De HEMA, ASN Bank, Royal HaskoningDHV, Vitens en nog zeker drie andere grote Nederlandse bedrijven staan in Amerikaanse staten op zwarte lijsten omdat ze Israël zouden boycotten. Dat blijkt uit onderzoek van The Rights Forum.
De HEMA, ASN Bank, Royal HaskoningDHV, Vitens en nog zeker drie andere grote Nederlandse bedrijven staan in Amerikaanse staten op zwarte lijsten omdat ze Israël zouden boycotten. Dat blijkt uit onderzoek van The Rights Forum.
De HEMA op een zwarte lijst van de Amerikaanse staat Arizona? Het klinkt onwaarachtig, maar dat is het niet. De Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam is een van 19 internationale bedrijven die door Arizona officieel zijn uitgesloten van commerciële relaties met de staat. De reden voor de boycot: de ondernemingen zouden Israël boycotten.
Een HEMA-boycot van Israël? Ook dat klinkt onwaarachtig, en dat is het ook. Er is helemaal geen sprake van een Israël-boycot door de winkelketen. De reden voor de blacklisting van de HEMA is een heel andere: het bedrijf wordt gestraft omdat het geen producten wenst af te nemen uit de kolonies (de ‘nederzettingen’) die Israël illegaal heeft gesticht in bezet Palestijns gebied.
In 2013 werd bekend dat de HEMA geen producten te koop aanbiedt die zijn vervaardigd in door Israël gekoloniseerd gebied – naast de Palestijnse gebieden ook de Syrische hoogvlakte van Jawlan (Golan). Het bedrijf wenste niet bij te dragen aan de levensvatbaarheid van een illegaal koloniseringsproject dat gepaard gaat met grove schendingen van de mensenrechten. Het gaf daarmee gehoor aan de internationale gedragscodes op het terrein van ondernemen en mensenrechten, zoals de UN Guiding Principles on Business and Human Rights en het Nationaal Actieplan Bedrijfsleven en Mensenrechten. Die schrijven voor dat bedrijven zich verre houden van betrokkenheid bij zulke schendingen.
Dat is in Arizona tegen het zere been. De staat is een verklaard medestander van Israëls bezettingspolitiek. In maart 2016 voerde Arizona wetgeving in die dwarsliggers als de HEMA onder de noemer ‘Israël-boycotter’ bestraft met een boycot: alle organen van de staat is het wettelijk verboden zakelijke relaties aan te gaan met bedrijven, organisaties en personen die ‘Israël boycotten of tot zo’n boycot oproepen’.
De HEMA bevindt zich in goed gezelschap. Onder de 19 ondernemingen op de zwarte lijst zijn nóg vijf Nederlandse bedrijven: ASN Bank, Dutch Lion Cooperatief, Royal HaskoningDHV, SNS Bank/Volksbank en Vitens. Al deze bedrijven worden gestraft omdat ze om principiële redenen afstand houden van Israëls bezettingseconomie. Geen van hen maakt zich in werkelijkheid schuldig aan een boycot van Israël. De meeste doen zelfs zaken in of met Israël.
Het merendeel van deze bedrijven staat ook op zwarte lijsten van twee andere Amerikaanse staten, leert een inventarisatie van drie van zulke lijsten door The Rights Forum. En daarop komt nog een zevende Nederlands bedrijf voor: de Triodos Bank. Van deze zeven komen er twee (ASN en SNS/Volksbank) op alle drie de lijsten voor. In elk van de drie staten – naast Arizona New York en Illinois – is één op de drie geboycotte bedrijven Nederlands.
Illinois behoort met Tennessee en South Carolina tot de voorhoede van staten die in 2015 de aanzet gaf tot een vloedgolf van wetgeving tegen ‘Israël-boycotters’. In 2016 volgden 13 staten het voorbeeld en sinds oktober 2017 staat de teller op 24. In andere staten is wetgeving in voorbereiding.
De 24 wetten zijn niet identiek, maar hebben gemeen dat ze hard afrekenen met ondernemingen, organisaties en personen die niet loyaal zijn aan Israëls nederzettingenpolitiek. Zij zouden zich schuldig maken aan ‘discriminatie op basis van nationaliteit’ en worden bestempeld tot vijanden van Israël en de Israëli’s. In Arizona heet het in kenmerkende bewoordingen dat zij door middel van ‘economische oorlogvoering de soevereiniteit en veiligheid van Israël bedreigen’. De HEMA en de andere Nederlandse bedrijven worden in Arizona betiteld als ‘riskante beleggingen en zakenpartners’.
Illinois was in maart 2016 de eerste staat die een Nederlands bedrijf op de zwarte lijst zette: de ASN Bank. In december 2016 verscheen de bank ook in New York op een zwarte lijst, samen met Royal HaskoningDHV, de Triodos Bank en Vitens. Inmiddels heeft Illinois de lijst uitgebreid met de HEMA en nog drie Nederlandse bedrijven, is in New York SNS/Volksbank toegevoegd en blijkt Arizona zes vaderlandse bedrijven te boycotten.
Het roept de vraag op hoeveel Nederlandse bedrijven er in alle 24 staten op zwarte lijsten staan. En hoe groot de economische schade is die daarmee is gemoeid.
Het roept ook de vraag op of de zwarte lijsten worden gebruikt om bedrijven op andere manieren te chanteren, zoals elders in Europa gebeurt. Zo zijn bijvoorbeeld in Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk grote banken door ‘pro-Israël’-organisaties en -politici onder druk gezet om rekeningen van organisaties met ‘anti-Israëlische’ opvattingen op te heffen, onder dreiging dat hun Amerikaanse kantoren op zwarte lijsten worden gezet.
Dat het Nederlandse bedrijfsleven meer onheil tegemoetgaat lijkt onafwendbaar. Europa is door de zogeheten internationale Israël-lobby uitgeroepen tot het voornaamste slagveld in de strijd tegen de ‘anti-Israëlische’ buitenwereld. De Amerikaanse zwarte lijsten worden openlijk aangemerkt als een wapen tegen Europese bedrijven die de mensenrechten respecteren.
Een topambtenaar van het Israëlische ministerie van Strategische Zaken lichtte het principe toe aan de hand van een fictieve Deense CEO, die door de Israël-lobby voor het blok wordt gezet: ‘Als hij naar één of andere VN-instelling of naar één of ander mensenrechtenrapport luistert, dan verliest hij voor tientallen miljoenen aan contracten in Texas of Florida.’