Zelfs nu de Israëlische bezetting zijn 56e levensjaar ingaat wil Europa van kritiek op Israël niets weten. Integendeel, de EU wil versterking van de banden, en daarmee van Europa’s medeplichtigheid aan de bezetting. Palestinian lives don’t matter.
Wie nog iets van hoop mocht koesteren dat de Europese Unie (EU) wil bijdragen aan het bereiken van een rechtvaardige vrede in Israël/Palestina, werd op hardhandige wijze uit de droom geholpen door Roberta Metsola, de voorzitster van het Europees Parlement. Zij bracht, enkele maanden na haar aanstelling, haar eerste bezoek aan Israël. Zwaartepunt daarvan was een toespraak tot de Knesset, het Israëlische parlement.
Zo’n speech gaat natuurlijk gepaard met formaliteiten en beleefdheden, maar wat Metsola namens de Europeanen presenteerde was een onvoorwaardelijke loyaliteitsverklaring aan Israël, die gezien de omstandigheden niet anders dan beschamend kan heten. Ze maakte glashelder dat de EU geen enkele intentie heeft om een vredesinitiatief te nemen, of een eind te maken aan Israëls wrede bezetting van Palestijns gebied, die komende week zijn 56e levensjaar ingaat. Die bezetting mag van Europa tot sint-juttemis duren. Wat de EU wél wil vatte Metsola in één zin samen: ‘Ik ben hier om te praten over het verbeteren van de banden op het gebied van cultuur, wetenschap, handel, onderwijs, kunst, onderzoek en technologie.’
Het bezoek kwam op een uiterst gevoelig moment. Enkele dagen voor Metsola’s toespraak weigerde Israël haar collega-Europarlementariër Manu Pineda de toegang tot het land, zonder opgaaf van redenen. Pineda is voorzitter van de Europese parlementsdelegatie voor de betrekkingen met Palestina. De delegatie wilde naar de bezette Westelijke Jordaanoever om de situatie na het doodschieten van de journaliste Shireen Abu Akleh te beoordelen. De trip moest worden gecanceld.
Israël blokkeert het werk van het Europees Parlement, was de vanzelfsprekende kritiek van Pineda en zijn collega’s. Niets lijkt logischer dan dat Metsola dit affront in haar toespraak tot de Israëlische parlementariërs stevig aan de orde zou stellen. Maar niets was minder waar: Metsola deed er het zwijgen toe.
Een nog gevoeliger aspect was de mijlpaal van 55 jaar Israëlische bezetting die voor de deur staat. Komende week gaat de bezetting van Oost-Jeruzalem, de Westoever en Gaza haar 56e levensjaar in. Laat dat doordringen: vijfenvijftig jaar bezetting, onderdrukking en ontrechting van miljoenen Palestijnen – het is even absurd als onacceptabel, en volledig in strijd met de Europese waarden en wet- en regelgeving. Maar Metsola zei er niets over.
Geen woord ook wijdde ze aan de kort voor haar bezoek aangekondigde maatregelen waarmee Israël onderstreepte dat de bezetting in dienst staat van een koloniaal project. Een project met een permanent karakter, dat de feitelijke inlijving van zoveel mogelijk Palestijns grondgebied beoogt en een scala schendingen van het internationaal recht en de universele mensenrechten in zich verenigt. Vlak voor haar bezoek kondigde Israël de bouw aan van 6.100 nieuwe woningen voor kolonisten. Ook stelde het in bezet gebied een nationaal park van 22 vierkante kilometer in. Verder gaf het Israëlische Hooggerechtshof groen licht voor de deportatie van duizend Palestijnen uit Masafir Yatta, die inmiddels is begonnen.
En dan was er natuurlijk Shireen Abu Akleh, de bekende Palestijns-Amerikaanse journaliste van Al-Jazeera die op 11 mei in bezet gebied werd doodgeschoten, naar alle waarschijnlijkheid door een Israëlische scherpschutter. Twee dagen later was de wereld getuige van de beschamende charges van Israëlische ‘veiligheidstroepen’ tegen de begrafenisstoet van Shireen in Oost-Jeruzalem. Het grimmige gezicht van de bezetting keek recht in de camera’s van de wereldpers. Maar ook Shireen haalde de toespraak van Metsola niet.
Eerlijk is eerlijk, Metsola ging niet helemaal voorbij aan het thema vrede. Maar daarmee maakte ze haar toespraak nog beschamender. Ze herhaalde de holle mantra waarmee de EU zich sinds de Oslo-akkoorden (1993-1995) een ferm voorstander betoont van het zogenoemde ‘vredesproces’, dat moet uitmonden in de beroemde tweestatenoplossing. Die ziet er, in Metsola’s woorden, zo uit: ‘De veilige staat Israël en een onafhankelijke, democratische, aaneengesloten, levensvatbare Palestijnse staat, die zij aan zij leven in vrede en veiligheid.’
Lachwekkend of hypocriet – wat is het eerste woord dat in u opkomt? Beide zijn goed, want de EU heeft nooit ook maar de flauwste poging ondernomen om het in 2014 ten grave gedragen vredesproces te reanimeren, en Metsola liet dat ook nu na. Europa heeft het volstrekt laten afweten. Wat heet, het heeft een extreem negatieve en medeplichtige rol gespeeld door Israël toe te staan zijn illegale kolonies (‘nederzettingen’) in Oost-Jeruzalem en op de Westoever te blijven uitbreiden en daarmee de gedroomde ‘aaneengesloten en levensvatbare Palestijnse staat’ onmogelijk te maken. Er is in Brussel en Den Haag niemand die kan vertellen hoe die staat nog gerealiseerd zou kunnen worden. Het weerhield Metsola er niet van de charade voort te zetten.
Het werd nog erger toen Metsola uitgerekend Israël de aangewezen partij noemde om het proces naar vrede te leiden. De bezettende mogendheid, die net onder het oog van de wereld zijn bruutste gezicht had getoond en bij monde van premier Naftali Bennett zowel vredesonderhandelingen als de tweestatenoplossing resoluut afwijst – die mogendheid is volgens het Europees Parlement geknipt om als vredesstichter een leidende rol te spelen, zelfs op het wereldtoneel: ‘Dit is het moment waarop Israël de wereld kan leiden, niet alleen bij het zoeken maar ook bij het vinden van die ongrijpbare vrede.’
De rest van Metsola’s speech was van een even ontluisterend niveau. Zo wijdde ze plechtige woorden aan de lessen van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust, waarop de Europese eenheid volgens haar goeddeels is gestoeld. Europa staat voor ‘het samenbrengen van mensen en het verdedigen van de beginselen die ons uit de as van de oorlog en de Holocaust naar vrede en welvaart hebben geleid’. Essentieel is volgens Metsola ‘dat we ons de verwoestingen van de geschiedenis herinneren en de lessen uit het verleden nooit zullen worden vergeten’.
Het behoeft geen betoog dat die vrome boodschap niet is besteed aan politici die verantwoordelijk zijn voor een bezetting die inmiddels elf keer zo lang duurt als de Duitse bezetting van Nederland. Erger, het Europees Parlement maakt met zijn voortgaande steun aan die bezetting duidelijk de dure lessen uit het verleden zélf niet te hebben geleerd, of ze op z’n best selectief toe te passen. Als het om Palestijnen gaat geldt het ‘verdedigen van de Europese beginselen’ niet.
Dat de EU over de middelen beschikt om die Europese beginselen te verdedigen – denk aan het EU global human rights sanctions regime – kan Vladimir Poetin beamen. Die heeft met zijn invasie van Oekraïne ‘de fundamenten van de wereldwijde rechtsorde tot in de kern doen wankelen’, aldus Metsola. Vandaar dat Europa direct spijkerharde BDS-maatregelen (boycots, desinvesteringen en sancties) tegen Rusland heeft getroffen. Zo doen wij dat, wilde Metsola maar zeggen.
Behalve als het om Israël gaat. Dan blijven even gerechtvaardigde sancties ook na 55 jaar bezetting achterwege en komt Metsola persoonlijk langs om juist te pleiten voor versterking van de banden. Dan speelt het feit dat Israël tot het exclusieve gezelschap van notoire schenders van bindende resoluties van de VN-Veiligheidsraad behoort ineens geen rol. Dan doet het feit dat miljoenen Palestijnen al tientallen jaren in vluchtelingenkampen leven, de oudsten al 74 jaar, niet ter zake. De Oekraïne-crisis heeft de dubbele Europese standaard op niet mis te verstane wijze zichtbaar gemaakt.
Het meten met twee maten kwam ook tot uiting in de verzekering van Metsola dat Europa Israëls bestaansrecht altijd zal verdedigen. Dat klinkt nobel, maar het schuurt hevig met het feit dat datzelfde Israël het bestaansrecht van Palestina en zelfs het Palestijnse recht op zelfbeschikking openlijk afwijst, en nog extremer: het visioen van een Palestijnse staat heeft begraven onder het asfalt van zijn illegale nederzettingen. Brussel zelf weigert tot op de dag van vandaag de staat Palestina te erkennen, net als Den Haag. Maar waag het niet het bestaansrecht van Israël ter discussie te stellen – Europa waakt!
Alinea na alinea, zin na zin, was Metsola’s toespraak een blamage. Met de onvoorwaardeijke steunbetuiging aan de bezetter onderstreepte ze nog eens dat de EU geen deel van een mogelijke oplossing is, maar deel van het probleem: ten diepste medeplichtig en een loodzwaar obstakel voor vrede.
Blamerend is ook dat die steun werd uitgesproken namens het Europees Parlement, namens alle Europeanen derhalve, wij allen inbegrepen. Onder het mom van ‘Europese beginselen’ en ‘geleerde lessen’ dreef Metsola de spot met die beginselen en lessen, tot afgrijzen van de Europeanen die daar wél oprecht waarde aan hechten. En die zich steeds sterker afvragen wiens belangen Europa’s politieke establishment nu eigenlijk dient.
En bovenal blamerend vanwege de minachting voor de Palestijnen die de Europese politiek kenmerkt. Hun rechten doen er niet toe. Zij moeten ook na 55 jaar onder bezetting blijven leven. En na 74 jaar in hun vluchtelingenkampen blijven zitten. Elementaire mensenrechten komen hen niet toe. Palestinian lives don’t matter, was in essentie de boodschap die Metsola in de Knesset verkondigde.