Volgens minister Bruins Slot deed generaal Eichelsheim een poging om de Israëlische oorlogsmachine in te tomen. Er bestaan goede redenen om aan die uitleg te twijfelen.
Zondag maakte het Israëlische leger bekend dat de Nederlandse Commandant der Strijdkrachten, generaal Onno Eichelsheim, op dat moment in Israël te gast was. Op X werd diens bezoek als volgt omschreven:
The Chief of Defence of the Netherlands Armed Forces, GEN Onno Eichelsheim, landed in Israel last night as the official guest of IDF Chief of the General Staff LTG Herzi Halevi.
GEN Eichelsheim participated in a panel hosted by IDF Deputy Chief of the General Staff MG Amir Baram and visited the IAF Ops. room at the IDF HQ, the Gaza Division and the Nahal Oz post.
Maandag maakte Eichelsheim ook zélf melding van zijn afgelegde bezoek. Naar eigen zeggen was hij daar om zich ‘te laten informeren over de actuele veiligheidssituatie in Israël en Gaza’. En:
Daarbij heb ik ook de zorgen overgebracht die in Nederland leven ten aanzien van de humanitaire situatie en het aantal slachtoffers.
De volgorde van de twee berichten is opvallend. De vraag is of Eichelsheims bezoek ook bekend zou zijn geworden als de Israëli’s hadden gezwegen. Mocht geheimhouding het doel zijn geweest, dan getuigt dat van naïviteit. Voor de Israëlische gastheren bestaat immers geen groter geschenk dan de komst van Nederlands hoogste militair, die bereid is hen als aanvaardbare partners te presenteren. Met zo’n bezoek maakt Israël gegarandeerd goede sier op sociale media.
De Israëlische partners van Eichelsheim zijn direct betrokken bij het Israëlische geweld tegen de Palestijnse burgerbevolking in Gaza. Daarbij is sprake van oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid, en een humanitaire catastrofe die zich met geen pen laat beschrijven. Het Internationaal Gerechtshof beoordeelde de mogelijkheid dat Israël in Gaza genocide pleegt als ‘plausibel’. Dat was op 26 januari.
Dat je afstand moet houden van deze oorlogsmachine mag geen punt van discussie zijn. Het is een plicht die voortkomt uit de volkenrechtelijke verdragen waarbij Nederland partij is. En uit de Grondwet, die bevordering van de internationale rechtsorde voorschrijft. Voor wie deze regels geen waarde mochten hebben, is er dan nog zoiets als een basaal moreel besef dat zo’n bezoek ongepast is.
In antwoord op vragen van Tweede Kamerlid Kati Piri (PvdA) zei minister van Buitenlandse Zaken Hanke Bruins Slot (CDA) maandag dat Eichelsheims bezoek bedoeld was voor het overbrengen van de Nederlandse zorgen over de humanitaire situatie in Gaza – en van het ‘Don’t do it’-standpunt van de regering ten aanzien van een Israëlische aanval op de Palestijnse stad Rafah. Dat de generaal voor zo’n – hoogst uitzonderlijke – diplomatieke missie uitgerekend afreist naar de war room van waaruit Israël die humanitaire ramp regisseert, is onwaarschijnlijk. Het Israëlische ministerie van Defensie lijkt daarvoor de aangewezen plek.
Overigens had Benjamin Netanyahu vrijdag al laten weten dat hij niet zou luisteren naar de oproep van de Amerikaanse president Joe Biden om geen troepen naar Rafah te sturen. Het zou van een enorm gebrek aan realiteitszin getuigen als Nederland er daadwerkelijk vanuit zou gaan dat de Israëlische premier niet naar Washington zou luisteren, maar wel naar Onno uit de Nederlandse polder. Temeer omdat er geen enkele aanwijzing is dat Netanyahu überhaupt ooit naar Nederland heeft geluisterd. De waarschuwing Don’t do it! is bovendien al door het Internationaal Gerechtshof en anderen uitgesproken. Nu rest alleen afstand houden en sancties opleggen.
Waarschijnlijk is er dus iets anders aan de hand. De kans bestaat dat we bij toeval een glimp hebben opgevangen van de door onze regering gewenste intensievere militaire samenwerking met Israël. Om die mogelijk te maken, keurde de Tweede Kamer in april 2023 een defensieverdrag goed tussen beide landen. Dat regelt de rechtspositie van Israëlische militairen op Nederlands grondgebied en vice versa. Het regelt ook dat alle activiteiten binnen de samenwerking geheim blijven.
Het ministerie van Defensie noemde de onderlinge ‘uitwisseling van informatie’ destijds een belangrijk onderdeel van de intensievere samenwerking. Ook daarom is er alle reden argwanend naar het bezoek van Eichelsheim te kijken. Voorkomen moet worden dat Nederlandse informatie op welke wijze dan ook bijdraagt aan de Israëlische oorlogsmachine. Van belang daarbij is ook dat het verdrag nog niet door de Eerste Kamer is goedgekeurd en dus niet rechtsgeldig is.
Zorgen hierover zijn reëel. Afgelopen maanden is gebleken dat Nederland zijn militaire banden met Israël tijdens de Gaza-oorlog is blijven versterken. Zo werd in februari het eerste van twintig Israëlische raketsystemen in ontvangst genomen. Het inktzwarte imago van fabrikant Elbit Systems – betrokken bij ernstige volkenrechtelijke misdaden – werd daartoe terzijde geschoven.
In dezelfde maand moest er een rechter aan te pas komen om de levering te verbieden van onderdelen voor F-35-gevechtsvliegtuigen waarmee Israël Gaza bombardeert. In plaats van dat vonnis te aanvaarden gaat de staat tegen de uitspraak in cassatie bij de Hoge Raad. En op 15 maart bleek dat het ministerie van Defensie achter de schermen heeft gezocht naar mogelijkheden om die onderdelen via een omweg alsnog te leveren.
In dit licht van business as usual past ook het bezoek van Eichelsheim. Diens ‘vredesmissie’ is ongeloofwaardig. Als Nederland de ambitie heeft om vrede te stichten, dient het om te beginnen zijn banden met de Israëlische oorlogsmachine te verbreken. Het effect daarvan zal direct zichtbaar zijn. Met Eichelsheims bezoek aan Israëls militaire top wordt het tegendeel bereikt.