Onder het mom van een bijdrage aan vrede zet Donald Trump de kwestie-Palestina/Israël verder op scherp. Na het thema Jeruzalem moet nu het Palestijnse recht van terugkeer ‘van tafel’. Afgelopen vrijdag schrapte de VS bovendien ruim 200 miljoen dollar aan steun voor de Palestijnen.
De contouren van Donald Trumps langverwachte vredesplan worden steeds duidelijker. Zette hij eerder een streep door de Palestijnse rechten op Jeruzalem, nu is het Palestijnse recht van terugkeer aan de beurt. Daarmee voert Trump het volgende punt op het wensenlijstje van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu uit.
Volgens het Israëlische nieuwsprogramma Hadashot wijst de regering-Trump het recht van terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen en hun nakomelingen af, in ieder geval wat betreft de laatsten. Daarnaast wil hij dat de VN-organisatie die sinds 1949 noodzakelijke steun verleent aan Palestijnse vluchtelingen in de regio, de UN Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA), wordt opgedoekt. Eerder deze maand lekten al e-mails uit van Jared Kushner, Trumps schoonzoon en topadviseur voor het Midden-Oosten, waarin hij openlijk pleit voor ‘ontwrichting van de UNRWA’.
Volgens Hadashot, dat zich baseert op gelekte informatie, zal Trump onder meer Israël vragen de toestemming aan de UNRWA om op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever te werken te ‘heroverwegen’. Hij wil voorkomen dat Arabische landen de financiering van de activiteiten overnemen als de Amerikanen hun bijdrage staken. Op de Westoever biedt de UNRWA onder meer scholing en primaire gezondheidszorg aan 810 duizend vluchtelingen, van wie een kwart in vluchtelingenkampen leeft. Eerder al drongen de Amerikanen er bij Jordanië op aan de circa 2,2 miljoen geregistreerde Palestijnse vluchtelingen in het land hun vluchtelingenstatus te ontnemen.
Hadashot meldt dat de regering-Trump begin september met details zal komen. Verwacht wordt dat in diezelfde maand het volledige vredesplan waaraan de Amerikanen sinds begin 2017 werken het licht zal zien. Dat plan zal, zoveel is duidelijk, niet zijn gebaseerd op de rechten van de betrokken partijen – en dan met name van de Palestijnen – en derhalve niet voldoen aan de minimale voorwaarden voor de alom gewenste ‘rechtvaardige en duurzame vrede’. De Palestijnen wijzen Trumps plan bij voorbaat af. Na diens besluit Jeruzalem als hoofdstad van Israël te erkennen en de Amerikaanse ambassade naar de stad te verhuizen, verbraken zij alle contact met Trump en zijn manschappen.
Trump opende al in januari de aanval op de UNRWA door het mes te zetten in de Amerikaanse bijdrage aan de organisatie. Daarmee stortte hij de UNRWA in een acute crisis. De organisatie zag zich onder meer genoodzaakt zo’n 150 Palestijnse en Jordaanse medewerkers op straat te zetten en maakte onlangs bekend dat het geld voor onderwijs in de 711 UNRWA-scholen (met 526 duizend leerlingen) eind september op is.
Trump stelde destijds dat zijn maatregel bedoeld was als aanzet tot een in zijn ogen noodzakelijke reorganisatie van de UNRWA, en daarnaast als strafmaatregel voor de Palestijnen, die volgens hem weigerden met Israël over vrede te spreken. Aannemelijker is dat hij gehoor gaf aan een Israëlische wens, zoals hij dat in december 2017 met zijn erkenning van Jeruzalem als Israëls hoofdstad ook deed.
De Times of Israel herinnert eraan dat premier Netanyahu onvermoeibaar pleit voor ontmanteling van de UNRWA. Vorige maand nog beschuldigde hij de organisatie van ‘opruiing tegen Israël’ en passiviteit met betrekking tot ‘het lot van de vluchtelingen’. Daarnaast dringt hij erop aan de (nakomelingen van) Palestijnse vluchtelingen die in 1947-1949 en 1967 door joodse strijdgroepen en het Israëlische leger van huis en haard werden verdreven hun recht op terugkeer en op compensatie voor hun genaaste eigendommen te ontnemen. Waar de Israëlische Wet op de Terugkeer bepaalt dat iedere persoon van joodse afkomst het recht heeft naar Israël ‘terug te keren’ en zich er te vestigen, ongeacht of hij of zij er ooit is geweest en een band met het land heeft, weigert Israël categorisch de Palestijnse vluchtelingen te laten terugkeren en te compenseren.
Eind maart draaide Trump de Palestijnen met een nieuwe wet verder de duimschroeven aan. In deze Talor Force Act wordt economische steun afhankelijk gemaakt van het staken van ‘uitkeringen’ van de Palestijnse Autoriteit (PA) aan familieleden van gedode en gedetineerde Palestijnen, onder wie personen die aanslagen hebben gepleegd. Ook in dit geval honoreerde Trump een Israëlische wens. De PA beschouwt het verlenen van toelagen voor levensonderhoud aan genoemde personen als een heilige plicht en weigert principieel toe te geven aan de druk om de betalingen te staken.
Begin dit jaar gaf Trump bovendien opdracht alle Amerikaanse steun aan de Palestijnen opnieuw te beoordelen. Nagegaan moest worden of die ‘in Amerikaans belang’ is. Twee maanden geleden werd bekend dat de Amerikanen, in afwachting van de uitkomst van het onderzoek, alle steun aan de Palestijnen hadden bevroren. Daardoor waren hulpprogramma’s tot stilstand gekomen, waaronder projecten van de Amerikaanse hulporganisatie USAID en de internationale HALO Trust, die mijnen ruimt op de Westelijke Jordaanoever. Op aandringen van Israël en Jordanië maakten de Amerikanen eerder deze maand wel hun bijdrage voor de zogenoemde veiligheidssamenwerking tussen de PA en Israël over.
Vorige maand riepen negen Democratische Congresleden Trump in een brandbrief op de bevriezing van de hulpgelden ongedaan te maken. Zij waarschuwden dat nog veel meer projecten werden geraakt, waaronder Israëlisch-Palestijnse samenwerkingsprojecten – het type programma’s waarvan in Nederland de ChristenUnie een voorvechter is. De, zeker in Gaza, toch al rampzalige humanitaire situatie vormde een bedreiging voor de veiligheid van Israël, stelden zij.
De Democraten vroegen Trump ook wat zijn herbeoordeling eigenlijk inhield. Het Congres had geen enkele informatie gekregen over de duur en status daarvan, noch over de gehanteerde criteria. Wanneer was steun aan hulporganisaties wel of juist niet ‘in Amerikaans belang’?
Dat antwoord is er nu nog niet, maar afgelopen vrijdag maakte het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken wel de eerste resultaten van het onderzoek bekend: het ministerie schrapt ruim 200 miljoen dollar aan steun voor de Palestijnen. Waarom de daarmee getroffen humanitaire projecten niet in Amerikaans belang zijn is niet bekendgemaakt. Evenmin is duidelijk om hoeveel geld het exact gaat. Het Amerikaanse ministerie volstond met de omschrijving ‘ruim 200 miljoen’.
De bekendmaking kwam vier dagen na een noodkreet van het VN-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken (OCHA) met betrekking tot Gaza. Per 1 september is de brandstof (‘emergency fuel’) op waarmee de VN daar 250 elementaire voorzieningen op het terrein van onder meer gezondheidszorg en waterzuivering aan de praat houdt. De VN heeft vóór 1 september 4,5 miljoen dollar nodig om de hulpverlening tot eind dit jaar te kunnen voortzetten.
De nieuwe Amerikaanse maatregel wordt door de Palestijnen betiteld als chantage, bedoeld om hen tot acceptatie te dwingen van de Amerikaanse pro-Israël-politiek en het komende vredesplan. Secretaris-generaal Sa’ib ‘Urayqat (Saeb Erekat) van de Palestijnse Bevrijdingsbeweging PLO zei dat de hulp van de internationale gemeenschap geen cadeautje maar een verplichting is, gezien het feit dat zij de Israëlische overheersing laat voortbestaan:
[US aid] is not a gift to our people but a duty of the international community to take responsibility for the continuation of Israeli occupation, preventing the development of the Palestinian economy and society.
Namens diezelfde PLO zei Hanan Ashrawi dat de Palestijnen zich niet laten straffen en chanteren, en dat ‘de Palestijnse rechten niet te koop zijn’:
There is no glory in constantly bullying and punishing a people under occupation. […] The Palestinian people and leadership will not be intimidated and will not succumb to coercion. The rights of the Palestinian people are not for sale.
Harde kritiek kwam er ook van Amerikaanse politici en joodse organisaties. In Israël keerden anonieme defensiemedewerkers (€) en commentatoren als voormalig woordvoerder van het Israëlische leger Peter Lerner (€) zich tegen de ‘Trump-doctrine’, die als levensgevaarlijk wordt beschouwd. Chantage en ‘hongerpolitiek’ brengen geen vrede, maar chaos en radicalisering, en daarvan zijn niet alleen de Palestijnen, maar ook de Israëli’s het slachtoffer, stellen zij. Het zijn juist organisaties als de UNRWA en USAID die ervoor zorgen dat de ellende nog net te overzien is.
Het wordt tijd dat Trump en zijn medewerkers werk maken van een serieus vredesplan, is de boodschap. Onderhandelingen hebben pas zin als niet alleen de Israëli’s, maar ook de Palestijnen uitzicht hebben op een menswaardig bestaan en realisering van hun aspiraties en rechten.