Israël beklaagt zich over te weinig aandacht van de VN voor het seksuele geweld van Hamas op 7 oktober, meldden het NOS Journaal en veel andere media. Zij verzuimden erbij te zeggen dat die aandacht er wel degelijk is en dat juist Israël VN-onderzoek naar het geweld saboteert.
Heeft de VN te weinig oog voor seksueel geweld van Hamas-strijders tijdens hun uiterst gewelddadige inval in Zuid-Israël op 7 oktober vorig jaar? Nou en of, beweren Israëlische politici, diplomaten, organisaties en media in koor. Zij beschuldigen de VN ervan het geweld te negeren in plaats van te veroordelen. Vooral VN-vrouwenorganisaties krijgen ervan langs. De beschuldigingen zijn onterecht, maar grote media blijven ze kritiekloos een podium bieden. Zo ook het NOS Journaal.
Al op 19 november lieten vooraanstaande vrouwelijke Israëlische diplomaten en wetenschappers tegenover FOX News niets heel van de VN vanwege wat zij noemden ‘de oorverdovende stilte’ over het Hamas-geweld en het lot van de slachtoffers. Oproepen tot onderzoek en medeleven zouden aan dovemansoren zijn besteed en bewijsmateriaal zou worden genegeerd. Organen als UN Women, de belangrijkste VN-organisatie voor vrouwenrechten en gendergelijkheid, hadden alleen oog voor het lijden van Palestijnse vrouwen in Gaza, heette het. ‘Israëlische vrouwen voelen zich het slachtoffer van collectieve internationale ontkenning.’
Kort daarop beschuldigde Michal Herzog, echtgenote van de Israëlische president Isaac Herzog, UN Women ervan ‘geen woord van veroordeling’ aan het seksuele geweld te hebben besteed. In een ingezonden stuk in Newsweek hekelde zij ‘het onvoorstelbare en onvergeeflijke zwijgen’ waarmee de organisatie ‘de Israëlische vrouwen, en álle vrouwen, op dit kritieke moment in de steek heeft gelaten’.
Begin december herhaalde Israëls ambassadeur bij de VN, Gilad Erdan, de beschuldigingen tegenover Amerikaanse media: ‘Israëlische vrouwen worden niet als vrouwen beschouwd, hun verkrachting niet als verkrachting.’ Opmerkelijk genoeg waren juist op dat moment drie Israëli’s die nauw bij het leed van 7 oktober betrokken waren in New York om door de VN te worden gehoord. Een dag later haalde Israëls premier Benjamin Netanyahu uit naar de VN: ‘Where the hell are you?’
Twee maanden later zijn de beschuldigingen nog niet verstomd. Op 19 januari besteedde ook het NOS Journaal er aandacht aan, in de vorm van een reportage over het populairste satirische tv-programma van Israël. Dat brengt de nationale verontwaardiging regelmatig tot uiting in sketches waarin ‘het meten met twee maten’ door de buitenwereld wordt gehekeld.
In de reportage vertelden de makers en ook enkele kijkers ‘woedend’ te zijn. In hun ogen is de internationale gemeenschap ‘oneerlijk en hypocriet’ door wél forse kritiek te leveren op de militaire campagne waarmee Israël al maanden dood en verderf zaait in Gaza, maar het seksuele geweld van Hamas op 7 oktober weg te moffelen. De VN is opnieuw de voornaamste gebeten hond.
Dankzij de berichtgeving van deze en veel andere media kreeg het verhaal over een ongeïnteresseerde buitenwereld een enorm bereik. Nog steeds bieden media klagers een podium, en laten zij na te melden dat de beschuldigingen kant noch wal raken. Zowel binnen als buiten de VN is het geweld van Hamas namelijk vanaf het eerste moment scherp veroordeeld en wordt er wel degelijk onderzoek naar gedaan. Het is juist Israël dat het VN-onderzoek dwarsboomt. Dat kan, ook op het Mediapark in Hilversum, geen nieuwsredactie zijn ontgaan.
Op 25 oktober veroordeelde topvrouw Sima Bahous van UN Women in haar jaarlijkse toespraak tot de VN-Veiligheidsraad de ‘gruwelijke aanval van Hamas’ en het ‘geweld tegen vrouwen en meisjes, inclusief seksueel geweld’. Ze pleitte voor ‘onvoorwaardelijke vrijlating van de Israëlische gijzelaars, onder wie veel vrouwen’, en het ter verantwoording roepen van alle schenders van het internationaal recht en de mensenrechten. Bahous leverde ook harde kritiek op Israëls misdaden in Gaza, maar dat deed niets af aan haar scherpe afkeuring van de operatie van Hamas.
In twee navolgende verklaringen – op 1 december en 19 januari – verwoordden Bahous en UN Women hun kritiek op Hamas zo mogelijk nog scherper. In niet mis te verstane termen drongen zij aan op vervolging van de daders van seksueel geweld:
UN Women is gealarmeerd door de vele berichten over wreedheden en seksueel geweld tijdens de aanvallen [van Hamas]. Daarom hebben we opgeroepen om alle berichten van zulk geweld op en na 7 oktober effectief te onderzoeken en daders te vervolgen, waarbij de rechten van de slachtoffers centraal staan.
Zulk onderzoek was al op 7 oktober gestart. Het wordt verricht door de onafhankelijke internationale onderzoekscommissie voor Israël en de Palestijnse gebieden, die in 2021 is ingesteld door de VN-Mensenrechtenraad.
De commissie begon op 7 oktober direct met het verzamelen van ‘bewijsmateriaal voor oorlogsmisdrijven, begaan door Hamas en andere Palestijnse groeperingen, alsmede door Israëlische veiligheidstroepen’, zo verklaarde zij in een schriftelijke verklaring van 10 oktober en een persconferentie op 25 oktober. In beide gevallen riep ze ook op tot directe en onvoorwaardelijke vrijlating van de gijzelaars.
Op 20 oktober deed de commissie bovendien een expliciete oproep aan alle betrokkenen om informatie over misdaden – waaronder ‘seksueel en gender-gerelateerd geweld’ – en over mogelijke daders en verantwoordelijken te delen. Eind november volgde een tweede oproep, specifiek gericht op informatie over ‘gender-gerelateerde misdaden op en na 7 oktober 2023, met name moord, gijzeling, verkrachting en andere vormen van seksueel geweld’.
Bovendien zocht de commissie per brief en e-mail contact met Israëlische medici die betrokken zijn bij de behandeling van slachtoffers van Hamas en andere Palestijnse groeperingen. De commissie nodigde hen uit relevante informatie door te geven, schriftelijk of door middel van interviews.
De bevindingen van de driekoppige commissie, die steunt op een team van 18 medewerkers en nauw samenwerkt met UN Women, zullen in juni worden gepresenteerd aan de VN-Mensenrechtenraad, en in oktober aan de Algemene Vergadering van de VN. Alle informatie die wijst op mogelijke oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid wordt bovendien doorgegeven aan het Internationaal Strafhof in Den Haag. Dat stelde op 3 maart 2021 een officieel onderzoek naar Palestijnse en Israëlische misdaden in, en bevestigde begin januari dat het ‘vermeende gender-gerelateerde misdaden van 7 oktober en later’ in onderzoek heeft.
Niets van dit alles haalde de berichtgeving van FOX, Newsweek en de NOS. Onvermeld bleef ook dat uitgerekend de Israëlische regering alles in het werk stelde om het VN-onderzoek te saboteren.
Op 30 november maakte persbureau Reuters melding van de tegenwerking door Israël, dat de VN-commissie beschuldigde van ‘vooroordelen’. Het herhaalde wat het al sinds 2021 zegt, namelijk dat het nooit met de ‘discriminerende’ commissie zal samenwerken. Het stelde dat ‘Israëlische slachtoffers nooit gerechtigheid zullen krijgen van deze onderzoekscommissie’. Verzoeken van de commissie om onderzoekers tot Israël toe te laten waren afgewezen.
Op 10 december beschuldigde Israëls VN-ambassadeur, de eerdergenoemde Gilad Erdan, de commissie van onder andere ‘antisemitisme’ en ‘onrechtmatige activiteiten’. Volgens hem ‘kun je net zo goed Yahya Sinwar, de baas van Hamas in Gaza, zijn eigen misdaden laten onderzoeken’.
Op 16 januari, drie dagen voor de NOS-reportage, schreef The Times of Israel dat Israëls ministerie voor Volksgezondheid de medische sector had geïnstrueerd geen informatie met de VN-commissie te delen. De commissie zou ‘anti-Israël zijn’. Het ministerie van Justitie schaarde zich achter de instructie, en volgens het ministerie voor Buitenlandse Zaken was de VN-commissie ‘anti-Israël en antisemitisch’. De commissieleden zouden allen ‘beruchte antisemieten’ zijn.
De VN-commissie was niet het enige VN-orgaan dat door Israël in de wielen werd gereden. Op 6 december maakte Volker Turk, Hoge VN-Commissaris voor de Mensenrechten, tijdens een persconferentie bekend dat hij een eigen onderzoeksteam had samengesteld. ‘Gruwelijke vormen van seksueel geweld moeten grondig worden onderzocht, en we moeten ervoor zorgen dat gerechtigheid geschiedt’, stelde hij. ‘Dat zijn we de slachtoffers verschuldigd.’
Maar herhaalde verzoeken aan Israël om zijn onderzoekers tot het land toe te laten waren volgens Turk onbeantwoord gebleven. Wekenlang had hij de Israëlische autoriteiten vergeefs om toestemming gevraagd. ‘We zullen andere manieren moeten vinden om te kunnen praten met de mensen die we moeten spreken’, stelde Turk op 6 december naar aanleiding van de oorverdovende stilte uit Israël.
De grote vraag is waarom media als het NOS Journaal ons een vals beeld voorspiegelen. Waarom doen zij voorkomen of de wereld, en de VN in het bijzonder, Israëlische slachtoffers van seksueel geweld in de kou laat staan, terwijl het in zekere zin juist Israël is dat hen in de steek laat door VN-onderzoekers op allerlei manieren tegen te werken? Van de nieuwsredactie van de NOS mag worden verwacht dat zij secuur nagaat hoe de misleidende reportage tot stand is gekomen, en daarover publiekelijk verantwoording aflegt.
Wat de kwestie extra pijnlijk maakt is dat het gruwelijke geweld van Hamas op 7 oktober van meet af aan voor propagandadoeleinden is misbruikt. Alsof het niet erg genoeg was werden er onjuiste verhalen over verspreid. Talloze media, zowel in Israël als daarbuiten, gingen daar gewillig in mee, of vormden zelfs de bron van de propaganda. Voorbeelden zijn de verhalen over de ‘40 onthoofde baby’s’, de baby die in een brandende oven zou zijn gedood, en de brute moord op een zwangere vrouw en haar ongeboren kind.
Ook deed al snel de stellige bewering de ronde dat Hamas massaverkrachting planmatig als wapen had ingezet. Uit voortgaand onderzoek is echter gebleken dat nieuwsverhalen daarover regelmatig slecht waren onderbouwd of op valse getuigenissen berustten. Voorbeelden die ook op de eigen redacties tot opschudding leidden, en waarvan bij kritische beschouwing bitter weinig overbleef, zijn artikelen in The New York Times en The Guardian.
Het lijdt geen enkele twijfel dat er op 7 oktober grof seksueel geweld tegen Israëlische vrouwen is gebruikt. Maar niemand is gebaat bij het verspreiden van verhalen die later niet waar blijken te zijn, ook de slachtoffers niet. Juist ten behoeve van hen is het van wezenlijk belang dat er secuur onderzoek plaatsvindt, zodat daders kunnen worden geïdentificeerd en bestraft.
De media en personen die de ongefundeerde gruwelverhalen in omloop brachten en bleven herhalen waren deels dezelfde die de claim van de harteloze, wegkijkende VN rondpompten. Onder hen Gilad Erdan en Israëlische bewindslieden en politici. Ook medewerkers van het Israëlische ZAKA speelden volgens Israëlische en andere bronnen een kwalijke rol. Deze ultraorthodoxe ngo, die zich na 7 oktober zoals vaker belastte met het verzamelen van de lichamen van vermoorde Israëli’s, genoot al een bedenkelijke reputatie, en kampt tegenwoordig met hoge schulden. Meerdere medewerkers zouden ten behoeve van een fondswervingscampagne valse informatie hebben verspreid.
Een onderwerp dat nadrukkelijk om aandacht van de NOS en andere media vraagt, maar om onduidelijke redenen wordt gemeden, is de vraag waar de hetze tegen de VN vandaan komt. Wat beweegt een groot deel van de Israëlische samenleving – van Netanyahu en de presidentsvrouw tot maatschappelijke organisaties en een satirisch tv-programma – om net te doen of de VN niets van het Israëlische leed wil weten, en om de volkerenorganisatie luidruchtig te vervloeken?
Feit is dat binnen de Israëlische politiek en samenleving een diepgeworteld anti-VN-sentiment heerst. Of het nu om de Veiligheidsraad, de Algemene Vergadering, de Mensenrechtenraad, het Internationaal Gerechtshof, de Hoge VN-Commissaris voor de Mensenrechten of organen als UNESCO en UNRWA gaat, ze worden zonder uitzondering met wantrouwen bejegend. En zodra ze geen blijk geven van onvoorwaardelijke loyaliteit aan Israël worden ze onbarmhartig verketterd: dan heten ze anti-Israël, antisemitisch en supporters van terrorisme te zijn.
Vandaar dat ditmaal UN Women het moest ontgelden. Dat heeft zich weliswaar uiterst kritisch over het geweld van Hamas uitgelaten, maar even kritisch over het grootschalige Israëlische geweld in Gaza, dat in hoge mate vrouwen en kinderen treft. Vandaar dat ook de VN-onderzoekscommissie onder vuur werd genomen. Die onderzoekt weliswaar het seksuele geweld tegen Israëlische vrouwen en veroordeelde de misdaden van zowel Israël als Hamas, maar documenteert ook jaarlijks de gevolgen voor de Palestijnen van de Israëlische overheersing, en geldt alleen al daarom als extreem vijandig. De Hoge VN-Commissaris voor de Mensenrechten en zijn medewerkers kregen vanwege hun ‘anti-Israëlische’ kritiek op Israëls gebrek aan respect voor de mensenrechten in 2020 een inreisverbod opgelegd.
In een eerder artikel beschreven we hoe Israëlische politici en diplomaten zich na 7 oktober ook agressief tegen VN-chef António Guterres keerden. Die merkte op 24 oktober terecht op dat de aanval van Hamas ‘niet in een vacuüm plaatsvond’, een feitelijke vaststelling die hem duur kwam te staan. Guterres werd beschuldigd van het verspreiden van een ‘vals narratief dat de VN al jaren probeert op te dringen’, van antisemitisme en van het tonen van begrip, mededogen en rechtvaardiging voor ‘de campagne van massamoord van de nazi-Hamas-terroristen tegen de burgers van Israël en het Joodse volk’. Die campagne zou niets anders zijn dan ‘een moderne Holocaust’. De Israëlische regering eiste het aftreden van Guterres.
Als vergeldingsmaatregel maakte Israël direct bekend geen VN-medewerkers meer tot het land toe te laten. ‘Het is tijd ze een lesje te leren’, stelde Gilad Erdan. Op 31 oktober droegen hij en zijn medewerkers tijdens een zitting van de Veiligheidsraad een gele Jodenster met de tekst ‘Never again’. ‘Wij dragen deze ster met trots’, zei hij. ‘En dat zullen we blijven doen tot jullie de wreedheden van Hamas veroordelen.’
Ook nadien liet Israël geen gelegenheid voorbijgaan om de VN in de beklaagdenbank te plaatsen vanwege het ‘heulen met de Hamas-nazi’s’. Tijdens een bijeenkomst van de Algemene Vergadering op 9 januari stelde Erdan:
De VN, een organisatie die zwijgt wanneer baby’s worden gegijzeld en vrouwen wreed worden verkracht, is een handlanger van terroristen geworden. En als de VN een handlanger van terroristen is, heeft ze geen bestaansrecht.
In ons eerdere artikel lieten we zien dat de campagne tegen de VN onderdeel is van een veel breder patroon. Niet alleen de VN, maar iedereen die Israëls wrede Palestinapolitiek iets in de weg legt krijgt te maken met uitzinnige beschuldigingen, en geregeld ook met boycotmaatregelen. Het Internationaal Strafhof, Amnesty International, Human Rights Watch en bedrijven als Ben & Jerry’s behoorden tot de voorbeelden die we beschreven.
Het is uitermate wrang, schreven we ook, dat uitgerekend Israël het antisemitisme en de Holocaust exploiteert om zijn misdaden te legitimeren en critici daarvan te intimideren. Die handelwijze is op zichzelf antisemitisch, terwijl het bagatelliseren van de Holocaust in tal van landen, waaronder Nederland en nota bene ook Israël, strafbaar is. Je zou zeggen dat juist dit even relevante als pijnlijke gegeven voor de NOS en andere media aandacht waard is.
Tot veler verrassing bracht eind januari, bijna vier maanden na de gewelddadige aanval van Hamas, een afgevaardigde van VN-chef Guterres een bezoek aan Israël. Pramilla Patten, Speciaal Afgevaardigde voor Seksueel Geweld in Conflicten, was uitgenodigd door de Israëlische regering, maakte de VN op 24 januari bekend. Het heeft er alle schijn van dat het bezoek van Patten door de VN is geopperd om een uitweg te vinden uit de explosieve verhouding met Israël, die onafhankelijk onderzoek naar het geweld van 7 oktober onmogelijk maakt.
Patten en haar team hebben geen mandaat om onderzoek te doen, benadrukte de VN, maar haar bezoek stond wel in het teken van het verzamelen van informatie en het ontmoeten van slachtoffers en andere belanghebbenden. Na aankomst in Israël, en een ontmoeting met president Herzog en zijn vrouw, riep Patten slachtoffers op naar voren te komen:
Verbreek alsjeblieft jullie zwijgen, want dat zwijgen is een vrijbrief voor de daders. Mijn team en ik zijn hier een week om jullie te ontmoeten en in alle veiligheid en vertrouwelijkheid naar jullie te luisteren. We willen ervoor zorgen dat jullie gerechtigheid krijgen.
Israëls ministerie voor Buitenlandse Zaken gaf op 6 februari in een persbericht een overzicht van alle ontmoetingen die Patten in de voorbije week had gehad. Patten zal nu verslag uitbrengen aan António Guterres en de Veiligheidsraad. Half februari zal zij in New York een persconferentie houden, maakte de VN bekend.