De Israëlische regering heeft de kantoren van het mediabedrijf gesloten en zijn apparatuur in beslag genomen. De persvrijheid en democratie zijn in een vrije val beland.
Zondag gebeurde wat al sinds 1 april in de lucht hing. Toen nam het Israëlische parlement een wet aan die het mogelijk maakte om buitenlandse nieuwsmedia te sluiten die een ‘bedreiging voor de veiligheid vormen’. Premier Netanyahu beschuldigde Al-Jazeera ervan een ‘terrorist channel’ te zijn dat Israëls veiligheid schaadt, deelnam aan de aanslag van Hamas van 7 oktober 2023, en zou opruien tegen Israëlische militairen.
Zondag heeft het Israëlische kabinet de daad bij het woord gevoegd, de kantoren van de Qatarese zender gesloten en zijn apparatuur in beslag genomen. In Israël is Al-Jazeera niet meer te bekijken of beluisteren – vooralsnog voor een periode van 45 dagen, die echter onbeperkt kan worden verlengd.
Al-Jazeera is een van de weinige media met eigen journalisten in de Gazastrook, die live verslag doen van de slachting die Israël er aanricht. In Israëlische media bestaat daar amper aandacht voor. Onbekend is of dat het gevolg is van een zelfverkozen stilte of van de militaire censuur waaraan alle Israëlische media en zelfs columnisten blootstaan.
In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd kent Israël geen vrije pers. In de recent gepubliceerde World Press Freedom Index 2024 van Reporters Without Borders (RWB) zakte het land van plaats 97 naar 101. Nederland staat op 4.
Naast de persvrijheid is ook de Israëlische democratie er slecht aan toe. In het Democracy Report 2024 van het aan de Universiteit van Gothenburg gevestigde instituut Varieties of Democracy (V-Dem) degradeerde Israël van een ‘liberale democratie’ naar een ‘electorale democratie’. Die kent weliswaar verkiezingen, maar een functionerende rechtsstaat, gelijkheid van burgers, rechten van minderheden en de vrijheid van meningsuiting zijn er niet gegarandeerd.
Israël probeert Al-Jazeera al jaren te verbannen. In juli 2017 werd de nieuwsorganisatie beschuldigd van het ‘aanzetten tot geweld’. Aanleiding was haar verslaggeving van de Al-Aqsa-crisis. Op 15 mei 2021 bombardeerde Israël in Gaza de Al-Jalaa-toren, waarin de kantoren van Al-Jazeera en Associated Press (AP) waren gevestigd. En op 11 mei 2022 werd de prominente Palestijns-Amerikaanse journaliste Shireen Abu Akleh door het Israëlische leger gedood. De dader ging vrijuit. Het Israëlische geweld in de Gazastrook kostte de afgelopen maanden meerdere medewerkers van Al-Jazeera het leven.
Volgens het in New York gevestigde Committee to Protect Journalists (CPJ) werden in de oorlog in de Gazastrook tot dusver 97 journalisten door Israël gedood en 16 verwond. Vier journalisten worden vermist; 25 zijn door Israël ‘gearresteerd’. CPJ spreekt van de ‘dodelijkste periode voor journalisten’ sinds het in 1992 data verzamelt.