De Israël-lobby is een campagne gestart die aandacht vraagt voor de door Hamas ontvoerde Israëli’s. De campagne is tekenend voor de selectieve verontwaardiging binnen die lobby en de Nederlandse politiek.
Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) is een campagne gestart die aandacht vraagt voor de bijna tweehonderd door Hamas ontvoerde Israëli’s. Wij delen de oproep tot hun vrijlating onvoorwaardelijk. Burgers mogen nooit doelwit zijn in een gewapend conflict. Nooit.
Het argument van de pro-Israëlische lobbyorganisatie dat het lot van de ontvoerden ‘ondergesneeuwd’ raakt delen we echter niet. Dat is gezien de grote aandacht niet alleen onbegrijpelijk, het is vooral hypocriet. Hoewel wij de oproep tot vrijlating van de ontvoerden steunen, kaarten we ook deze al jaren bestaande hypocrisie aan.
In de afgelopen jaren documenteerden wij op deze website talloze gevallen waarin Palestijnse kinderen door Israëlische militairen werden doodgeschoten, gekidnapt, gemarteld en opgesloten. In juni stonden we stil bij het dertigste kind dat dit jaar door Israëlische militairen en burgers werd gedood. Het jongste was twee jaar.
In juli beschreven we twee rapporten waarin wordt vastgesteld dat Palestijnse kinderen tot de voornaamste slachtoffers behoren van het ‘conflict’. Het Israëlische geweld tegen hen is al decennia ‘wijdverbreid, systematisch en institutioneel’. Niet sinds 7 oktober, de dag van de Hamasaanval, maar al decennia. Lees het artikel om de horror te kunnen bevatten.
De Nederlandse politiek en media toonden geen belangstelling. Het CIDI en de ‘Joodse organisaties’ die zich nu achter de CIDI-campagne opstellen evenmin. Palestijnse mensenlevens, zelfs die van kinderen, tellen niet. Ook een in 2022 verschenen studie waaruit blijkt dat 95 procent van de kinderen in de Gazastrook kampt met structurele angst, depressie en trauma kreeg in Nederland amper aandacht. Het is om die reden dat velen in onze achterban nu hun boosheid kenbaar maken over de selectieve campagne van het CIDI en medestanders.
Maar het CIDI berustte niet in passiviteit. Het nam de taak op zich om in Nederland de Israëlische hetze tegen zes Palestijnse maatschappelijke organisaties aan te jagen. Daaronder Defense for Children International – Palestine (DCIP), de ngo die zich inzet voor het welzijn en de rechten van Palestijnse kinderen in door Israël bezet gebied. Volgens het CIDI heeft die organisatie ‘terreurbanden’, verspreidt het ‘nepnieuws’ en dient Nederland af te zien van financiële steun. Zo werd door het CIDI op basis van keiharde Israëlische laster getracht hulp aan Palestijnse kinderen te torpederen.
De door het CIDI aangejaagde selectieve verontwaardiging is de standaard waarmee het conflict in Nederland wordt bekeken. Zo werden in juli 2014 drie jonge Israëli’s in bezet Palestijns gebied ontvoerd en gedood. De media stroomden wekenlang over van verontwaardiging. Het feit dat in de 14 jaar daarvoor tienduizend jonge Palestijnen door het Israëlische leger waren ontvoerd, 1.500 gedood en zesduizend verwond bleef ongenoemd.
In alle tumult was in 2014 geen plaats voor realisme – geen ‘Ja, maar’ in het idioom van premier Rutte. De mediastorm werd door Israël benut voor een genadeloze campagne op de Westelijke Jordaanoever, gevolgd door een nog genadelozer oorlog tegen Gaza. In die oorlog doodde Israël 577 Palestijnse kinderen.
Het is precies dat scenario dat zich nu opnieuw ontrolt. Voor ‘Ja, maar’ is net als in 2014 ‘even geen ruimte’. Onder de noemer dat Israël het recht heeft op ‘zelfverdediging’ is ook door de Nederlandse politiek de deur naar een nieuwe slachting wijd opengezet.
Sinds 7 oktober heeft Israël in de Gazastrook 853 kinderen gedood, naast 18 in Oost-Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever (cijfers per 17 oktober, 10.00 uur). Vanmiddag liep dat aantal op tot boven de duizend. Vanavond werd het Al-Ahli-ziekenhuis in Gaza-stad gebombardeerd waar vierduizend Palestijnen schuilden voor de bombardementen.