Steeds meer kerken roepen op tot actie om de ‘snel verslechterende situatie’ voor christenen in Jeruzalem en het Heilige Land het hoofd te bieden. Én tot actie tegen de Israëlische bezetting.
In weerwil van de vaak gehoorde bewering dat onder Israëlisch bestuur de religieuze rechten voor elk van de drie grote monotheïstische religies in Jeruzalem gewaarborgd zijn, is voor christenen het tegenovergestelde het geval. Steeds luider klinkt die waarschuwing uit kerkelijke kringen, vergezeld van de oproep om tegen het voortgaande onrecht in actie te komen.
Het Centraal Comité van de Wereldraad van Kerken luidt in een scherpe verklaring de noodklok over wat het noemt de ‘snel verslechterende situatie’ in het Heilige Land en met name in Jeruzalem. Het wijst op liefst zeven verklaringen waarin de kerkleiders in Jeruzalem zich sinds half december 2021 gezamenlijk hebben uitgesproken tegen uiteenlopende bedreigingen voor het ‘multireligieuze en multiculturele karakter’ van de stad. Hun oproepen aan de Israëlische autoriteiten om actie te ondernemen hebben echter geen effect gehad, concludeert het comité.
De kerkleiders beklaagden zich onder meer over aanvallen op kerkelijk personeel en vernielingen van kerkelijke bezittingen door ‘extremistische groepen’ die ongestraft hun gang kunnen gaan. Daarnaast bekritiseerden zij Israëlische maatregelen die de toegang tot heiligdommen en de vrijheid van godsdienst beperken.
Een terugkerend thema is ook de schimmige overname van drie iconische gebouwen van de Grieks-orthodoxe Kerk in Oost-Jeruzalem door de Joodse kolonistenorganisatie Ateret Cohanim, waaronder het Imperial Hotel en het Petra Hotel – we schreven er eerder over. De kolonisten zouden de gebouwen in 2004 in een geheime overeenkomst hebben gekocht, maar die deal wordt sindsdien door de kerk aangevochten als ‘oneerlijk en onrechtmatig’. Onlangs stelde het Israëlische Hooggerechtshof de kolonisten in het gelijk. In maart al namen die de benedenverdieping van het Petra Hotel over.
De Wereldraad noemt de overname van de gebouwen een voorbeeld van de teloorgang van de christelijke ‘footprint’ in Jeruzalem, en met name van de identiteit van de christelijke wijk in de Oude Stad in bezet Oost-Jeruzalem. Onlangs uitten ook de Europese Unie en de hoogste vertegenwoordiger van de Rooms-Katholieke Kerk in het Heilige Land, patriarch Pierbattista Pizzaballa, harde kritiek op de overname. Pizzabella noemt de overname een van de vele voorbeelden van ‘illegale methodes’ waarmee Israëlische nationalisten Oost-Jeruzalem trachten te ‘verjoodsen’. Ateret Cohanim is, samen met andere extremistische organisaties, ook betrokken bij de overname van woningen van Palestijnen in wijken als Sheikh Jarrah en Silwan.
De Wereldraad, die 352 kerken en meer dan 580 miljoen christenen uit ruim 120 landen vertegenwoordigt, plaatst de bedreiging van het christelijk erfgoed nadrukkelijk in het bredere perspectief van de Israëlische onderdrukking van de Palestijnen in bezet gebied. Het Centraal Comité wijst onder meer op de voortgaande ontheemding van Palestijnen in Oost-Jeruzalem en op de bezette Westelijke Jordaanoever, op de door het Hooggerechtshof goedgekeurde ontvolking en sloop van acht Palestijnse dorpen in Masafir Yatta, en op het uitblijven van gerechtigheid voor Shireen Abu Akleh, de christelijke Palestijns-Amerikaanse journaliste die op 11 mei door een Israëlische militair werd doodgeschoten.
‘De discriminatie van Palestijnen is openlijk en systematisch’, schrijft het comité, ‘en de bezetting is en blijft in strijd met de menselijke waardigheid en de mensenrechten van de Palestijnen’. Medeverantwoordelijk voor het voortbestaan van het onrecht is volgens de Wereldraad de internationale gemeenschap, die ‘flagrante dubbele standaarden’ aan de dag legt, ten nadele van de Palestijnen. Het comité roept alle aangesloten kerken en overige christenen, en ook Joden, moslims en ‘alle mensen van goede wil’ op zich tegen het onrecht uit te spreken en zich sterk te maken voor gelijke rechten voor alle inwoners van Israël/Palestina en voor handhaving van het internationaal recht.
Een bijzondere gelegenheid hiervoor is de ‘Wereldweek voor vrede in Israël en Palestina’ van 15 tot 22 september. Het thema van de week is ‘Geloof, hoop en liefde in actie: op weg naar gerechtigheid in Israël/Palestina’. De Wereldraad roept ‘congregaties en individuen over de hele wereld die de hoop op gerechtigheid delen’ op om tijdens de week ‘gezamenlijk vreedzame acties te voeren en op te roepen tot beëindiging van de bezetting’.
De Wereldraad staat met zijn kritiek en oproep verre van alleen. Onlangs vestigde het Palestijnse ‘Hoger Presidentieel Comité voor Kerkzaken’ in een brief aan de Nederlandse Raad van Kerken de aandacht op dezelfde bedreigingen voor de christelijke gemeenschap in Jeruzalem en het Heilige Land. Ook dit comité plaatst die bedreigingen in het kader van de bezetting en de systematische onderdrukking van de Palestijnen, en de voortgaande Israëlische schendingen van het internationaal recht en bindende VN-resoluties.
Alle pogingen om langs diplomatieke en politieke weg een eind aan het onrecht te maken hebben niets opgeleverd, is ook de conclusie van dit comité – ‘de situatie is meer dan dringend, actie is nu noodzakelijk’. Het roept de internationale gemeenschap, waaronder de Nederlandse Raad van Kerken, op de Israëlische overheersing openlijk te veroordelen en concrete stappen te zetten ‘om de christelijke heiligdommen en de christelijke aanwezigheid in Jeruzalem en het Heilige Land te verdedigen’.
Begin juli presenteerden de organisatie van Palestijnse christenen Kairos Palestine en de Global Kairos for Justice Coalition een dossier over de Israëlische apartheid, getiteld Een dossier over Israëlische Apartheid: Een dringende oproep aan kerken over de hele wereld. Daarmee sluiten zij aan bij de talloze mensenrechtenorganisaties en -deskundigen, en ook christelijke organisaties, die hebben geconcludeerd dat Israël zich schuldig maakt aan de misdaad van apartheid – een misdaad tegen de menselijkheid.
Met het dossier onderstrepen zij hun beroep op de internationale gemeenschap om steun. Het is tijd om de dingen bij de naam te noemen, heet het: ‘Er staat te veel op het spel – voor de Palestijnen, voor de Palestijnse kerk, voor de kerk wereldwijd – om ons zachtjes te blijven uitspreken en eufemismen te blijven gebruiken om ons lijden te beschrijven.’
Ook tijdens de presentatie van het dossier wezen verscheidene sprekers op de dubbele standaarden die de internationale gemeenschap hanteert. Werd Rusland direct bedolven onder sancties na zijn invasie van Oekraïne, de illegale Israëlische bezetting en kolonisering van Palestijns gebied wordt al 55 jaar op z’n beloop gelaten.
Daar is ook Israël niet mee gediend, stelde Michel Sabbah, voorzitter van Kairos Palestine en katholiek emeritus patriarch van Jeruzalem, tijdens de presentatie. Israël heeft échte vrienden nodig, zei hij, geen vrienden die alles door de vingers zien. ‘Ware vrienden zeggen tegen Israël: “Doe jezelf geen onrecht aan door anderen onrecht aan te doen, namelijk het Palestijnse volk”.’