De successen van de pro-Palestijnse BDS-beweging hebben Israël ertoe gebracht die de oorlog te verklaren. In Nederland bestrijdt de Israël-lobby BDS met leugens en laster. Onderstaand een bloemlezing en onze reactie daarop.
In februari nam het GroenLinks-congres een motie aan waarin BDS werd omschreven als ‘geoorloofd middel om de Palestijnen te helpen in hun strijd voor rechtvaardigheid’. De partij schaarde zich niet zelf achter de BDS-beweging, maar stelde slechts vast dat BDS een legitiem middel van verzet tegen onderdrukking is.
Die constatering bleek voor Israëls pleitbezorgers onverteerbaar. In een groot aantal artikelen werd GroenLinks aangevallen en zelfs beschuldigd van antisemitisme. Twee voorbeelden van deze campagne: ‘GroenLinks is er bruiner op geworden’, schreef journalist Hans Knoop. ‘GroenLinks-kringen: koop niet bij Joden’, schreef publicist Leon de Winter.
Een argeloze lezer zou de indruk kunnen krijgen dat GroenLinks in handen is gevallen van antisemitische fascisten, maar daar is uiteraard geen sprake van. Waar we getuige van zijn is een episode van de ‘oorlog tegen BDS’ – de wanhopige poging van Israël en zijn lobby om de wereldwijd groeiende solidariteit met de Palestijnen een halt toe te roepen.
Het artikel van Knoop is interessant omdat het de kernelementen bevat die de pro-Israël-lobby stelselmatig tegen de BDS-beweging in stelling brengt. Daarnaast is zijn artikel een schoolvoorbeeld van het structureel delegitimeren – het ontkennen of ontzeggen van rechten – van de Palestijnen dat in pro-Israël-kringen gangbaar is, en van het misbruik dat wordt gemaakt van het begrip ‘antisemitisme’.
Onderstaand gaan wij in op Knoops betoog. Afgelopen week publiceerden wij een artikel waarin wordt uitgelegd wat BDS inhoudt, wat de Palestijnen ermee beogen en waarom zij daarmee in hun recht staan.
Het artikel van Knoop is te lezen op de website van het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW). Voor het gemak plaatsen we hier een aantal kenmerkende alinea’s:
Is het legitiem om consumenten op te roepen producten uit een bepaald land te boycotten? Volgens mij is het antwoord ‘Ja’. Ook als we het met die oproep tot boycot niet eens zijn. Nederland heeft in het verleden tal van consumentenboycots gekend.
Het fenomeen is dus niet nieuw. Het grote verschil met BDS is echter dat noch het Comité Zuidelijk Afrika, noch het Angola Comité opriepen tot liquidatie van Zuid-Afrika of Portugal. De acties waren gericht tegen de apartheidspolitiek en het fascistische regiem in Lissabon.
In tal van toespraken van BDS-hotemetoten wordt van Israël geëist dat het zich terugtrekt achter de grenzen van 1948 (!) en dat het die grenzen wijd en ongeclausuleerd opent voor de ‘terugkeer’ van vier generaties zogenaamde Palestijnse vluchtelingen. Dat is een eufemisme voor de eis dat Israël zichzelf dient op te heffen en daarmee worden consumenten op het verkeerde been gezet.
In Britse supermarkten werden door BDS-activisten onlangs stickers op Israëlische producten geplakt die in ‘bezet gebied’ waren geproduceerd. Consumenten werd aangeraden die producten links te laten liggen uit solidariteit met het Palestijnse volk, dat nota bene voor een deel van de productie van die producten economisch afhankelijk is.
Consumenten worden dus door die propagandisten van de Palestijnse zaak simpelweg belazerd en te goeder trouw geacht mee te werken aan een antisemitische actie. Ja, antisemitisch! Het is de actievoerders begonnen om liquidatie van de staat Israël. Zij dragen die boodschap echter in verhuld taalgebruik uit.
Knoop stelt dat BDS in het geval van Zuid-Afrika en Angola een legitiem middel van verzet was. Vermoedelijk zal hij dat ook vinden van de inzet van BDS ter bestrijding van de Amerikaanse rassenpolitiek en de Britse kolonisering van India. In al die gevallen hielp BDS onderdrukte volken zich te verweren en uiteindelijk bevrijden.
Knoop maakt één uitzondering: de Palestijnen. Als die gebruik maken van BDS zou het hen daarbij niet gaan om het bestrijden van de Israëlische onderdrukking en het opeisen van hun rechten, maar om de ‘liquidatie van Israël’. Die redenering is bekend terrein. Knoop bedient zich van het klassieke argument waarmee koloniale en apartheidsregimes door de eeuwen heen hun superioriteit en privileges hebben verdedigd: als je de onderdrukten hun rechten toestaat, gaat het mis.
In zijn beoordeling van de Palestijnse BDS-oproep spelen voor Knoop Palestijnse rechten geen rol. Het gaat hem om de belangen van de Israëlische bezetter, tegen wie de Palestijnen zich met behulp van BDS juist trachten te beschermen. Knoop fantaseert over een toekomstige ‘liquidatie van Israël’, terwijl de BDS-oproep een reactie is op de vergevorderde liquidatie van Palestina door Israël.
Kenmerkend is dat hij, als hij het over de bezette Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem heeft, het begrip ‘bezet gebied’ tussen aanhalingstekens plaatst. Alsof daar niet al 52 jaar een bezettingsleger actief is. En alsof niet alle relevante organen van de VN op basis van het internationaal recht al die tijd spreken van ‘the Palestinian Territory occupied since 1967’. Elders in zijn stuk schrijft hij zelfs dat het om ‘betwist gebied’ gaat. Het is de lobby ten voeten uit: als het om de koloniale belangen van Israël gaat moeten niet alleen de rechten van de Palestijnen, maar ook het internationaal recht aan de kant.
Ronduit vilein is een andere door Knoop opgevoerde klassieker uit het lobby-repertoire, namelijk dat de BDS-oproep om producten uit de illegale Israëlische kolonies (’nederzettingen’) te boycotten ingaat tegen Palestijnse belangen. Duizenden Palestijnen verdienen daar immers hun brood, is dan de redenering. Israël laat de Palestijnen meeprofiteren van de kolonisering; de bezetter als weldoener.
Knoop gaat voorbij aan het feit dat de opbouw van een levensvatbare Palestijnse economie uitgesloten is zolang de bezetting voortduurt. Daardoor zijn Palestijnen gedwongen voor Israëlische opdrachtgevers in de kolonies te werken en zelfs om kinderen van school te halen om daar voor een appel en een ei te werkzaamheden te verrichten.
In 2013 becijferde de Wereldbank dat alleen al de restricties die Israël in het C-gebied (Area C) van de Westoever aan Palestijnen oplegt de Palestijnse schatkist jaarlijks ruim drie miljard euro kosten. Zonder die restricties zou het Palestijnse BNP liefst 35 procent hoger uitvallen, concludeerde de bank. Wie zich werkelijk bekommert om de mogelijkheden van Palestijnen om hun brood te verdienen maakt zich derhalve sterk voor realisering van hun rechten en beëindiging van de bezetting. Maar medeleven met Palestijnen bestaat voor Knoop en de Israël-lobby alleen als er een argument voor de illegale kolonisering van te maken valt.
De hoofdboodschap van Knoop is dat de BDS-beweging antisemitisch is. Die verdachtmaking is het voornaamste wapen van de Israël-lobby: wie opkomt voor Palestijnse rechten moet erop rekenen van antisemitisme te worden beschuldigd.
Knoop baseert zijn verdachtmaking op de eisen van de BDS-beweging. De eis dat Israël zich terugtrekt achter de grenzen van voor de Zesdaagse Oorlog van juni 1967 is, in combinatie met de eis dat Israël het recht van terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen respecteert, volgens hem niets anders dan een gerichte poging tot ‘liquidatie van Israël’. De Palestijnen claimen niet hun rechten, nee, ze hebben een complot gesmeed om ‘de staat Israël te liquideren’. Deze ontmaskering brengt Knoop tot het finale oordeel: BDS is antisemitisch.
Knoop gaat opnieuw volledig voorbij aan de rechten van de Palestijnen. Het Israël dat hij tegen ‘liquidatie’ wenst te beschermen is een staat die tot stand is gekomen door de ‘liquidatie’ van de Palestijnse samenleving: de verdrijving van circa 750 duizend Palestijnen in de jaren 1947-1949, gevolgd door nog eens zo’n 400 duizend in 1967. In afwachting van hun terugkeer, waarop zij krachtens VN-resolutie 194 uit 1948 expliciet het recht hebben, leven veel vluchtelingen en hun nazaten anno 2019 nog altijd in vluchtelingenkampen. De vluchtelingenpopulatie telt inmiddels 7,25 miljoen personen en is de grootste ter wereld.
Waar de Palestijnse vluchtelingen recht op hebben, en wat hun achtergrond is, beschreven wij in een overzichtsartikel en een speciaal dossier. Vaststaat dat het Palestijnse recht van terugkeer onvervreemdbaar is, ook voor nakomelingen van vluchtelingen, zoals dat geldt voor elk ander volk ter wereld. Israël heeft echter vanaf 1948 categorisch geweigerd hen naar hun woonplaatsen te laten terugkeren en hen te compenseren voor hun genaaste bezittingen. Knoop lijkt dat zo te willen houden, en wie pleit voor terugkeer van wat hij noemt de ‘zogenaamde vluchtelingen’ is volgens hem een antisemiet.
De stelling dat de BDS-beweging zich tegen joden zou keren is op niets gebaseerd. Integendeel, de 171 Palestijnse organisaties achter de BDS-oproep staan pal tegen elke vorm van racisme, waaronder antisemitisme. Als Knoop zich ook maar enigszins had ingelezen had hij dat geweten, en anders had de grote joodse steun voor de BDS-beweging hem tot dat inzicht kunnen brengen.
Knoops impliciete suggestie dat prominente joodse organisaties als Jewish Voice for Peace, IfNotNow en Een Ander Joods Geluid vanwege hun steun aan de BDS-oproep antisemitische intenties zouden koesteren, is even absurd als lasterlijk. De realiteit is dat grote delen van de internationale joodse gemeenschap niets op hebben met de huidige Israëlische apartheidsstaat, noch met de bezetting en kolonisering van Palestijns en Syrisch land. De joodse solidariteit met de Palestijnen is wijdverbreid, en raakt voor velen aan de kern van hun joods-zijn. Daar is niets antisemitisch aan.
Ook met zijn opmerking dat ‘zelfs de meest kritische linkse Israëlische actievoerder geen pleidooi voor de in fasen te voltrekken vernietiging van de Joodse staat zal houden’ slaat Knoop de plank mis. Weliswaar hebben veel Israëli’s die de BDS-beweging steunen Israël de rug toegekeerd, maar dat betekent niet dat ze er in Israël niet zijn. Knoop zou er goed aan doen de podcast over dit thema met Haaretz-journalist Gideon Levy nog eens te beluisteren.
Knoops schets van de BDS-beweging raakt kant noch wal. Evenmin biedt Knoop zicht op een alternatieve oplossing voor het onrecht waartegen de Palestijnse BDS-oproep is gericht. Hij bepleit slechts het voortbestaan van het huidige Israël, een staat zonder duidelijke grenzen die in ‘betwist gebied’ miljoenen rechteloze Palestijnen onderdrukt teneinde zijn joodse karakter niet te verliezen.
Hij gaat voorbij aan het feit dat Israël met die politiek aanstuurt op de zogenoemde éénstaatoplossing. Het heeft het ontstaan van een soevereine Palestijnse staat naast Israël, uitgangspunt van de Oslo-akkoorden en de ‘tweestatenoplossing’, feitelijk onmogelijk gemaakt en werkt toe naar annexatie van (delen van) de Westoever, een lot dat Palestijns Oost-Jeruzalem al eerder onderging. De facto is al lang sprake van één gemeenschappelijke staat, niet vanwege BDS-druk, maar als gevolg van Israëls agressieve koloniseringspolitiek. De resterende vraag is slechts of de inwoners daarvan gelijke rechten krijgen.
Hierbij moet worden aangetekend dat de BDS-beweging zich niet uitspreekt over grenzen of toekomstige staten. De beweging heeft het uitzichtloze ‘vredesproces’, de façade waarachter Israël de kolonisering van Palestijns gebied al die tijd voortzette, achter zich gelaten en richt zich op realisering van de rechten van de Palestijnen. ‘BDS gaat uit van het eenvoudige principe dat Palestijnen dezelfde rechten toekomen als de rest van de mensheid’, is in de BDS-oproep te lezen. In algemene zin spreekt de BDS-beweging zich uit voor een seculiere democratie met gelijke rechten voor alle inwoners.
Knoop concludeert dat de BDS-beweging met haar oproep tot een boycot van Israëlische producten ‘de argeloze consument simpelweg belazert’. Dat is een omkering van de werkelijkheid, waarin producten uit de illegale Israëlische kolonies in bezet Palestijns (en Syrisch) gebied onder het misleidende label ‘Made in Israel’ in de Nederlandse winkels worden verkocht. Met het aanschaffen van die producten leveren argeloze consumenten een bijdrage aan de schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten waarmee de bezetting en kolonisering gepaard gaan. Over ‘belazeren’ gesproken.
Het bedrog met zogenaamde ‘Israëlische’ producten (waaronder het misbruik van het EU-Israël Associatieverdrag) is goed gedocumenteerd. In februari publiceerde The Rights Forum een onderzoek naar de fraude met Israëlische wijnen. In maart bleek de HEMA zaken te doen met Teperberg 1870, een van de wijnproducenten die bij die fraude is betrokken. Eerder schreven wij over het gesjoemel door supermarkten met onder andere ‘Nederlandse dadels’.
De Nederlandse regering weigert hardnekkig paal en perk te stellen aan de import van producten uit de illegale ‘nederzettingen’. Zoals diezelfde regering, samen met de rest van de internationale gemeenschap, hardnekkig weigert maatregelen te treffen tegen Israëls illegale bezetting en kolonisering. De internationale gemeenschap geeft de Palestijnen al tientallen jaren te verstaan dat ze in het bevechten van het onrecht dat hen wordt aangedaan op zichzelf zijn aangewezen. Het ontstaan van de BDS-beweging is daar een direct gevolg van.