Vanavond debatteert de Tweede Kamer met minister Wopke Hoekstra over het buitenlandbeleid. In vervolg op onze oproep aan Den Haag om de Nederlandse medeplichtigheid aan de Israëlische overheersing te beëindigen, belichten we het wrede en rechteloze gezicht van die overheersing. Een reminder voor onze politici in 15 recente gebeurtenissen.
Vorige week riepen wij politiek Den Haag op zijn verplichtingen onder internationaal recht na te leven en zijn medeplichtigheid aan de Israëlische overheersing van de Palestijnen te beëindigen. Nederland dient de Palestijnen actief bescherming te bieden en sancties tegen Israël te treffen vanwege zijn structurele schending van de internationale rechtsorde en bindende resoluties van de VN-Veiligheidsraad.
We betoogden dat de holle mantra van de tweestatenoplossing waarmee Den Haag zijn medeplichtigheid sinds jaar en dag bedekt – het ‘tweestaten-illusionisme’ – plaats dient te maken voor realistisch beleid op basis van gelijke rechten voor Palestijnen en Israëli’s. Daarnaast zou het de mondiale ‘Hoofdstad van Vrede en Recht’ Den Haag sieren een strak omlijnd vredesproces te faciliteren waarin dat uitgangspunt zijn politieke uitwerking krijgt.
Vandaag onderstrepen wij onze oproep met een overzicht van een aantal gebeurtenissen in de afgelopen zes weken. Tezamen geven zij een beeld van de alledaagse werkelijkheid van 55 jaar bezetting, in al haar onrechtvaardigheid en uitzichtloosheid. Het is die werkelijkheid die Den Haag in stand helpt houden.
Het overzicht geeft geen volledig beeld van alle geweld en misstanden die de afgelopen periode plaatsvonden. Naast de vermelde gebeurtenissen voerde het Israëlische leger op vrijwel dagelijkse basis gewelddadige razzia’s uit, werden Palestijnen opgepakt en woningen en andere Palestijnse eigendommen gesloopt, voerden Israëlische kolonisten aanvallen uit op Palestijnen en vredesactivisten, en weigerden de Israëlische autoriteiten reisvergunningen te verstrekken aan Palestijnen in Gaza die om medische redenen naar Oost-Jeruzalem of de Westelijke Jordaanoever wilden reizen. Net als de hieronder vermelde gebeurtenissen maakt dit onrecht deel uit van de wrede realiteit die Den Haag in stand helpt houden.
4 mei Israëls Hooggerechtshof geeft groen licht voor de deportatie van de ruim duizend inwoners van acht dorpen in de regio Masafir Yatta op de bezette Westelijke Jordaanoever. Zij dienen plaats te maken voor een militair oefenterrein van het bezettingsleger. Ze kunnen nergens heen, maar de sloop van hun bezittingen is inmiddels begonnen.
De Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem spreekt van ‘goedkeuring van een oorlogsmisdaad’. Het besluit is illustratief voor de rol die het Hooggerechtshof speelt als ‘juridische witwasserij van het illegale bezettingsregime’. Expliciet stelt het hof dat de internationale rechtsorde ondergeschikt is aan Israëlisch recht.
9 mei Israëlische autoriteiten geven groen licht voor de bouw van 6.100 nieuwe woningen voor kolonisten in bezet gebied: 4.500 verspreid over (en tot diep in) de Westelijke Jordaanoever, 1.600 in Oost-Jeruzalem. Daarnaast keuren zij de ‘legalisering’ van drie ‘buitenposten’ goed, die elk een fors aantal extra woningen krijgen; een van de drie moet uitgroeien tot een ‘tourism town’.
Diezelfde dag wordt bekend dat Israël enkele weken eerder een gebied van 22 vierkante kilometer op de Westoever tot ‘natuurreservaat’ heeft verklaard. Het besluit treedt half juli in werking, tenzij er nog doorslaggevende bezwaren tegen worden ingebracht. Voor Palestijnse landeigenaren in het gebied betekent het dat zij voortaan een vergunning van de bezettingsautoriteiten nodig hebben om hun eigen land te beplanten of er vee te laten grazen. Israëlische organisaties als Peace Now spreken van de ‘overname van Palestijns land’.
Plannen voor een nog vele malen groter nationaal park op de Westoever zijn in ontwikkeling. Het door kolonistenleiders voorgestelde park strekt zich in een brede strook uit tussen Jeruzalem en de Dode Zee en moet hotels en andere toeristische faciliteiten krijgen. Het omvat het volledige E1-gebied (East One), waar Israël hoe dan ook grote bouwplannen heeft en het met deportatie bedreigde bedoeïnendorp Khan al-Ahmar ligt. Op 18 juli bespreekt de Israëlische planningscommissie een plan voor de bouw van een ‘nederzetting’ met 3.412 woningen in E1.
11 mei De Palestijns-Amerikaanse journaliste Shireen Abu Akleh van Al-Jazeera wordt in bezet gebied gedood door een scherpschutter van de bezettingstroepen. Ze was de 47e journalist die deze eeuw door Israëlische militairen werd gedood; inmiddels is de 48e journalist gedood.
13 mei Bezettingstroepen voeren in Oost-Jeruzalem charges uit op de uitvaartstoet met het lichaam van Shireen Abu Akleh, na eerst te hebben huisgehouden in het ziekenhuis waaruit de stoet vertok. Ook elders op de route gebruiken ze geweld, onder andere tegen de rouwauto met de kist van Shireen, waarvan ruiten worden ingeslagen en inzittenden met geweld naar buiten worden getrokken om een Palestijnse vlag in beslag te kunnen nemen. Het bezettingsregime toont zijn grimmige gezicht aan televisiekijkers wereldwijd.
Diezelfde dag maken tientallen bewapende Israëlische kolonisten van de commotie in Jeruzalem gebruik om in Hebron/Al-Khalil een huis van drie verdiepingen van een Palestijn in te nemen dat vanwege renovatie leegstond. Sluipenderwijs maken kolonisten zich, beschermd door bezettingstroepen, in Hebron en Oost-Jeruzalem op illegale wijze meester van steeds meer woningen van Palestijnen. Openlijk verklaren zij dat Oost-Jeruzalem en Hebron ‘de Joden’ toekomen en verdrijving van Palestijnsen hun doel is.
22 mei Europarlementariër Manu Pineda, voorzitter van de parlementsdelegatie voor de betrekkingen met Palestina, wordt door Israël de toegang tot het land en de Westelijke Jordaanoever geweigerd. Pineda wilde met zijn delegatie poolshoogte nemen op de Westoever, na de dood van Shireen Abu Akleh. De trip moest worden gecanceled. Israël weigert vaker onwelgevallig bezoek de toegang tot het land, en gaf zoals gebruikelijk geen reden voor het niet toelaten van Pineda.
23 mei Vooraanstaand Likud-parlementariër en ex-minister Israel Katz bedreigt in een speech in de Knesset de twee miljoen Palestijnse Israëli’s met een ‘tweede Nakba’. Wagen Palestijns-Israëlische studenten het nog een keer om met Palestijnse vlaggen te zwaaien, dan zullen de Joodse Israëli’s alle Palestijnse Israëli’s het land uitgooien, dreigt hij. ‘We zullen jullie een lesje leren dat jullie nooit meer vergeten.’ Gelijktijdig met Katz’ speech wordt het motto bekend waarmee Likud de volgende verkiezingen ingaat: ‘De Arabieren [Palestijnen] nemen het land over.’
Diezelfde dag houdt Roberta Metsola, voorzitster van het Europees Parlement, een toespraak in de Knesset, waarin zij Israël verzekert van onvoorwaardelijke Europese loyaliteit en pleit voor verdieping van de samenwerking op ieder terrein. Geen woord van kritiek op Israël of op de voorgaande punten passeert haar lippen. Holle woorden over het ‘vredesproces’ en de ‘tweestatenoplossing’ gaan gepaard met het aanwijzen van Israël als de ideale partij om ‘de wereld naar vrede te leiden’.
29 mei Israëls ‘Vlaggenmars’, de provocerende jaarlijkse optocht door de Oude Stad in Oost-Jeruzalem waarmee Israël de bezetting van het stadsdeel viert, trekt dit jaar 70 duizend deelnemers en is opnieuw een demonstratie van haat, racisme en geweld. ‘Dood aan de Arabieren!’, ‘Mogen jullie dorpen afbranden!’ en ‘Shireen Abu Akleh was een hoer!’ scandeert een deel van de massa op de tocht door bezet gebied. De Israëlische autoriteiten laten het allemaal toe.
Diezelfde dag bezoeken meer dan 2.600 Joodse Israëli’s de Haram al-Sharif (Tempelberg), in groepen van vijftig en onder begeleiding van zwaarbewapende Israëlische ‘ordetroepen’. Er wordt openlijk gebeden en met Israëlische vlaggen gezwaaid. Het is een grove schending van de internationale status quo, net als het frequente militaire en politiegeweld in en rond de op de Haram al-Sharif gelegen Al-Aqsa-moskee.
31 mei De vooraanstaande Israëlische mensenrechtenorganisatie Yesh Din publiceert een rapport waarin eens te meer wordt vastgesteld dat Israël zijn eigen misdaden niet onderzoekt. Het rapport focust op het elf dagen durende militaire offensief tegen de Gazastrook in mei 2021, waarbij ‘het Israëlische leger zoals ook eerder een doelbewust en destructief beleid van aanvallen op bugerdoelen volgde’.
Van de honderden aanvallen waarvan burgers het slachtoffer waren heeft Israël een jaar later in slechts één zaak een onderzoek geopend. Enkele tientallen zaken wachten nog op een ‘snelle eerste beoordeling’, naar de meeste zaken wordt überhaupt niet gekeken. Yesh Din concludeert dat ‘Israëls militaire rechtssysteem niet tot behoorlijk onderzoek in staat is en de bevolking van de belegerde Gazastrook geen enkele bescherming geniet’.
1-2 juni Binnen 24 uur worden verspreid over de Westoever vier Palestijnen door bezettingstroepen doodgeschoten. Zij zijn bij lange na niet de enige Palestijnse burgers die in deze periode door militairen worden gedood. Ook in Israël zijn drie doden te betreuren als gevolg van een aanval van twee Palestijnen, begin mei.
Begin juni Op 8 juni wordt bekend dat Israël een week eerder een Amerikaans voorstel voor een topontmoeting tussen de VS, Israël, Palestina, Egypte en Jordanië om te praten over een diplomatieke koers naar vrede heeft afgewezen. ‘We don’t like this idea’, is het Israëlische commentaar. De Israëlische regering heeft zich ook voordien al herhaaldelijk tegen vredesbesprekingen uitgesproken.
6 juni De door de Patriarch van Jeruzalem geïnitieerde campagne ‘Protecting Holy Land Christians’ waarschuwt voor de zoveelste keer dat de christelijke aanwezigheid in Jeruzalem in gevaar is. Er is sprake van toenemende inbreuk op en vernieling van christelijke bezittingen en bedreiging van christelijke functionarissen, afkomstig van Joodse kolonisten en gelijkgestemde organisaties en politici.
7 juni In haar eerste rapport wijst de door de VN-Mensenrechtenraad ingestelde Commission of Inquiry on the Occupied Palestinian Territory de straffeloos voortgaande Israëlische bezetting en de discriminatie van Palestijnen aan als belangrijkste oorzaken van de eindeloze cyclus van geweld in Israël en bezet Palestina. Beëindiging van de bezetting is essentieel, aldus de commissie, maar Israël streeft juist naar ‘complete en permanente controle over bezet gebied’. De commissie bekritiseert het uitblijven van maatregelen naar aanleiding van aanbevelingen van eerdere commissies en onderzoeken.
8 juni Erwin van Veen, senior onderzoeker bij Instituut Clingendael, publiceert een video waarin hij uitlegt dat de EU en Nederland zich onder het mom van het streven naar de tweestatenoplossing gedragen als ‘handlangers van de illegale bezetting’. Die bezetting wordt gekenmerkt door illegale kolonisering, onderdrukking, rechtenschendingen in alle soorten en maten en ‘mensenrechtenschendingen op industriële schaal’. De tweestatenoplossing biedt geen ‘levensvatbaar pad naar vrede’, stelt hij, tenzij er ‘significante druk’ op Israël wordt uitgeoefend.
10 juni Het Israëlische Public Committee Against Torture in Israel (PCATI) levert het Internationaal Strafhof informatie over de marteling van Palestijnen door Israël, met de oproep de verantwoordelijken te vervolgen. Het comité concludeert op basis van ruim dertig jaar ervaring dat Israël het wijdverbreide martelen van Palestijnen niet wil beëindigen en weigert klachten eerlijk te onderzoeken en verantwoordelijken te straffen.
De wet en het rechtssysteem in Israël ‘ondersteunen de cultuur van leugens en doofpotaffaires die nog steeds in het veiligheidssysteem bestaat’, aldus PCATI. Het verwijst 17 cases van ‘zeer zware fysieke marteling’ naar het Strafhof, met het verzoek die mee te nemen in het lopende onderzoek naar oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, en in de hoop dat ‘eindelijk gerechtigheid voor de slachtoffers wordt bereikt’.
12 juni In het programma Buitenhof beklemtoont scheidend directeur van Human Rights Watch (HRW) Kenneth Roth de noodzaak van een onafhankelijk onderzoek naar de dood van Shireen Abu Akleh. Onderzoek mag niet aan Israël overgelaten worden, want ‘the Israeli government has a horrible record of investigating itself’.
Roth licht verder toe dat Israël een apartheidsregime uitoefent, zoals door HRW, Amnesty International, B’Tselem, Yesh Din, Al-Haq en tal van andere mensenrechtenorganisaties en -deskundigen is vastgesteld. Hij memoreert dat Israël geen ander verweer heeft dan hem, zoon van een Joodse vluchteling uit nazi-Duitsland, van antisemitisme te beschuldigen. Pal na de uitzending komen ook bij Buitenhof en de NPO de eerste klachten binnen over de ‘antisemiet Kenneth Roth’ en het ‘een podium bieden aan antisemitisme’.