Het Israëlische parlement sprak zich opnieuw uit tegen een Palestijnse staat en de tweestatenoplossing, de internationaal gekoesterde formule voor vrede. Een reactie van onze regering bleef uit. Intussen zorgde Geert Wilders voor een diplomatieke rel met Jordanië.
Israël verzet zich met hand en tand tegen de vestiging van een Palestijnse staat in de door Israël bezette gebieden: de Westelijke Jordaanoever, Gaza en Oost-Jeruzalem. Afgelopen week nam het Israëlische parlement – de Knesset – met overweldigende meerderheid een motie aan die een Palestijnse staat afwijst.
De motie werd aangenomen met 68 stemmen voor en slechts negen tegen. Naast de extreemrechtse partijen die de regering vormen stemde ook de oppositiepartij van ex-legerleider Benny Gantz voor de motie. Gantz wordt in het Westen ten onrechte beschouwd als een enigszins verlichte geest, net als Yair Lapid, wiens partij Yesh Atid de zaal verliet om niet mee te hoeven stemmen. De tegenstemmen kwamen van Palestijnse partijen.
De Knesset sprak zich afgelopen februari ook al in grote meerderheid uit tegen een Palestijnse staat. Toen ging het om afwijzing van ‘unilaterale [eenzijdige] internationale erkenning van een Palestijnse staat’. Op initiatief van premier Benjamin Netanyahu benadrukten achtereenvolgens het kabinet en de Knesset dat een Palestijnse staat en internationale erkenning daarvan alleen de uitkomst mocht zijn van onderhandelingen tussen de Palestijnse Autoriteit en Israël.
Ditmaal ging het parlement nog verder: het keerde zich principieel tegen een Palestijnse staat, ook als die de uitkomst van onderhandelingen zou zijn. Daarmee wijst Israël ook de tweestatenoplossing af, de vredesformule van ‘twee soevereine staten, Israël en Palestina, zij en zij langs de grenzen van vóór juni 1967’ die unanieme internationale steun geniet.
Volgens de motie zou een Palestijnse staat ‘een existentieel gevaar vormen voor Israël en zijn burgers, en ook het Israëlisch-Palestijnse conflict in stand houden en de regio destabiliseren’. In het debat over de motie werden de Palestijnen door Israëlische politici uitgemaakt voor (potentiële) terroristen. Minister van Financiën (en tweede minister van Defensie) Bezalel Smotrich ontkende zelfs openlijk het bestaan van ‘zoiets als het Palestijnse volk’.
De motie is een schoolvoorbeeld van projectie: in werkelijkheid is het Israël dat een existentieel gevaar vormt voor de Palestijnen, en met zijn al 57 jaar durende illegale bezetting en kolonisering van Palestijns gebied het conflict in stand houdt en de regio destabiliseert.
De motie is geen verrassing voor wie de Israëlische politiek de afgelopen decennia heeft gevolgd. Israëlische politici bewezen lippendienst aan de tweestatenoplossing om de internationale gemeenschap niet tegen zich in het harnas te jagen, maar stelden in de praktijk alles in het werk om die oplossing onmogelijk te maken. De vestiging van inmiddels driekwart miljoen Israëlische burgers in enkele honderden illegale kolonies – ‘nederzettingen’ en ‘buitenposten’ – op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem heeft ieder perspectief op de voorziene ‘aaneengesloten en levensvatbare Palestijnse staat’ de kop ingedrukt.
Zonder een spoor van gêne voeren de politici in hun motie de bezette Westoever op als ‘het hart van het Land Israël’, zoals zij Oost-Jeruzalem propageren als deel van ‘onze eeuwige en ondeelbare hoofdstad Jeruzalem’. Premier Netanyahu heeft de gewoonte persoonlijk de eer op te eisen voor het saboteren van de tweestatenoplossing. Eerder dit jaar zei hij:
Iedereen weet dat ik degene ben die decennialang de stichting van een Palestijnse staat, die ons bestaan in gevaar zou brengen, heeft geblokkeerd.
Israël streeft naar verduurzaming van de feitelijk bestaande éénstaatoplossing: één staat Israël, from the river to the sea. Binnen die staat hebben Joden en niet-Joden geen gelijke rechten: afhankelijk van hun woonplaats zijn Palestijnen tweede-, derde- of vierderangsburgers, en in de bezette gebieden dienen zij zich tot in de eeuwigheid het Israëlische regime van militaire onderdrukking, landdiefstal en apartheid te laten welgevallen.
Maar niet alleen Israël, ook de internationale gemeenschap draagt verantwoordelijkheid voor de ondergang van de tweestatenoplossing. Terwijl Israël het aantal kolonisten in bezet Palestijns gebied onder ieders ogen bleef opvoeren, bleef die gemeenschap de tweestatenoplossing als ‘enige mogelijke oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict’ propageren alsof er niets aan de hand was. De Europese Unie (EU) en de Nederlandse regering bleken meesters in het negeren van waarschuwingen dat Israël onomkeerbare facts on the ground schiep, en van oproepen dat sancties geboden waren om het onheil te stoppen.
Europese en Nederlandse bewindslieden uitten hooguit een enkele keer hun ‘bezorgdheid’, iets waarvan Israël zich nooit wat aantrok. Zelfs een voor de hand liggend verbod op economische samenwerking met de illegale Israëlische kolonies gaat Den Haag en Brussel tot de dag van vandaag te ver. De Nederlandse regering zwoer bij een zogenoemd ‘ontmoedigingsbeleid’; daarmee werden economische relaties met de kolonies op papier ‘ontmoedigd’, terwijl ze in werkelijkheid werden gedoogd of zelfs gestimuleerd. Ambtelijke waarschuwingen dat dit beleid juridische gevolgen zou kunnen krijgen werden genegeerd.
Af en toe trokken Nederlandse politici stoer een ‘rode lijn’ die Israël niet mocht passeren zonder maatregelen over zich af te roepen. Pieter Omtzigt deed dat bijvoorbeeld in juni 2013, als buitenlandwoordvoerder van het CDA. En in juni 2016 nam de Tweede Kamer de door CDA, PvdA en D66 ingediende motie-Servaes aan. Daarin werd de regering opgeroepen om concrete maatregelen te nemen wanneer partijen afzagen van constructieve deelname aan vredesbesprekingen en ondermijnend beleid bleven voeren. Maar in de praktijk mocht Israël alle rode lijnen overschrijden alsof ze niet bestonden.
Even kenmerkend voor de opstelling van Nederland is dat het tot de dag van vandaag weigert de staat Palestina te erkennen. Van de gewenste twee staten erkent het er slechts één: Israël.
De internationale reacties op de Israëlische motie zijn meer van hetzelfde. VN-chef António Guterres sprak zijn ongenoegen uit en herhaalde de holle mantra dat de tweestatenoplossing de enige route naar een duurzame vrede is. In een verklaring van buitenlandchef Josep Borrell deed de EU hetzelfde en voegde daaraan toe zich actief voor de tweestatenoplossing te zullen blijven inzetten – wat die inzet concreet inhoudt en waarom die ditmaal succesvol zou zijn bleef zoals gewoonlijk in het midden. Hongarije distantieerde zich van de verklaring en voorkwam zo dat de EU met één mond sprak.
De Nederlandse regering onthield zich van iedere reactie en deed haar best de tweestaten-illusie in stand te houden. Nog geen dag nadat de Knesset de fatale motie had aangenomen schreef kersvers minister Caspar Veldkamp van Buitenlandse Zaken (NSC) op X dat hij met de Palestijnse premier Mohammad Mustafa ‘de weg naar een tweestatenoplossing’ had besproken. Aan de Israëlische motie wijdde hij geen woord.
Hopelijk vraagt een Kamerlid Veldkamp hoe die ‘weg’ eruitziet. Zou de nieuwe regering werkelijk een plan hebben om de tweestatenoplossing alsnog te realiseren? Natuurlijk niet. Net als in het geval van zijn voorgangers zijn Veldkamps woorden hol, en bedoeld om te maskeren dat de regering geen vinger zal uitsteken om Israëls illegale koloniale bezetting te beëindigen – de Palestijnen kunnen na 57 jaar best nog wat langer onder bezetting leven, is het Nederlandse standpunt. Premier Dick Schoof maakte onlangs bekend dat van sancties tegen Israël geen sprake zal zijn: ‘Sancties tegen Israël zijn niet effectief en worden niet als de weg vooruit gezien.’
PVV-leider Geert Wilders, een geboren tegenstander van de tweestatenoplossing, greep de Israëlische motie aan om de Palestijnen en de Jordaniërs tegen zich in het harnas te jagen. In een tweet noemde hij de motie ‘historisch’. Hij voegde daaraan toe: ‘De geschiedenis leert ons dat de enige echte Palestijnse staat Jordanië is.’
Net als de overgrote meerderheid van de Israëlische politici is Wilders pleitbezorger van de éénstaatoplossing: één staat Israël, from the river to the sea, gekenmerkt door een apartheidsregime. Hoe meer illegale Israëlische kolonies in bezet gebied hoe beter, betoogt hij, en Palestijnen die dat niet bevalt moeten maar naar Jordanië vertrekken, het land dat sinds 1947 enorme aantallen Palestijnse vluchtelingen heeft opgevangen.
Afgelopen november brachten soortgelijke uitspraken hem in aanvaring met de Palestijnse Autoriteit, Jordanië en andere Arabische staten, en ditmaal riep Jordanië de Nederlandse ambassadeur op het matje. Die kreeg een protestbrief overhandigd waarin de ‘opruiende’, ‘racistische’ en ‘tegen het internationaal recht ingaande’ uitspraak van Wilders werd gehekeld. De laatste gooide op X olie op het vuur met de opmerking: ‘De historische waarheid blijft dat Jordanië Palestina is’.
Minister Veldkamp zag zich genoodzaakt zijn Jordaanse collega te bellen om de schade te beperken, zoals zijn voorgangster Hanke Bruins Slot dat in november ook had moeten doen. Veldkamp benadrukte dat Nederland de soevereiniteit van Jordanië respecteert. Tegen de Nederlandse pers zei hij dat het kabinet, met zijn uitgebreide PVV-smaldeel, de tweestatenoplossing nastreeft, maar dat het Wilders vrij staat zijn eigen opvattingen uit te dragen.