Op zoek naar een verdachte Palestijn schoten Israëlische troepen diens neef dood, verwondden zes anderen en en sloopten vier huizen. Verslag van een collectieve strafexpeditie.
Woensdagavond vielen Israëlische bezettingstroepen het Palestijnse vluchtelingenkamp Wadi Burqin bij de stad Jenin op de Westelijke Jordaanoever binnen. De Israëli’s waren op zoek naar de dader van een schietpartij waarbij op 10 januari een kolonist uit de illegale Israëlische ‘buitenpost’ Havat Gilad werd gedood. De naam van de verdachte: Ahmad Nasr Jarrar, inwoner van Wadi Burqin.
Over wat zich exact heeft afgespeeld tussen elf uur ‘s avonds en de vroege donderdagochtend bestaat onduidelijkheid. Het Israëlische nieuwsmedium Haaretz meldde dat de Israëlische troepen het kamp binnenvielen om de verdachte te arresteren. Het goed geïnformeerde weblog Abu Pessoptimist schrijft dat die inval werd uitgevoerd met ‘voertuigen, bulldozers, verkenningsvliegtuigen en vele manschappen’. Persbureau Ma’an News Agency noemt 120 militaire voertuigen.
Vast staat dat de verdachte niet werd aangetroffen en dat zijn 31-jarige neef Ahmad Ismail Jarrar om het leven kwam. Hij is de vijfde Palestijn die in 2018 door Israëlisch geweld omkwam. Haaretz schrijft dat nog twee andere verdachte Palestijnen zouden zijn doodgeschoten, maar dat bericht is niet bevestigd.
Ook staat vast dat zes Palestijnen en twee Israëlische militairen gewond raakten en in ziekenhuizen zijn behandeld. Meerdere Palestijnen werden door Israëlische troepen opgepakt. Bij zonsopkomst bleken drie huizen door Israëlische bulldozers te zijn verwoest en een vierde zwaar beschadigd. Dit was geen ‘arrestatie’, zoals Haaretz het noemt, maar een collectieve strafexpeditie.
Het Palestijnse persbureau Wafa sprak op donderdagmorgen met de moeder van de door Israël gezochte Ahmad. Die vertelde dat haar gezin ‘s avonds laat wakker schrok van luidsprekers waarmee de bewoners werden opgeroepen naar buiten te komen. De moeder, vergezeld van haar dochter en jongste zoon Muhammad, voldeden daaraan. De gezochte Ahmad had een half uur eerder het huis verlaten.
Aan Ma’an News vertelde de moeder dat zij bij het verlaten van het huis een gedode man had zien liggen. Palestijnse regeringsbronnen bevestigden dat dit om Ahmad Ismail Jarrar gaat. Zijn lichaam werd door de Israëli’s meegenomen. De omstandigheden van zijn dood zijn onduidelijk.
Eenmaal buiten werden de gezinsleden van Ahmad door Israëlische militairen mishandeld. Vervolgens moesten zij toekijken hoe hun huis werd doorzeefd en aansluitend door bulldozers gesloopt. In het kamp braken vervolgens onlusten uit waarbij door de Israëlische troepen met scherp werd geschoten en traangas werd ingezet. Intussen werden nog drie huizen in het kamp met inboedel en al gesloopt.
De strafexpeditie tegen de bevolking van het vluchtelingenkamp is een nieuw voorbeeld van de volstrekte wetteloosheid die in Israël de norm is. In het Haaretz-artikel slaan Israëlische ministers en politici zich op de borst, trots als een pauw op het vertoonde geweld tegen een nagenoeg weerloze bevolking.
De afgelopen maanden documenteerde The Rights Forum talloze voorbeelden van het onvoorstelbare geweld waaraan de Palestijnen dagelijks blootstaan. In zijn speech van afgelopen zondag memoreerde de Palestijnse president Abbas dat sinds 6 december – de dag waarop de Amerikaanse president Trump Jeruzalem erkende als Israëls hoofdstad – twintig Palestijnen waren gedood, meer dan vijfduizend gewond en ruim duizend opgepakt. Sinds zondag zijn daar twee doden bijgekomen.
Het probleem is allang niet meer de bezetting. Het probleem is het gedogen ervan.
Ramsey Nasr Schrijver / dichter / acteur
