The Rights Forum dringt aan op verbod import uit nederzettingen

Nederland draagt bij aan de instandhouding en uitbreiding van de illegale Israëlische nederzettingen in bezet gebied. In een rapport roept The Rights Forum de Tweede Kamer op het recht te respecteren en alle banden met de nederzettingen te verbreken.

Hoewel de Nederlandse regering de Israëlische kolonisering van de bezette Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem in woord veroordeelt, draagt ze er in daad aan bij. Zo staat ze nog altijd toe dat producten uit de kolonies (‘nederzettingen’) in Nederland worden aangeboden, zelfs onder het misleidende etiket ‘Made in Israel’. Ook op andere manieren steunt Nederland het nederzettingenproject, dat door de Veiligheidsraad is veroordeeld als ‘een flagrante schending van het internationaal recht en een groot obstakel voor vrede’. Onder het oprichtingsstatuut van het Internationaal Strafhof (Statuut van Rome) geldt het koloniseringsproject als een oorlogsmisdaad.

In een nieuw rapport, getiteld VN-Veiligheidsraadresolutie 2334 en de consequenties voor Nederland, roept The Rights Forum Den Haag op de steun aan de nederzettingen te staken. In de brief waarmee het rapport onlangs werd aangeboden aan de Algemene Commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heet het: ‘Elke directe en indirecte bijdrage van Nederland aan de instandhouding en/of uitbreiding van de nederzettingen moet worden voorkomen.’

Nederland verzaakt verplichtingen

Uitgangspunt van het rapport is Veiligheidsraadresolutie 2334, die op 23 december 2016 met 14 stemmen voor en één onthouding (Verenigde Staten) werd aangenomen. Daarin eist de raad van Israël dat het alle nederzettingenactiviteiten staakt en het internationaal recht en de universele mensenrechten naleeft. Bijna twee jaar later moet worden geconcludeerd dat Israël die activiteiten juist heeft opgevoerd en alles in het werk stelt om de door de internationale gemeenschap nagestreefde tweestatenoplossing de nek om te draaien.

In de resolutie wordt ook de internationale gemeenschap nadrukkelijk gewezen op haar verplichtingen, in het bijzonder de staten die partij zijn bij de Vierde Conventie van Genève – en dat zijn vrijwel alle staten ter wereld. In het rapport zet The Rights Forum die verplichtingen op een rij.

Deze staten zijn niet alleen verplicht ervoor te zorgen dat zij op geen enkele wijze bijdragen aan het illegale nederzettingenproject, maar ook om dat actief te helpen voorkomen en bestrijden. Bovendien zijn zij verplicht ernstige schendingen van de conventie te onderzoeken en de schenders zo nodig te vervolgen. Nederland schiet op al deze vlakken tekort.

Ondermijning internationale rechtsorde

Ondanks een formeel Europees ‘differentiatiebeleid’ – waarin onderscheid wordt gemaakt tussen Israël en door Israël bezet gebied – en een Nederlands ‘ontmoedigingsbeleid’ – waarmee Nederlandse bedrijven wordt afgeraden relaties aan te gaan met bedrijven die actief zijn in de nederzettingen – dragen Europa en Nederland op diverse manieren bij aan de levensvatbaarheid van de nederzettingen. Zo wordt toegestaan dat Nederlandse ondernemingen hun producten in de nederzettingen verkopen en dat de Nederlandse pensioenfondsen ABP en PFZW door beleggingen in Israëlische banken investeren in de woningbouw in de nederzettingen en de verschaffing van hypotheken aan kolonisten.

Daarnaast vinden producten uit de nederzettingen nog altijd hun weg naar Nederlandse winkels, en wordt gedoogd dat de artikelen door de producenten worden voorzien van het onjuiste en misleidende etiket ‘Made in Israel’, een sjoemelpraktijk waarop The Rights Forum meermalen de aandacht heeft gevestigd. Daardoor vallen de producten onder het Associatieverdrag tussen de Europese Unie en Israël en kunnen ze onder gunstige voorwaarden naar Europa worden geëxporteerd.

Deze praktijken zijn niet alleen in strijd met resolutie 2334, maar ook met het beroemde artikel 90 van de Nederlandse Grondwet: ‘De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.’ Bovendien vormen ze een ernstige smet op het trotse imago van ‘Mondiale Hoofdstad van Vrede en Recht’ dat Den Haag koestert. In feite draagt Nederland bij aan ondermijning van de internationale rechtsorde, zegt directeur Jan Keulen van The Rights Forum:

De verantwoordelijkheid voor het functioneren van de rechtsorde ligt primair bij de afzonderlijke staten. Negeren zij hun verantwoordelijkheden, dan ondermijnen ze de werking van het systeem. Van de Internationale Hoofdstad van Vrede en Recht mag je op z’n minst verwachten dat ze het goede voorbeeld geeft.

Aanbevelingen

Het rapport van The Rights Forum mondt uit in concrete aanbevelingen voor de Nederlandse overheid. Centraal daarin staat de oproep dat Nederland zijn internationaalrechtelijke verplichtingen nakomt en maatregelen treft om alle directe en indirecte bijdragen aan het nederzettingenproject te beëindigen. Daartoe dient Nederland:

  • ŸEen totaalverbod in te stellen op de invoer van nederzettingsproducten en de levering van goederen en diensten ten behoeve van de nederzettingen. Daarnaast zou Nederland op Europees niveau moeten pleiten voor zo’n verbod.
  • ŸNaar voorbeeld van Denemarken in alle bilaterale overeenkomsten tussen Nederland en Israël differentiatieclausules op te nemen, zodat duidelijk is dat de overeenkomsten zich beperken tot het grondgebied van Israël.
  • ŸZich op Europees niveau in te spannen voor bevriezing van het Associatieverdrag tussen de EU en Israël, op grond van de mensenrechtenclausule (artikel 2) van dat verdrag.
  • Bedrijven die gevestigd of actief zijn in de nederzettingen uit te sluiten van publieke markten en openbare aanbestedingen.
  • Richtlijnen op te stellen voor reizigers, zodat zij elke vorm van steun vermijden aan bedrijven en toeristische sites die in de nederzettingen zijn gesitueerd of worden uitgebaat door kolonisten.

In het verlengde hiervan worden aanbevelingen gedaan voor Nederlandse bedrijven. Kern daarvan is dat zij de internationale gedragscodes op het terrein van ondernemen en mensenrechten respecteren, zoals de OESO-richtlijnen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights.

Het rapport is geschreven door mr. Nadine Daw, en aan de Kamercommissie aangeboden uit naam van directeur Jan Keulen, voorzitter Jaap Doek en, namens de Raad van Advies, prof. dr. Karin Arts, mr. Laurens Jan Brinkhorst, dr. Nikolaos van Dam, prof. dr. John Dugard, prof. mr. Cees Flinterman, prof. dr. Jan Pronk, prof. mr. Klaas de Vries, prof. dr. Paul de Waart en prof. dr. Liesbeth Zegveld.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy