Amerikaanse rechter verklaart anti-BDS-wet Texas strijdig met Grondwet

Texas mag van ondernemers die zaken met de staat willen doen niet langer een ‘niet-boycot-verklaring’ eisen. Politieke boycots zijn grondwettelijk beschermd. Texas is de derde Amerikaanse staat waar een rechter een streep zet door een wet die voorschrijft dat zakenpartners Israël niet mogen boycotten.

Een foto van gouverneur Greg Abbott van Texas die op 2 mei 2017 de anti-BDS-wet tekent, en daar overheen het stempel ‘Ongrondwettelijk’.

Donderdag deed een rechter in Austin uitspraak in twee zaken die het nietig verklaren van de ‘anti-BDS-wet’ van Texas tot inzet hadden. Die wet bepaalt dat alle zakelijke partners van de staat een overeenkomst dienen te tekenen, waarin zij verklaren dat zij niet betrokken zijn bij een boycot van Israël of van de illegale Israëlische kolonies (‘nederzettingen’) in bezet Palestijns gebied. Wie de verklaring niet tekent komt niet in aanmerking voor contracten met de staat.

De zaken waren in december 2018 aangespannen door de Council on American-Islamic Relations (CAIR) en de American Civil Liberties Union (ACLU). Zoals destijds door ons gemeld traden zij op namens vijf inwoners van Texas die de dupe van de wet waren geworden. Onder hen Bahia Amawi, een spraakpathologe van Palestijnse afkomst die haar baan verloor omdat zij in de winkel Israëlische producten links laat liggen en sympathiseert met de internationale BDS-beweging. Die beweging wil Israël door middel van boycots, desinvesteringen en sancties (BDS) dwingen het internationaal recht en de rechten van de Palestijnen te respecteren.

De organisaties betoogden dat de anti-BDS-wet in strijd is met de Amerikaanse Grondwet en met name met het Eerste Amendement, dat de vrijheid van meningsuiting en het recht om deel te nemen aan politieke boycots garandeert. De rechter stelde hen in een voorlopige uitspraak in het gelijk. Texas moet de niet-boycot-verklaring uit alle bestaande contracten verwijderen en mag niet langer van potentiële zakenpartners eisen dat zij Israël niet boycotten. Bahia Amawi krijgt haar baan terug en ook de vier andere gedupeerden wordt recht gedaan.

Recht om te boycotten

In 56 pagina’s velt de rechter een hard oordeel over de anti-BDS-wet. In zijn uitspraak passeren tal van principiële punten de revue die niet alleen in de VS van belang zijn, maar overal waar de internationale Israël-lobby probeert de BDS-beweging en solidariteit met de Palestijnen en hun rechten de kop in te drukken – denk aan Duitsland, maar ook aan Nederland. De Amerikaanse organisatie Palestine Legal zette een aantal punten op een rijtje.

Politieke boycots genieten, uitzonderingen daargelaten, grondwettelijke bescherming, is de belangrijkste conclusie van de rechter. Daarnaast hekelt hij het politieke karakter van de anti-BDS-wet: onder het mom van het bestrijden van ‘discriminatie op basis van Israëlische nationale origine’ beoogde de wet onwelgevallige politieke opvattingen de kop in te drukken en loyaliteit met Israëls Palestinapolitiek af te dwingen. De wet is bovendien zelf in meerdere opzichten discriminerend, onder andere omdat ze uitsluitend een boycot van Israël taboe verklaart en alle andere boycots toestaat. De wet staat zelfs boycots van Israëli’s toe, zolang die zich buiten Israël of de bezette gebieden bevinden.

In zijn conclusie laat de rechter geen misverstand bestaan over betekenis en belang van het Eerste Amendement. Dat is bedoeld om Amerikaanse burgers met ‘impopulaire’ opvattingen te beschermen tegen ‘represailles’ en het ‘onderdrukken’ van hun ideeën door ‘een intolerante samenleving’. Met de anti-BDS-wet probeert Texas ‘impopulaire ideeën te onderdrukken’ en ‘het publieke debat te manipuleren door middel van dwang in plaats van door overtuiging’. De vrijheid van burgers om zelf te bepalen hoe zij over onderwerpen denken en voor welke zaken zij zich inzetten vormt de basis van het Amerikaanse politieke systeem en culturele leven, aldus de rechter:

At the heart of the First Amendment lies the principle that each person should decide for him or herself the ideas and beliefs deserving of expression, consideration, and adherence. Our political system and cultural life rest upon this ideal. […] If there is any fixed star in our constitutional constellation, it is that no official, high or petty, can prescribe what shall be orthodox in politics, nationalism, religion, or other matters of opinion or force citizens to confess by word or act their faith therein.

Les voor andere overheden

De advocaten van CAIR juichten de uitspraak toe als ‘een overwinning voor alle Texanen, die hun politieke opvattingen kunnen uitdragen zonder censuur van de overheid’. Het mislukken van ‘de poging van Texas om solidariteit met Palestina te onderdrukken’ en ‘burgers te dwingen partij te kiezen in het internationale debat over de relatie tussen Israël en Palestina’ is volgens hen bovendien ‘een les’ voor alle overheden die soortgelijke wetten overwegen of al hebben ingevoerd:

The First Amendment blocks any effort by state governments or the federal government from forcing their citizens to take sides in the widespread international debate about the relationship between Israel and Palestine. This is a lesson all public servants should remember when considering Anti-BDS measures around the country.

Een advocaat van ACLU liet zich in vergelijkbare termen uit. Hij noemt de uitspraak ‘een veelbetekenende boodschap’ voor alle staten en het Amerikaanse Congres: wie het recht van Amerikanen om te boycotten probeert te onderdrukken, ‘staat duidelijk aan de verkeerde kant van de Grondwet’:

Whatever their views on the BDS movement, members of Congress and state legislators should heed this strong message from the courts: The right to boycott is alive and well in the United States and any attempt to suppress it puts you squarely on the wrong side of the Constitution.

Three down, 24 to go

Na Arizona en Kansas is Texas de derde Amerikaanse staat waar een rechter een streep zet door anti-BDS-wetgeving. In al deze gevallen oordeelde de rechter dat de wetgeving in strijd was met de Grondwet. In Arkansas en Maryland vechten ACLU en CAIR anti-BDS-wetten gerechtelijk aan. CAIR kondigde aan hetzelfde te gaan doen in de overige van de 27 Amerikaanse staten die anti-BDS-wetgeving hebben aangenomen: Three down, 24 to go.

Afgelopen maand was Mississippi de 27e staat waar zo’n wet – de Israel Support Act of 2019 – in werking trad. Gouverneur Phil Bryant, een Republikein, zette zijn handtekening onder de wet met de woorden: ‘Mississippi stands with Israel.’

Federale wetgeving

Ook op nationaal niveau is de ‘Oorlog tegen BDS’, zoals de verbeten strijd tegen de BDS-beweging in de VS en Israël wordt genoemd, volop gaande. In het Amerikaanse Congres liggen meerdere wetsvoorstellen op tafel die de ‘oorlog’ op federaal niveau inhoud moeten geven.

Op 5 februari van dit jaar nam de Senaat de ‘Combating BDS Act of 2019’ aan, die kortgezegd de rechtmatigheid van de anti-BDS-wetten van lagere overheden bevestigt, en verklaart dat daarvoor geen federale hinderpalen bestaan. Eerdere pogingen het wetsvoorstel door het Congres te krijgen mislukten. Om die reden werd het nu ingediend als onderdeel van een veel breder voorstel, de ‘Strengthening America’s Security in the Middle East Act’. Het voorstel is scherp bekritiseerd door de ACLU en ligt nu in het Huis van Afgevaardigden; of het daar een meerderheid krijgt is nog maar de vraag.

Daarnaast werd in maart een wetsvoorstel geïntroduceerd in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden dat is gericht tegen de BDS-beweging en ‘de delegitimering van de staat Israël’. In het voorstel wordt onder andere gesteld dat de BDS-beweging een ‘onderhandelde oplossing voor het Israëlisch-Palestijnse conflict ondermijnt’, en wordt de regering opgeroepen tot intensivering van Amerikaans-Israëlische wetenschappelijke en technologische samenwerking als ‘tegenwicht voor BDS-acties’. In een doortimmerde kritiek riep de US Campaign for Palestinian Rights de Congresleden op het voorstel niet te steunen.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy