De Nederlandse regering is door Israël misleid in een poging de financiering van Palestijnse ngo’s te treffen. Dat blijkt uit documenten van de Israëlische veiligheidsdienst, die in handen zijn van de media.
Israëlische beschuldigingen van ‘terrorisme’ tegen zes Palestijnse maatschappelijke organisaties zijn op niets gebaseerd, en berusten op verklaringen van twee Palestijnen die niets met die organisaties te maken hadden. Hun verklaringen werden bovendien afgedwongen na brute ondervragingsmethodes. Het dossier dat daaruit voortkwam is door Israël gebruikt om de Nederlandse regering te misleiden in een poging Nederlandse hulp aan Palestijnse organisaties te saboteren.
Dat blijkt uit een geheim dossier van de Israëlische veiligheidsdienst Shin Bet, dat is gelekt naar de online media The Intercept en het Israëlische +972 Magazine, die erover hebben gepubliceerd.
Op 22 oktober maakte de Israëlische minister van Defensie Benny Gantz bekend dat Israël zes prominente Palestijnse maatschappelijke organisaties – Addameer, Al-Haq, Bisan, Defense for Children International-Palestine (DCI-P), de Union of Agricultural Work Committees (UAWC) en de Union of Palestinian Women Committees (UPWC) op zijn terrorismelijst had geplaatst. Volgens Gantz zijn de zes organisaties vervlochten met het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) – een Palestijnse politieke partij en verzetsorganisatie met een gewapende vleugel die in Israël, de VS en de EU op terrorismelijsten staat. Europese fondsen voor de zes organisaties zouden zijn gebruikt voor gewapende activiteiten van de PFLP, aldus Gantz.
Gevraagd naar bewijs voor die beschuldiging verwees Israël naar het geheime Shin Bet-dossier, getiteld Findings of Inquiry: Foreign Funding for the Popular Front for the Liberation of Palestine through a Network of ‘Civil Society’ Organizations, dat al in mei met een aantal Europese regeringen werd gedeeld. Dat dossier ligt nu op straat, en is in meerdere opzichten schokkend. Het bevat niet alleen geen spat aan bewijs tegen de zes beschuldigde organisaties, maar legt ook de Israëlische strategie bloot om ten koste van alles ‘bewijzen’ te fabriceren waarmee Nederland en andere Europese landen worden misleid. En tenslotte geeft het een bevestiging van de wetteloosheid die het Israëlische regime kenmerkt: de ‘bewijzen’ werden verkregen door brute ondervragingsmethodes, door een advocaat van de slachtoffers omschreven als marteling.
De Israëlische belangen voor het uitschakelen van het Palestijnse maatschappelijk middenveld zijn groot. De zes van terrorisme beschuldigde organisaties beschermen en versterken de Palestijnse samenleving in de door Israël bezette Palestijnse gebieden, en vormen aldus een prominent obstakel voor de Israëlische kolonisering.
Daar komt bij dat een aantal organisaties heeft bijgedragen – en vermoedelijk zal blijven bijdragen – aan de bewijslast op grond waarvan het Internationaal Strafhof in maart een officieel onderzoek naar oorlogsmisdaden in bezet Palestijns gebied heeft ingesteld. Benny Gantz is één van de kandidaten om zich straks in Den Haag te verantwoorden voor onder zijn bevel begane misdaden.
Met het op de eigen terreurlijst plaatsen van de zes organisaties verschaft Israël zichzelf de autoriteit om hun kantoren te sluiten, activiteiten te verbieden en medewerkers gevangen te zetten – een praktijk waarmee het Bisan Center, DCI-P en UAWC overigens ook al werden geconfronteerd voordat zij op de lijst belandden. Het ‘officiële’ Israëlische terreur-stempel vormt daarnaast een uiterste poging om Europese regeringen onder druk te zetten om hun financiering te beëindigen.
De naar de media gelekte documenten omvatten naast het 74 pagina’s dikke Shin Bet-dossier ook honderden pagina’s met samenvattingen van verhoren van twee opgepakte Palestijnse accountants, Said Abdat en Amro Humada. Sterker, het dossier blijkt vrijwel volledig te berusten op hun verklaringen, ondanks het feit dat geen van beiden ooit voor een van de zes organisaties werkte of er überhaupt mee bekend was. De twee werkten voor een andere organisatie, de Health Works Committees (HWC), waar zij bovendien waren ontslagen vanwege financiële malversaties.
Waardeloze getuigen dus. Maar niet voor Israël, dat beide mannen vanaf maart van dit jaar onderwierp aan een spervuur van brute verhoren. Abdat werd 32 maal verhoord, gebonden aan handen en voeten in de zogeten shabah-positie. Tijdens het langste verhoor – 22 uur nonstop – viel hij meermaals flauw, waarna hij werd overgoten met water, en het verhoor zonder medische zorg werd voortgezet.
Tijdens de verhoren werd gedreigd dat ook zijn vrouw en naaste familie zouden worden opgepakt, en werd druk uitgeoefend op familieleden. Contact met advocaten werd Abdat en Humada grotendeels onthouden. Zij worden tot de dag van vandaag door Israël gevangen gehouden.
Wat heeft al dat geweld de Shin Bet opgeleverd? Volgens zijn advocaat is Abdat beweringen gaan doen over onderwerpen waar hij niet mee bekend is om een eind aan de verhoren te maken. Zowel hij als Humada zouden hebben verklaard dat het ‘bekend is’ dat de zes organisaties banden hebben met de PFLP en activiteiten financierden. Op de vraag welke activiteiten dat betrof, antwoordden zij dat het ging om educatieve en humanitaire projecten en een cursus Palestijnse volksdans (dabkeh). Andere voorbeelden betreffen cursussen vrouwenrechten en leiderschap, ziekenzorg, vrijwilligerswerk, zomerkampen voor studenten, en sportevenementen.
Uit het dossier dat de Shin Bet aan Europese regeringen stuurde zijn al die voorbeelden echter weggelaten, suggererend dat fondsen zouden zijn gebruikt voor geweld of terreur. Voor die bewering ontbreekt in de verslagen elk bewijs. Ook de claim dat geld van Europese regeringen zou zijn doorgesluisd naar de PFLP mist elke onderbouwing.
Het Shin Bet-dossier blijkt bewust gemanipuleerd om de zes Palestijnse organisaties in de ogen van hun Europese sponsors verdacht te maken. Die opzet lijkt vooralsnog niet te hebben gewerkt. Zowel de Nederlandse als de Belgische regering onderzochten de Israëlische beschuldigingen, en concludeerden dat die geen enkel concreet bewijs bevatten. Europese diplomaten stellen dat zij Israël in mei als oktober tevergeefs hebben gevraagd om zulk bewijs te overleggen.
In een door Amerikaanse denktanks georganiseerd webinar reageerden de zes Palestijnse organisaties vrijdag hard op de Israëlische beschuldigingen. Zij wijzen op de jarenlange Israëlische campagne om hun werk en fondsen te saboteren door middel van ‘smaad, propaganda en leugens’, en ‘maffia-praktijken’ zoals doodsbedreigingen.
Ook wijzen zij op de rol die pro-Israël-organisaties als NGO Monitor daarin spelen, maar vooral op de slappe knieën van de EU en Europese regeringen die zich de Israëlische laster al jaren laten welgevallen zonder Israël daarop aan te spreken. Nu Israëls misleiding zo nadrukkelijk is aangetoond, is dat geen optie meer.