Het onderwijsmateriaal van UNRWA voldoet aan VN-standaarden voor neutraliteit, mensenrechten en gelijkheid. In slechts drie procent van het materiaal werd eenzijdige of anti-Israëlische informatie aangetroffen. Dat blijkt uit een rapport van het Amerikaanse Congres.
Het door het Government Accountability Office samengestelde rapport verscheen al in april 2018, maar is pas nu, op aanvraag van twee Republikeinse Congresleden, openbaar gemaakt. Het rapport bevestigt dat het curriculum dat wordt aangeboden op UNRWA-scholen is gebaseerd op neutraliteit, mensenrechten en gelijkheid.
In slechts drie procent van het lesmateriaal werden elementen aangetroffen die niet sporen met de waarden die de VN wil uitdragen. Het rapport verwijst hierbij naar een eerdere inspectie van het lesmateriaal door UNRWA zelf. Daarbij werden 203 problematische kwesties aangetroffen op 229 van de 7.498 beoordeelde pagina’s.
In meer dan de helft van de gevallen ging het daarbij om landkaartjes waarop bijvoorbeeld de status van Jeruzalem niet neutraal werd weergegeven. Ook werden regionale kaarten aangetroffen waarop Israël niet werd afgebeeld, of waarop Israëlische steden als Palestijns werden voorgesteld. Andere kwesties hadden te maken met gendergelijkheid. In het Palestijnse curriculum werden geen vormen van opruiing of antisemitisme aangetroffen.
Volgens UNWRA-woordvoerder Sami Mshasha is een deel van de problematische inhoud al vervangen door nieuw lesmateriaal. UNRWA gebruikt in principe lesboeken van de Palestijnse Autoriteit (PA), maar wanneer die niet voldoen aan standaarden voor neutraliteit wordt door UNRWA aanvullend lesmateriaal ontwikkeld. Dat wordt ter beschikking gesteld aan docenten, in combinatie met een training. Volgens Haaretz wordt dat materiaal echter niet ten volle benut vanwege onenigheid tussen de PA en UNRWA.
De conclusies van het Amerikaanse rapport weerleggen de ongefundeerde kritiek dat UNRWA eenzijdig, anti-Israëlisch en antisemitisch onderwijs aan Palestijnse kinderen zou verschaffen. Die kritiek duikt geregeld op, en werd onder meer gebruikt ter rechtvaardiging van het Amerikaanse besluit om financiële steun aan UNRWA te onthouden.
Ook in Nederland wordt dergelijke kritiek regelmatig geuit. Zo schilderde Tweede Kamerlid Danai van Weerdenburg (PVV) UNRWA af als een organisatie van ‘Jodenhaters’, die ‘antisemitisme sponsort’ en ‘in UNRWA-scholen Palestijnse kinderen indoctrineert met Jodenhaat’. Maar zoals UNWRA-topman Pierre Krähenbühl vorig jaar tijdens een bezoek aan Nederland terecht stelde: ‘Palestinian textbooks are the most reviewed ones on the planet’.
Het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) verzorgt onderwijs voor 532 duizend Palestijnse kinderen in 715 scholen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem, Gaza, Libanon, Jordanië en Syrië. Vorig jaar besloten de Verenigde Staten alle hulp aan UNWRA te schrappen, waardoor de VN-organisatie in een financiële crisis belandde. De korting van UNRWA maakt deel uit van een nadrukkelijk anti-Palestijns beleid door de regering-Trump.
U kunt meer lezen over UNRWA in ons online dossier, waaronder ook over de houding van de Nederlandse politiek ten opzichte de organisatie.