De Palestijnen zijn de olifant in de Protestantse Kerk

Iedereen weet dat ze er zijn, dat hun rechten worden geschonden, en dat kerkelijke instellingen daaraan bijdragen. Maar over de Palestijnen wordt in de protestantse gemeenschap niet gesproken.

Crypte onder de Geboortekerk in de Palestijnse stad Bethlehem. Volgens de traditie werd Jezus hier geboren. De exacte plek wordt gemarkeerd door een zilveren ster.

Dat bleek tijdens een debat dat maandag in Utrecht plaatsvond over de houding van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) ten aanzien van Israël – en daarmee ten aanzien van de Palestijnen. Dat debat was onvermijdelijk geworden; zelfs binnen de eigen achterban geldt de koers van de PKN als onbegrijpelijk.

Aanleiding tot debat

In de zomer van 2017 riepen de Nationale Coalitie van Christelijke Organisaties in Palestina (NCCOP) en de Wereldgemeenschap van Hervormde en Gereformeerde Kerken (WCRC) op tot solidariteit met de Palestijnse christenen, die dreigen te bezwijken onder de Israëlische onderdrukking. De PKN negeerde beide oproepen en riep daarmee grote onvrede over zich af.

In september 2018 drong een groep liberale protestantse theologen aan op herziening van de in de kerkorde van de PKN vastgelegde ‘onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël’. Hun argument: niemand begrijpt wat daaronder wordt verstaan; politiek en religie lopen door elkaar. Die klaroenstoot leidde tot deining binnen de kerk, en tot het debat van afgelopen maandag.

Mensenrechten

Voorafgaand daaraan signaleerden wij dat het protestantse debat een belangrijk hiaat vertoonde. Voor kerken en hun volgelingen zou vanzelfsprekend moeten zijn dat theologische dogmatiek nooit mag leiden tot betrokkenheid bij schendingen van de mensenrechten. Dat is echter toch gebeurd, schreven we:

Het is een feit dat talloze kerken en christelijke instellingen decennia hebben weggekeken van de Israëlische misdaden tegen de Palestijnen, of die zelfs actief ondersteunen. Dat betrekt hen bij, onder meer, schendingen van de mensenrechten. […] Van kerken wordt verwacht dat zij opkomen voor de slachtoffers van onderdrukking – waaronder hun Palestijnse geloofsgenoten –, en niet voor de onderdrukker.

Die constatering was niet nieuw. De PKN is afgelopen jaren door tal van kerkelijke en maatschappelijke organisaties opgeroepen om oog te hebben voor het onrecht waaraan de Palestijnen blootstaan, en om elke vorm van steun aan de Israëlische kolonisering af te zweren. Maar hoe hard er ook op de protestantse kerkdeur werd geramd, hij bleef gesloten.

Doodse stilte

En blijft voorlopig gesloten. Zowel Trouw als het Nederlands Dagblad publiceerden een verslag van het Utrechtse debat, waaruit blijkt dat het thema mensenrechten compleet onbesproken is gebleven. De Palestijnse christenen, vechtend voor hun bestaan, hoeven niet te rekenen op solidariteit van hun protestantse zusters en broeders in Nederland.

Integendeel. Gevreesd moet worden dat kerkelijke instellingen hun steun aan het illegale Israëlische kolonisatieproject in ‘Judea en Samaria’ – de aan de bijbel ontleende, koloniale aanduiding van de bezette Palestijnse Westoever – zullen voortzetten. De Palestijnen betalen daarvoor de prijs.

Wat gebeurde er dan wel tijdens de bijeenkomst? Er werd fel gedicussieerd over het onbegrepen kerkorde-artikel van de ‘onopgeefbare verbondenheid’ met Israël. Het ‘Platform Appèl Kerk en Israël’ – een in 2003 opgerichte stichting die de kerkelijke band met Israël niet wil laten beïnvloeden door Israëls misdaden tegen de Palestijnen – wil het artikel vervangen door ‘schatplichtig aan Israël’. Daarover bestaat binnen de PKN grote verdeeldheid: de liberalen menen dat de wijziging niets oplost, terwijl de streng-gereformeerden willen vasthouden aan het bestaande artikel.

Olifant in de kerk

De Palestijnen vormen de olifant in de Protestantse Kerk. Iedereen weet dat ze er zijn, iedereen weet dat hun rechten worden geschonden, en iedereen weet dat kerkelijke organisaties daar in hun ‘verbondenheid met Israël’ aan bijdragen. Maar iedereen zwijgt erover. We schreven het al eerder: voor een deel van christelijk Nederland gaat het najagen van een bijbelse profetie boven het leed van miljoenen mensen van vlees en bloed. Die houding leidt tot toenemende frictie met de buitenwereld.

In een recent artikel over het debat binnen de PKN herinnerde journalist Theo Brand aan de moedige rol die kerken hebben gespeeld in de strijd tegen de apartheid in Zuid-Afrika. Waar zijn die kerken nu, vraagt hij zich af, om een front te vormen tegen de Israëlische apartheid, tegen de bezetting en kolonisering van Palestina, en tegen de onderdrukking van de Palestijnen? Ook die vraag bleef maandag onbeantwoord. Hij werd niet eens gesteld – over olifanten gesproken.

Henri Veldhuis Symposium

Dat de PKN worstelt met theologische beginselen gaat de buitenwereld niet aan. Maar dat de kerk nog steeds opzichtig wegkijkt bij het leed van de Palestijnen, en bij de eigen bijdrage daaraan, is maatschappelijk onhoudbaar. De PKN zal vanuit de samenleving sleeds luider worden opgeroepen om zijn houding te wijzigen en in overeenstemming te brengen met elementaire beginselen als de mensenrechten – waaronder die van de Palestijnen.

Op 30 maart organiseert The Rights Forum het ‘Henri Veldhuis Symposium’, vernoemd naar de vorig jaar overleden predikant – tevens bestuurslid van The Rights Forum. Op de agenda staat onder meer de vraag waarom de kerken zich niet gezamenlijk inzetten voor de rechten van de Palestijnen en voor beëindiging van de bezetting. Belangstellenden kunnen zich alvast aanmelden, en zullen op de hoogte worden gehouden van het programma.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy