Israël heeft vrijdag met grof geweld gereageerd op de Palestijnse protestmarsen die in het kader van de Dag van het Land plaatsvonden. In Gaza vielen 16 doden en 1416 gewonden. Ook op de Westelijke Jordaanoever raakten Palestijnen gewond.
Vrijdag gebeurde waar iedereen bang voor was: Israëlische troepen aan de grens met de Gazastrook openden het vuur op de Palestijnse ‘Grote Mars van Terugkeer’, waaraan volgens het Israëlische nieuwsmedium Haaretz (€) 30 duizend burgers deelnamen. Daarbij vielen tenminste 16 doden en raakten 1416 Palestijnen gewond. Aan Israëlische zijde werden geen doden of gewonden gemeld.
Op vijf plaatsen langs de grens tussen de Palestijnse Gazastrook en Israël vonden vrijdag protestmarsen plaats waarbij het tot confrontaties kwam met massaal aanwezige Israëlische troepen. Maar liefst 906 Palestijnen werden behandeld aan schotwonden – een indicatie voor het feit dat de door Israël gemobiliseerde sluipschutters op grote schaal gericht op Palestijnse burgers hebben geschoten.
Ook op de Westelijke Jordaanoever werden protestmarsen door Israëlische bezettingstroepen met geweld tegemoet getreden, waaronder in Budrus, Al-Nabi Salih, Dayr Nitham, Bil’in, Qusra en Al-Khalil (Hebron).
De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Antonio Guterres, heeft opgeroepen tot een onafhankelijk onderzoek naar het Israëlische geweld. Naar verluidt komt de VN Veiligheidsraad in spoedzitting bijeen.
Israël had aangekondigd te zullen schieten op Palestijnen die vanuit de Gazastrook zouden trachten ‘de grens te passeren’. Aan de Palestijnse kant van de grens heeft Israël een bufferzone van driehonderd meter uitgeroepen, waarbinnen op iedere Palestijn wordt geschoten. De praktijk wijst echter uit dat ook op Palestijnen buiten de bufferzone wordt geschoten.
De eerste dode van vrijdag had niets met de protestmarsen te maken. In alle vroegte schoot Israël in de Gazastrook met een tank op een groep Palestijnse boeren die hun land bewerkten in het dorp Al-Qarara, ten oosten van de stad Khan Yunis. Daarbij werd de 27-jarige Umar Wahid Samur gedood; een collega raakte zwaar gewond.
Een Israëlische militaire woordvoerder erkende de fatale schietpartij, maar claimde dat de boeren zich ‘verdacht’ gedroegen. Op 3 maart werd op vrijwel dezelfde plek een Palestijnse boer tijdens het bewerken van zijn land door een Israëlische sluipschutter in de rug geschoten; ook hij zou zich ‘verdacht’ hebben gedragen.
Ook het met tanks schieten op burgers is geen nieuw fenomeen. Op 17 februari werden twee 17-jarige Palestijnen door een Israëlische tank doodgeschoten omdat zij ‘op weg naar de grens’ zouden zijn geweest.
De Grote Mars van Terugkeer vormde de aftrap van een serie marsen en andere vormen van actie – waaronder het opzetten van een aantal tentenkampen –, die de aandacht moeten vestigen op het erkende Palestijnse recht van terugkeer. Wij beschreven de betekenis van de marsen in een uitgebreid artikel. De acties houden in elk geval aan tot 15 mei, de zeventigste jaarlijkse gedenkdag van de Nakba, de verdrijving van 750 duizend Palestijnen door zionistische milities tussen eind 1947 en begin 1949.
De keuze voor vrijdag als startdatum van de Palestijnse acties heeft een reden: 30 maart is de Palestijnse Dag van het Land, die zijn oorsprong heeft in gebeurtenissen die zich op 30 maart 1976 afspeelden. Toen werd door Israël met bruut geweld gereageerd op Palestijnse protesten tegen de grootschalige confiscatie van Palestijns land in de noordelijke streek Galilea (Al-Jalil). Daarbij vielen zes doden en honderd gewonden.
De Dag van het Land heeft grote betekenis voor de Palestijnen. Hij symboliseert de gehechtheid van de in hoge mate agrarische Palestijnse gemeenschap aan haar land, en de strijd tegen de voortdurende confiscatie van dat land door Israël. De datum heeft ook betekenis voor de solidariteit tussen de verschillende Palestijnse groepen – in Israël, Palestina en de diaspora – die vanaf 1976 vorm kreeg.
Tot vrijdag kwamen in 2018 in Gaza zes Palestijnen door Israëlisch geweld om het leven; vrijdag liep dat aantal op tot 22. Op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem kwamen dit jaar 13 Palestijnen om het leven. In totaal vielen dit jaar 35 Palestijnse doden in 89 dagen. Alom wordt gevreesd dat dit aantal de komende dagen en weken verder zal oplopen.