Israël oefent een wreed apartheidsregime uit waarbinnen Palestijnen systematisch worden onderdrukt, concludeert Amnesty International in een gedegen rapport. Het regime kan bestaan dankzij de medeplichtigheid van landen als Nederland.
Israël maakt zich ten aanzien van de Palestijnen schuldig aan een systematische en geïnstitutionaliseerde onderdrukking die neerkomt op apartheid. Nederland en andere staten dienen met spoed concrete maatregelen te treffen om een einde te maken aan dit onrecht. Medeplichtigheid en straffeloosheid dienen plaats te maken voor het respecteren van de internationale rechtsorde en de verplichtingen die daaruit voortvloeien.
Dit is de kern van een vandaag door Amnesty International gepubliceerd rapport, getiteld Israels Apartheid against Palestinians: Cruel System of Domination and Crime Against Humanity. Het is de weerslag van vier jaar gedegen onderzoek, waarin de vooraanstaande mensenrechtenorganisatie secuur naging of Israël zich bezondigt aan apartheid, dat zowel een misdaad tegen de menselijkheid als een ernstige schending van de internationaal beschermde mensenrechten is.
Daartoe zette het Israëls beleid met betrekking tot de Palestijnen af tegen de definities van apartheid in de relevante internationale verdragen: het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (ICERD), het Internationaal Verdrag inzake de bestrijding en bestraffing van de misdaad van apartheid (Verdrag tegen Apartheid) en het oprichtingsverdrag van het Internationaal Strafhof (Statuut van Rome). Op grond van deze definities stelt Amnesty dat er sprake is van de misdaad tegen de menselijkheid genaamd apartheid wanneer ernstige schendingen van de mensenrechten worden begaan in de context van een regime van systematische discriminatie en overheersing van de ene etnische groep door de andere:
Thus, the crime against humanity of apartheid is committed when serious human rights violations are committed in the context, and with the specific intent, of maintaining a regime or system of prolonged and cruel discriminatory control of one or more racial groups by another.
In een gedetailleerde analyse, die teruggaat tot de stichting van de staat Israël in 1948, toont Amnesty aan dat Israël de Palestijnen systematisch discrimineert en onderdrukt, en in feite ‘beschouwt en behandelt als een inferieure “niet-Joodse” etnische groep’. De bevoorrechting van Joodse Israëli’s is veelomvattend en institutioneel – vastgelegd in wetten en beleid – en gaat op alle levensterreinen gepaard met grove schendingen van de rechten en vrijheden van de Palestijnen, louter op grond van het feit dat zij niet-Joods zijn.
Amnesty stelt vast dat sprake is van een ‘wreed apartheidsregime’, dat van plaats tot plaats een eigen gezicht heeft. Tussen Israël en de zogenoemde bezette Palestijnse gebieden (Oost-Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever en Gaza) bestaan verschillen, zo goed als tussen de bezette gebieden onderling. Feit is dat Palestijnen ook in de internationaal erkende staat Israël niet dezelfde rechten hebben als Joodse Israëli’s, zoals Amnesty overtuigend aantoont – de in 2018 van kracht geworden Wet op de Joodse Natiestaat, waarin Israël zichzelf niet als staat van en voor al haar burgers, maar als ‘natiestaat voor het Joodse volk’ definieert, is een teken aan de wand. Er heerst apartheid from the river to the sea, oftewel in het hele voormalige mandaatgebied Palestina, begrensd door de rivier de Jordaan en de Middellandse Zee. En overal is de drijvende kracht dezelfde: de Israëlische staat, in al zijn civiele en militaire gedaanten.
De fragmentatie van het gebied tussen rivier en zee is op zichzelf een belangrijk, zelfs fundamenteel aspect van het systeem van onderdrukking, stelt Amnesty. Het voorkomt dat de Palestijnen langs politieke weg hun belangen kunnen behartigen en rechten kunnen realiseren. Alleen de Palestijnen in Israël zelf – een minderheid van twintig procent van de bevolking – hebben enige invloed, daarbuiten hebben zij geen enkele invloed op het bewind dat al 54 jaar met harde hand hun levens en toekomst bepaalt.
Dat geldt ook voor de Palestijnse vluchtelingen. Zij en hun nakomelingen leven in overgrote meerderheid binnen een straal van honderd kilometer van de woningen waaruit zij in 1948 zijn verdreven, maar worden door Israël nog altijd van hun recht van terugkeer weerhouden. Veelal veroordeeld tot een leven onder schrijnende omstandigheden en tot eeuwige steun van de VN, zijn ook zij slachtoffer van het apartheidsregime, betoogt Amnesty.
De mensenrechtenorganisatie staat stil bij het Israëlische tegenargument dat zijn beleid noodzakelijk is uit het oogpunt van veiligheid. Amnesty stelt echter dat de bekritiseerde praktijken niet tot de onder internationaal recht toegestane veiligheidsmaatregelen behoren. Die praktijken zijn niet gebaseerd op veiligheid, maar op het handhaven en uitbreiden van Joods-Israëlische hegemonie ten koste van de Palestijnse bevolking.
Ontmanteling van het ‘wrede systeem van apartheid’ is essentieel voor de miljoenen Palestijnen die eronder lijden, maar zal uitblijven zolang de internationale gemeenschap volhardt in haar steun voor dat systeem. Amnesty levert keiharde kritiek op de houding van met name de westerse bondgenoten van Israël, waaronder Nederland, die hun verplichtingen onder de bovengenoemde en andere verdragen aan de kant schuiven en Israël ongestraft zijn gang laten gaan.
Daarmee dragen deze landen bij aan ‘de ondermijning van de internationale rechtsorde’, oordeelt de organisatie. Illustratief is dat geen enkele van de in de loop van vele jaren aangenomen bindende resoluties van de Veiligheidsraad is geïmplementeerd. Deze landen ‘hebben het Palestijnse volk volledig in de steek gelaten, en de ervaring van de Palestijnen dat zij een inferieure status en minder rechten dan Joodse Israëli’s hebben versterkt’.
De internationale gemeenschap dient haar Israël/Palestina-politiek snel en drastisch te herzien, beklemtoont Amnesty. De ernst en enorme schaal van de in het rapport geschetste situatie laten hen geen andere keus meer.
Amnesty doet een hele reeks concrete aanbevelingen, aan alle betrokken partijen. De meeste zijn gericht aan Israël, dat in groot detail wordt gemaand het apartheidssysteem te ontmantelen en de rechten van de Palestijnen te respecteren. Het dient onder (veel) meer de blokkade van de Gazastrook op te heffen en de illegale kolonisering van Oost-Jeruzalem en de Westoever te staken, als eerste stap naar ontmanteling van de kolonies.
Specifieke aanbevelingen zijn gericht aan de voornaamste organen van de VN. Amnesty pleit onder meer voor gerichte sancties van de Veiligheidsraad tegen Israëlische functionarissen die een sleutelrol spelen in de misdaad tegen de menselijkheid genaamd apartheid. De Algemene Vergadering wordt opgeroepen de Speciale Apartheidscommissie nieuw leven in te blazen. En de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof – overigens geen onderdeel van de VN – wordt verzocht te bekijken of deze misdaad kan worden opgenomen in het onderzoek dat het hof in maart vorig jaar opende naar Israëlische en Palestijnse oorlogsmisdaden.
Landen als Nederland en organen als de EU dienen om te beginnen alle beschikbare politieke en diplomatieke instrumenten in te zetten om Israël te dwingen het leven te beteren, en ervoor te zorgen dat zij zelf op geen enkele manier meer bijdragen aan het apartheidsregime en alle daarmee samenhangende rechtenschendingen. Zij dienen direct een wapenembargo tegen Israël in te stellen. Daarnaast dient een verbod op de invoer van producten uit Israëls illegale kolonies te worden ingesteld en moeten, andersom, activiteiten van bedrijven uit eigen land in die kolonies aan banden worden gelegd. Ook zouden deze landen en internationale organen moeten nagaan welke mogelijkheden zij hebben om onderzoek in te stellen naar personen die verdacht worden van betrokkenheid bij misdaden tegen de menselijkheid of andere ernstige misdaden.
Amnesty roept het bedrijfsleven op zich strikt aan de internationale gedragscodes op het gebied van mensenrechten – zoals de OESO-richtlijnen en de UN Guiding Principles – te houden. Humanitaire en ontwikkelingsorganisaties ten slotte dienen hun activiteiten op het terrein van pleitbezorging en verbetering van de situatie zo mogelijk te verscherpen.
Amnesty merkt op dat Palestijnen er al sinds de jaren negentig op wijzen dat Israël zich schuldig maakt aan apartheid. Zij vonden echter geen gehoor en Israël kon zijn beleid ongestoord voortzetten. De afgelopen jaren is de apartheid in toenemende mate in rapporten en juridische opinies aan de kaak gesteld, onder meer door gerenommeerde mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch, Al-Haq, B’Tselem en Yesh Din. Hieronder zetten we de belangrijkste op een rij.
19 januari 2022
Al-Haq, Addameer & Habitat International
Entrenching and Maintaining an Apartheid Regime over the Palestinian People as a Whole
September 2021
European Coordination of Committees and Associations for Palestine (ECCP)
Position Paper Israel-Palestine: It Is Apartheid
8 juni 2021
PLO, Department of Public Diplomacy & Policy
It is Apartheid: The Reality of Israel’s Colonial Occupation of Palestine
27 april 2021
Human Rights Watch
A Threshold Crossed – Israeli Authorities and the Crimes of Apartheid and Persecution
Voorjaar 2021
Nederlands Palestina Komitee
Israëlische apartheid: drie basisteksten
Dossier met Nederlandse vertalingen van de hieronder genoemde rapporten van B’Tselem en Richard Falk & Virginia Tilly, en van het belangwekkende artikel On Israel’s apartheid: The Separate Regimes Delusion van Nathan Thrall, voormalig hoofd van de sectie-Israël/Palestina van de International Crisis Group. Het dossier heeft een inleidende analyse van Robert Soeterik en bijlages met relevante documenten.
12 januari 2021
B’Tselem
A regime of Jewish supremacy from the Jordan River to the Mediterranean Sea: This is apartheid
9 juli 2020
Yesh Din
The Occupation of the West Bank and the Crime of Apartheid: Legal Opinion
10 november 2019
Addameer, Al-Haq, Al-Mezan, Badil, CCPRJ, CIHRS, Habitat International & PCHR
Joint Report to the UN Committee on the Elimination of Racial Discrimination
Maart 2017
Richard Falk & Virginia Tilly (in opdracht van UN ESCWA)
Israeli Practices towards the Palestinian People and the Question of Apartheid
Het hierboven genoemde rapport van Falk en Tilly voor de VN-organisatie ESCWA verscheen op 15 maart 2017, maar werd binnen enkele dagen met grof geschut uit het publieke domein verwijderd. In het rapport wordt vastgesteld dat ‘Israel has established an apartheid regime that dominates the Palestinian people as a whole’. Het grote belang daarvan was dat de Israëlische apartheid voor het eerst door een VN-organisatie werd onderkend, met mogelijk ingrijpende consequenties. Dat leidde bij Israël tot paniek.
Twee dagen na publicatie werd ESCWA door secretaris-generaal António Guterres van de VN gedwongen het rapport in te trekken. Guterres gaf daarmee toe aan massieve druk en chantage van Israël en de Verenigde Staten. ESCWA-topvrouw Rima Khalaf weigerde aan Guterres’ opdracht te voldoen en verliet de VN; uit haar ontslagbrief blijkt dat dit het tweede rapport was dat zij in twee maanden tijd op last van Guterres moest intrekken.