Dinsdag 14 juni debatteert de Tweede Kamer met minister Wopke Hoekstra over het Nederlandse buitenlandbeleid. Onze boodschap aan Den Haag: beëindig de medeplichtigheid aan Israëls overheersing van de Palestijnen.
Deze week bereikte de Israëlische bezetting van Palestijns gebied de mijlpaal van 55 jaar. U leest het goed: vijf-en-vijftig jaar. Het is een even absurde als onacceptabele mijlpaal, die nooit bereikt had kunnen worden zonder internationale steun. Die steun krijgt Israël volop, van de VS, maar ook van de Europese Unie (EU) en Nederland. Brussel en Den Haag blijven ook na 55 jaar weigeren de Palestijnse bevolking in bescherming te nemen en sancties tegen Israël te treffen, zoals zij onder internationaal recht verplicht zijn. Zij helpen de Israëlische overheersing in stand te houden en staan vrede in de weg.
Israël geniet in Europa immuniteit. Het wordt gekoesterd en beloond, wat het ook doet. Tekenend is het pleidooi dat de voorzitster van het Europees Parlement, Roberta Metsola, onlangs in Israël hield voor versterking van de onderlinge banden op elk denkbaar terrein, van handel tot cultuur. In een toespraak tot het Israëlische parlement betuigde zij namens de Europeanen – ons allen – onvoorwaardelijke loyaliteit aan het regime dat tot de grootste schenders van bindende VN-resoluties ter wereld behoort.
Metsola verpakte haar pleidooi in hoogdravende bewoordingen over ‘Europese waarden’ en ‘geleerde lessen uit het verleden’. Vrome woorden over zulke lessen (‘nie wieder’) en waarden (vrijheid, mensenrechten) liggen Europa’s politieke establishment in de mond bestorven, maar zijn onwaarachtig als ze geen gevolg krijgen en ronduit onverdraaglijk als ze een façade vormen voor het tegenovergestelde: steun aan een bezettingsregime dat zich schuldig maakt aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid – waaronder apartheid, zoals inmiddels alle grote mensenrechtenorganisaties hebben vastgesteld – en aan schendingen van de mensenrechten ‘op industriële schaal’, zoals Clingendael-deskundige Erwin van Veen het deze week treffend noemde.
Even traditioneel en onverdraaglijk was de lippendienst die Metsola bewees aan vrede. Europa, zei ze, steunt als vanouds het zogeheten ‘vredesproces’, het onderhandelingsproces tussen Israëli’s en Palestijnen dat in bijna dertig jaar niets heeft opgeleverd en in 2014 feitelijk ten grave is gedragen. Europa heeft geen enkele poging gedaan een eigen vredesinitiatief te lanceren en is dat ook nu niet van plan. Daarvoor heeft het een betere kandidaat op het oog. Uitgerekend Israël is volgens Metsola de ideale partij ‘om de wereld te leiden in het vinden van vrede’.
Het is een waardige bijdrage aan het theater dat Europa al decennia opvoert. Israël wil niets van onderhandelingen weten, het wijst ze openlijk af. Het wijst ook de ‘tweestatenoplossing’ af waarin die onderhandelingen volgens de EU moeten resulteren – de fameuze vredesformule van een Israëlische en een Palestijnse staat, ‘zij aan zij langs de grenzen van begin juni 1967’. Israël weigert niet alleen de staat Palestina te erkennen, het heeft iedere mogelijkheid op het tot wasdom komen daarvan gesmoord onder het asfalt van zijn illegale ‘nederzettingen’.
De Israëlische bezetting vormt de ruggengraat van een koloniaal project dat de feitelijke inlijving van zoveel mogelijk Palestijns grondgebied beoogt. Zo’n driekwart miljoen kolonisten, velen afkomstig uit de VS en andere landen buiten de regio, hebben zich inmiddels in Palestijns gebied – Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever – gevestigd. Met dank aan de EU, die de banden met Israël bleef aanhalen in plaats van het illegale proces met sancties te beantwoorden. Tot op de dag van vandaag zijn de kolonisten welkom om hun producten op de Europese markt te verkopen, opdat in hun nederzettingen de schoorstenen kunnen blijven roken. Het weerhield Metsola er niet van doodgemoedereerd te herhalen dat de EU blijft streven naar realisering van de ‘aaneengesloten en levensvatbare Palestijnse staat’.
In de tussentijd dienen de Palestijnen onder bezetting te blijven leven. Ook na 55 jaar moeten zij zich de schending van al hun rechten laten welgevallen en toezien hoe Israël de laatste delen van hun land koloniseert, from the river to the sea. Ze moeten zich vooral ook gedeisd houden, zo luidt het dictaat van de EU, anders brengen ze ‘het perspectief op vrede in gevaar’. Vrijheid en mensenrechten komen hen niet toe. De Europese waarden gelden niet voor hen, noch voor de miljoenen Palestijnse vluchtelingen en hun nakomelingen die nog altijd in vluchtelingenkampen leven, door Israël weerhouden van terugkeer naar de woningen waaruit zij rond 1948 door datzelfde Israël werden verdreven.
In politiek Den Haag kan het regime in Tel Aviv op dezelfde onvoorwaardelijke coulance rekenen en ook daar gelden Palestijnen als children of a lesser God. Een aantal partijen – ChristenUnie, SGP, PVV en Forum voor Democratie, in iets mindere mate de VVD – steunt het Israëlische bezettings- en apartheidsregime met volle overgave. Ter linkerzijde van het politieke spectrum is men kritischer, maar ook daar zijn sancties tegen Israël voor veel partijen nagenoeg onbespreekbaar. Israël is boven het recht verheven en de Palestijnen dienen zich bijna vanzelfsprekend te schikken in een bezetting die inmiddels elf keer zo lang duurt als de Duitse bezetting van Nederland, waarvan wij 77 jaar na dato nog niet zijn bekomen. Een reminder voor onze politici: de beëindiging van de Duitse bezetting dankten we aan ingrijpen door de buitenwereld.
Ook Nederland bedekt zijn medeplichtigheid onder de mantra dat ergens in de verte de gedroomde Palestijnse staat gloort. In werkelijkheid kan geen politicus uitleggen hoe die nog gerealiseerd zou kunnen worden, maar Den Haag koestert zich in de gelukkige omstandigheid dat ook de media de fictie in stand helpen houden. Geen journalist stelt de tweestaten-fluisteraars kritische vragen, al is het maar de simpele vraag welke concrete aanwijzing zij hebben dat Israël bereid is de illegale nederzettingen te ontmantelen – een essentiële voorwaarde voor een aaneengesloten, levensvatbare Palestijnse staat. Of de vraag of Israël bereid is het bestuur over Jeruzalem met de Palestijnen te delen – een essentiële voorwaarde voor het welslagen van de tweestatenoplossing.
Fundamenteler nog is de vraag welke belangen Den Haag en Brussel met hun medeplichtigheid denken te dienen. Zij helpen een situatie in stand te houden die niet alleen extreem onrechtvaardig, maar ook extreem gevaarlijk is, een kruitvat dat ieder moment kan exploderen. De enorme geweldsuitbarsting in mei vorig jaar heeft geleerd welke onbeheersbare krachten daarbij vrijkomen. Het was een waarschuwing dat nog veel grootschaliger geweld om de hoek ligt, met rampzalige gevolgen voor alle betrokkenen. De vraag is niet of, maar wanneer dat zich zal voordoen.
Het roer moet rigoureus om. Er dient een eind te worden gemaakt aan de Israëlische bezetting en de uit ons aller naam beleden Nederlandse en Europese medeplichtigheid aan kolonisering, apartheid en mensenrechtenschendingen op industriële schaal. Den Haag en Brussel dienen de Palestijnen actief bescherming te bieden en Israël tot het respecteren van de internationale rechtsorde te brengen, zoals zij verplicht zijn op grond van de eigen beleidsuitgangspunten en internationale verdragen als de Conventies van Genève. Het Europese sanctieregime biedt daarvoor volop mogelijkheden, zoals blijkt uit de sancties tegen Rusland, Iran, Myanmar, Turkije en tal van andere landen.
Het Europese en Nederlandse tweestaten-illusionisme dient plaats te maken voor realistisch beleid, gebaseerd op gelijke rechten voor Palestijnen en Israëli’s. Alleen op die basis is een rechtvaardige en duurzame vrede mogelijk, in welke politieke vorm ook. Indachtig de dure ‘lessen uit het verleden’ zou het Brussel, en zeker ook de mondiale ‘Hoofdstad van Vrede en Recht’ Den Haag, sieren voor die politieke uitwerking een strak omlijnd vredesproces te faciliteren dat die naam werkelijk verdient.