De pro-Palestijnse BDS-beweging groeit als kool. Toch weten velen niet precies waar die voor staat. Daarom wijden we een artikel aan wat BDS inhoudt, wat de Palestijnen ermee beogen, en waarom zij daarmee in hun recht staan.
Een dergelijke uitleg is ook van belang in antwoord op de desinformatie die over de BDS-beweging wordt verspreid. In een tweede artikel gaan wij later deze week op die desinformatie in.
BDS staat voor Boycots, Desinvestering en Sancties, middelen die in democratische samenlevingen elke burger ten dienste staan om maatschappelijke verandering na te streven of zich op geweldloze wijze te verweren tegen onrecht of onderdrukking. Vaak gehoorde beweringen dat BDS alleen de Palestijnen ten dienste zou staan, of exclusief tegen Israël wordt ingezet, zijn nergens op gebaseerd.
Zo speelde BDS een rol in belangrijke omwentelingen, zoals de beëindiging van de Amerikaanse rassenpolitiek, de val van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime en het succesvolle verzet van de Indiase bevolking tegen de Britse kolonisator. De Palestijnen zien hun keuze voor BDS in dezelfde traditie van strijd tegen kolonialisme en racisme.
Zonder het waarschijnlijk te beseffen, kent vrijwel iedereen voorbeelden van BDS – uit de geschiedenis, via het wereldnieuws of uit eigen omgeving. Recent haalde de BDS-oproep van acteur George Clooney het nieuws. Clooney bepleit de boycot van hotels van de sultan van Brunei, die de doodstraf tegen homo’s wil instellen.
Ook dichter bij huis worden BDS-middelen ingezet. Zo heeft bijvoorbeeld Shell al decennia, en om uiteenlopende redenen, te maken met nationale en internationale boycots. Ook dit jaar hing Shell een boycotdreiging boven het hoofd, in verband met zijn aansprakelijkheid voor de Groningse aardbevingsschade. Vers in het geheugen ligt ook de boycot van de wetenschappelijke uitgeverij Elsevier door alle Nederlandse en zestig Duitse universiteiten en vele duizenden individuele wetenschappers wereldwijd.
Een bijzondere boycot is die van zes Nederlandse bedrijven door Amerikaanse staten als New York en Arizona. Bedrijven als ASN Bank, de HEMA en Vitens zijn daar op zwarte lijsten geplaatst, bleek uit onderzoek van The Rights Forum. Zij worden ervan beschuldigd ‘Israël te boycotten’, en worden daar met een Amerikaanse boycot voor gestraft.
In werkelijkheid hebben de Nederlandse bedrijven, conform hun verplichtingen onder internationaal recht, alleen hun activiteiten gestaakt die ten goede kwamen aan de illegale Israëlische kolonisering van bezet Palestijns en Syrisch gebied. De Amerikaanse boycot heeft tot doel hen te dwingen die activiteiten te hervatten. Dat brengt een belangrijk verschil in beeld: waar de Palestijnen en hun sympathisanten BDS-middelen inzetten om respect voor het recht af te dwingen, doen hun tegenstanders dat juist om schendingen ervan af te dwingen.
Ook Israël bedient zich in dit kader volop van boycots, desinvestering en sancties. Alle drie de middelen – en andere, veel verder gaande middelen, waaronder black ops en lawfare – worden ingezet tegen onder meer de Verenigde Naties, mensenrechtenorganisaties, en tegen personen en organisaties die zich inzetten voor Palestijnse rechten.
Ook de Nederlandse regering maakt, veelal in VN- of EU-verband, gretig gebruik van BDS-middelen, gericht tegen staten, organisaties en personen. Gebundeld onder de kop ‘sanctiemaatregelen’ worden die gedefinieerd als:
Dwingende, niet-militaire, instrumenten die worden ingezet als reactie op schendingen van het internationale recht of van mensenrechten door regimes die rechtsstatelijke en democratische beginselen niet eerbiedigen, in een poging een kentering teweeg te brengen.
Zo zijn er sancties van kracht tegen Rusland vanwege ‘acties in strijd met de integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne’, waaronder de annexatie van het Oekraïense Krim-schiereiland. Tegen Iran zijn sancties ingesteld vanwege ‘nucleaire activiteiten en mensenrechten’. Tegen China geldt een wapenembargo vanwege ‘schending van de mensenrechten’.
Opmerkelijk is dat Israël niet langs dezelfde sanctie-meetlat wordt gelegd. De Israëlische annexatie van Jeruzalem, en de bezetting van de Westelijke Jordaanoever en de Syrische Hoogvlakte van Jawlan (Golan) hebben na decennia nog niet tot internationale sancties geleid. De Russen hadden wellicht op dezelfde clementie gehoopt ten aanzien van hun Oekraïense escapades, maar voor hen gelden andere normen.
De schendingen van de mensenrechten waaraan Israël zich schuldig maakt hebben nog steeds niet tot een wapenemargo geleid, zoals dat China overkwam. En waar Iran ten aanzien van zijn nucleaire programma blootstaat aan sancties en een streng inspectie-regime, blijven sancties tegen Israël uit, ook al houdt het land een arsenaal aan verboden massavernietigingswapens verborgen.
Dit uitzonderen van Israël van sancties vormt de achtergrond waartegen de BDS-beweging ontstond. Op 9 juli 2005 tekenden 171 Palestijnse maatschappelijke organisaties de zogeheten ‘BDS-oproep’, waarin de wereld werd opgeroepen Israël door middel van boycots, desinvestering en sancties te dwingen tot respect voor de rechten van de Palestijnen. Die oproep werd wereldwijd beantwoord en resulteerde in wat de internationale BDS-beweging wordt genoemd.
De datum van 9 juli 2005 was niet willekeurig gekozen. Het was op de dag af een jaar na de publicatie van het rapport waarin het Internationaal Gerechtshof de bouw van de Israëlische ‘Afscheidingsmuur’ op Palestijns grondgebied als illegaal veroordeelde. Het hof maande Israël de muur naar eigen grondgebied te verplaatsen, en riep alle landen die de Vierde Conventie van Genève hadden ondertekend – waaronder Nederland – op Israël tot respect voor het recht te bewegen.
In een resolutie die met 150 stemmen voor – waaronder Nederland – en zes tegen werd aangenomen, nam de Algemene Vergadering van de VN het rapport en de eisen over. Maar Israël bouwde onbekommerd verder aan de muur en de internationale gemeenschap keek met de armen over elkaar toe. Het was voor de Palestijnse samenleving het definitieve teken dat ze op zichzelf was aangewezen en haar rechten op eigen kracht moest bevechten.
De in de BDS-oproep opgenomen eisen zijn duidelijk geformuleerd en door Palestijnse leiders als Omar Barghouti – die onlangs vanwege zijn BDS-activiteiten door de VS tot persona non grata is verklaard – veelvuldig toegelicht:
• Beëindiging van de illegale Israëlische bezetting en kolonisering van de Palestijnse Westelijke Jordaanoever (inclusief Oost-Jeruzalem) en de Syrische Hoogvlakte van Jawlan (Golan); opheffing van de blokkade van de Palestijnse Gazastrook; afbraak van de op Palestijns land gebouwde ‘Afscheidingsmuur’.
• Gelijke rechten voor Palestijnen in Israël. Israël kent van oudsher tientallen discriminerende wetten (intussen zijn dat er 65). In juli 2018 bekrachtigde het Israëlische parlement de tweederangs status van niet-joodse inwoners in een ‘basiswet’, het equivalent van een grondwet. Deze ‘natiestaat-wet’ werd, zeker ook van joodse kant, bekritiseerd als racistisch en een vorm van apartheid. In datzelfde jaar werden twee wetsvoorstellen die gelijke rechten voor alle inwoners van Israël bepleitten niet in behandeling genomen (juni) c.q. weggestemd (december).
• Respecteren van het recht van terugkeer van de in 1948 verdreven Palestijnen en hun nazaten. Net als andere volken hebben ook de Palestijnen dat recht, zoals al in 1948 expliciet vastgelegd in VN-resolutie 194, die gold als voorwaarde bij de erkenning van de staat Israël. Het Palestijnse recht van terugkeer is veelvuldig herbevestigd in VN-resoluties, waarin het wordt gedefinieerd als essentieel onderdeel van elke vredesregeling.
Alle drie de BDS-eisen zijn geworteld in het internationaal recht en maken op geen enkele manier inbreuk op de rechten van Israëli’s of anderen. De Palestijnse BDS-oproep is een volstrekt legitiem middel van verzet tegen de Israëlische onderdrukking.
Wereldwijd zijn talloze lokale groeperingen actief, maar die vormen slechts een deel van de internationale BDS-beweging. Daartoe behoren ook honderden prominente organisaties en instellingen, zoals vakbonden (bijvoorbeeld de 16 miljoen leden tellende All India Peasants Union, de Canadese vakbond Unifor en de Noorse Federatie van Vakbonden, die 24 bonden en 900 duizend leden vertegenwoordigt), universiteiten (bijvoorbeeld die van Tshwane en Johannesburg in Zuid-Afrika), studentenorganisaties (in onder meer Nederland, India en de VS), kerkgenootschappen (zoals de Presbyterianen en de Mennonieten), stadsbesturen (zoals dat van Dublin) en ook Israëlische groeperingen en organisaties, bijvoorbeeld op wetenschappelijk terrein.
Zoals te verwachten wordt de Palestijnse BDS-oproep ook breed gedragen in gemeenschappen die zelf te maken hebben met racisme, discriminatie en geweld. Met name binnen de zwarte gemeenschap bestaat grote solidariteit met de Palestijnen (bijvoorbeeld van Black Lives Matter). Opvallend is de actieve rol van joodse organisaties in de BDS-beweging (zoals Jewish Voice for Peace). Ook in Nederland spelen joden een actieve rol binnen de BDS-beweging.
In Nederland is de organisatie DocP (Documentatie en Onderzoek Centrum Palestina) de belangrijkste coördinator van BDS-acties en -activiteiten. DocP is een platform van tientallen maatschappelijke organisaties. Actuele campagnes zijn gericht op de HEMA (Kappen-met-Teperberg), het in mei in Israël te houden Eurovisie Songfestival, en op Israëlische en nederzettingenproducten bij de supermarkt (de consumentenboycot ‘Stamp geen Palestijn fijn’). Daarnaast verzorgt DocP een regelmatige nieuwsvoorziening en nieuwsbrief. Iedereen die betrokken wil zijn bij de BDS-beweging kan contact opnemen met DocP. Er is permanent behoefte aan inzet en expertise.
Het succes van de BDS-beweging heeft Israël ertoe gebracht die de oorlog te verklaren. In een uitgebreide inventarisatie (Bemoeit Israël zich met Nederlandse burgers?) beschreven wij de – verre van vreedzame – middelen die daartoe worden ingezet. In meerdere artikelen beschreven we de desastreuze gevolgen van de internationale ‘oorlog tegen BDS’ in Duitsland en de Verenigde Staten.
Ook in Nederland wordt vanuit de Israël-lobby een lastercampagne tegen BDS gevoerd. Afgelopen maanden kreeg die een impuls nadat GroenLinks een congresmotie aannam, waarin werd geconstateerd dat BDS een legitiem middel van verzet is tegen de Israëlische onderdrukking. In een tweede artikel gaan wij later deze week in op de anti-BDS-argumenten die vanuit de Nederlandse Israël-lobby worden opgebracht.