertenties moeten voldoen? Kent het geen morele grenzen? Vindt het werkelijk dat het ongefundeerd zwartmaken van een mensenrechtenorganisatie door de beugel kan? Door een bezettingsregime bovendien dat daarmee reageert op even gerechtvaardigde als belangrijke kritiek van die organisatie?
The Rights Forum vindt van niet. Wij vinden dat ondernemingen dergelijke giftige en opruiende advertenties principieel en onder expliciete opgaaf van redenen dienen te weigeren, in plaats van de hetzes te helpen verspreiden. Wij roepen Google op de advertentie te verwijderen, en vinden dat het Amnesty publiekelijk verantwoording en excuses verschuldigd is.
Dat is des te belangrijker daar Amnesty niet het enige doelwit is dat door Israël op deze wijze wordt aangevallen; de kwestie-Amnesty is een symptoom van een diepere kwaal. Identieke campagnes voert het tegen de VN – we schreven er afgelopen vrijdag over –, het Internationaal Strafhof en ijsproducent Ben & Jerry’s, onder vele anderen. Het voert een furieuze strijd tegen ieder obstakel dat zijn illegale bezetting en kolonisering van Palestijns gebied in de weg staat, op dezelfde agressieve wijze waarop het de bezetting handhaaft.
Dat het daarbij de pijlen veelvuldig richt op instellingen en organisaties die het recht en de mensenrechten belichamen is geen wonder. En het blijft niet bij demoniseren en delegitimeren alleen. De directeur Israël/Palestina van Human Rights Watch werd in 2019 het land uitgezet. In 2020 moesten de vijftien medewerkers van het VN-Mensenrechtenkantoor in Israël het land verlaten. Ook Israëlische mensenrechtenorganisaties staan onder politieke druk en hebben te maken met restricties.
De sluiting van de kantoren van zeven Palestijnse maatschappelijke en mensenrechtenorganisaties door het Israëlische militaire regime, afgelopen augustus, past in hetzelfde patroon. Net als Amnesty ontplooiden zij volgens Israël achter een humanitair masker duistere activiteiten, in dit geval terroristische. Die verdachtmaking was een gefabriceerd voorwendsel om de organisaties te kunnen oprollen, daarmee in bezet gebied zowel kritische stemmen tot zwijgen brengend als een pijler onder de Palestijnse samenleving ontwrichtend. De organisaties hebben hun werk zo goed en zo kwaad als dat kan voortgezet, in het besef dat hen meer Israëlische maatregelen boven het hoofd hangen.
Precies een jaar geleden raakte Google ook al in opspraak, toen naar aanleiding van een project dat het, samen met Amazon, uitvoert in opdracht van de Israëlische regering. Dit ‘Project Nimbus’ voorziet in de ontwikkeling en levering van technologie die volgens medewerkers van de bedrijven door leger en overheid kan worden gebruikt om de onderdrukking van de Palestijnen te versterken. In een open brief in The Guardian riepen bijna vierhonderd van hen op het project te staken.
Ter ondersteuning van die oproep lanceerden de Amerikaanse organisaties Jewish Voice for Peace (JVP) en MPower Change de campagne No Tech for Apartheid. Zij dringen er bij de bedrijven op aan de mensenrechten en de eigen ethische standaarden te respecteren. Inmiddels hebben zich meer dan vijftig internationale organisaties bij de campagne aangesloten en bijna 45 duizend mensen hun handtekening onder een petitie aan Google en Amazon gezet.
Binnen Google en Amazon is de oppositie tegen het project blijven groeien, leidend tot een scherpe tegenreactie van de Google-leiding. Eind augustus maakte Ariel Koren, het (Joodse) gezicht van de oppositie, bekend door Google te zijn gedwongen ontslag te nemen. In een verklaring en een interview in NRC beschrijft ze hoe zij is ‘weggewerkt’ en schetst ze een bedrijfscultuur waarin onwelgevallige meningen worden onderdrukt:
Google snoert Palestijnen, Joden, Arabieren en moslims die bezorgd zijn over Google’s medeplichtigheid aan schendingen van Palestijnse mensenrechten systematisch de mond.
Op 9 september demonstreerden in San Francisco, New York, Seattle, Durham en andere Amerikaanse steden medewerkers van Google en Amazon tegen Project Nimbus. Afgelopen week erkende Google, dat tot dat moment was blijven volhouden dat Nimbus geen kwade militaire toepassingen zou kunnen hebben, dat het Israëlische leger wel degelijk toegang heeft tot de nieuwe technologie, aldus het Twitteraccount Workers Against Nimbus. The Rights Forum blijft de ontwikkelingen volgen.