Tweet Hoekstra illustreert eenzijdige pro-Israëlhouding kabinet

Minister Hoekstra betreurt terecht de zeven Israëlische slachtoffers die vielen bij een Palestijnse aanslag. Voor de tien Palestijnen die een dag eerder omkwamen door Israëlisch geweld had hij geen woord over.

Minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra (CDA) in actie op zijn telefoon. © Twitter

Op vrijdagavond 27 januari schoot een 21-jarige Palestijn zeven Israëli’s dood in de illegale Israëlische nederzetting Neve Yaakov in bezet Oost-Jeruzalem. Een dag later wijdde minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra (CDA) een tweet aan de aanslag:

Horrifying reports of the terror attack in Nene [sic] Yaakov. An attack near a synagogue on Holocaust memorial day is appalling. Our thoughts are with the victims and their families.

Op donderdag 26 januari vielen tien Palestijnse doden door bruut Israëlisch geweld in de Palestijnse stad Jenin en elders op de bezette Westelijke Jordaanoever. Hoekstra, en het kabinet met hem, reageerde niet. Zijn gedachten waren ditmaal niet bij de slachtoffers en hun families.

Die eenzijdigheid roept herinneringen op aan de tweet die premier Mark Rutte (VVD) verstuurde naar aanleiding van de geweldsescalatie in Palestina en Israël in mei 2021. Die tweet leidde tot hevig protest en werd gevolgd door een gepeperd Tweede Kamerdebat. Uit Hoekstra’s Twittergedrag blijkt dat het kabinet uit de eerdere ophef geen lering heeft getrokken.

Bezetting als voedingsbodem

Tekenend is ook Hoekstra’s verwijzing naar Holocaust Remembrance Day als context van de aanslag. Het is maar de vraag of de schutter weet had van de herdenking. Bovendien gaat Hoekstra voorbij aan voor de hand liggende redenen die een Palestijn kan hebben om de wapens op te nemen.

De belangrijkste daarvan is de meedogenloze, al 55 jaar durende Israëlische bezetting, die gepaard gaat met oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en een scala mensenrechtenschendingen. De bezetting is een voedingsbodem voor verzet en geweld in alle soorten en maten, terroristische aanslagen inbegrepen, maar wordt door het kabinet en de internationale gemeenschap nog altijd op haar beloop gelaten.

Hoekstra doet er goed aan kennis te nemen van de verklaring waarin drie mensenrechten­experts van de VN die straffeloosheid naar aanleiding van het Israëlische geweld in Jenin opnieuw aan de kaak stellen:

We urge the international community to react without delay and take action as recommended by international law, including the UN Charter. This remains the only possible course of action to end the relentless violence, abuses and impunity, and to start to pave the way to a better future for Palestinians and Israelis.

Onrecht en trauma

De realiteit is dat miljoenen Palestijnen nog nooit een dag in vrijheid hebben kunnen leven. De ene generatie na de andere groeit op onder een dagelijks regime van onrecht en onderdrukking en de bijbehorende trauma’s en pijn.

Dat gold ook Khayri Alqam, de 21-jarige Palestijn die de aanslag pleegde. Hij werd bij zijn geboorte vernoemd naar zijn grootvader, die vier jaar eerder, in mei 1998, in Jeruzalem op straat werd doodgestoken. De dader, door de media omschreven als een ‘Joodse terrorist’, doodde nog drie Palestijnen en kerfde een Davidsster in een van hen. In 2010 werd de kolonist Haim Pearlman opgepakt als vermoedelijke dader, maar hoewel zijn schuld volgens getuigen en de veiligheidsdienst Shin Bet vaststond werd hij door de rechtbank niet veroordeeld.

Screenshot van Pearlman en Ben-Gvir in 2010.

Pearlman was verbonden aan de extreemrechtse terreurorganisatie Kach, opgericht door rabbi Meir Kahane. Daar stond hij in nauw contact met de huidige minister van Nationale Veiligheid Itamar Ben-Gvir, die recent nog een herdenkingsbijeenkomst voor Kahane bijwoonde. De benoeming van Ben-Gvir en een aantal geestverwanten tot ministers wijst uit hoe religieus extremisme in Israël gaandeweg mainstream is geworden.

Geweld en persoonlijk leed

Toch was dat naar verluidt niet het primaire motief dat kleinzoon Alqam tot zijn daad bracht. Volgens een door het dagblad Haaretz geciteerd familielid werd zijn actie ingegeven door de dood van zijn 17-jarige vriend en bloedverwant Salah Muhammad Ali. Die werd woensdag 25 januari in het vluchtelingenkamp Shu’afat in Oost-Jeruzalem door een Israëlische militair doodgeschoten omdat hij een wapen in zijn hand zou hebben gehad – het bleek te gaan om een speelgoedpistool. De militair die hem doodde werd de volgende dag door Ben-Gvir onderscheiden. Vrijdag wijdde Alqam zijn laatste Facebookpost aan een afscheid van Ali alvorens hij de aanslag pleegde die zeven Israëlische kolonisten en hemzelf het leven kostte.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy