Na het Openbaar Ministerie oordeelt ook het Gerechtshof Amsterdam dat de slogan niet antisemitisch of strafbaar is. Daarmee wordt paal en perk gesteld aan de intimiderende praktijken waarmee pro-Israël-activisten proberen de slogan uit het publieke domein te verbannen.
In mei 2021 werd in Nederland fel geprotesteerd tegen de escalatie van het Israëlische geweld tegen de Palestijnen in de bezette Palestijnse gebieden en Israël zelf. Een van de slogans waarmee dat gebeurde was From the river to the sea, Palestine will be free.
Die slogan heeft een lange geschiedenis. Het is een Palestijnse roep om vrijheid in alle delen van historisch Palestina, het gebied tussen de rivier de Jordaan en de Middellandse Zee. Na de stichting van de staat Israël in 1948 viel dat in delen uiteen en verloren de Palestijnen iedere zeggenschap over hun thuisland.
In Israël kwamen zij tot eind 1966 – de facto tot begin 1968 – onder een wurgend militair regime en in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever onder respectievelijk Egyptisch en Jordaans bewind, terwijl de driekwart miljoen Palestijnen die tijdens de Nakba (1947-1949) door Joodse milities van huis en haard verdreven waren verspreid over de regio in vluchtelingenkampen leefden. Onder deze omstandigheden won de slogan met name sinds begin jaren zestig aan populariteit.
In de Zesdaagse Oorlog van juni 1967 bezette Israël ook de rest van historisch Palestina – een operatie die het verkocht als ‘bevrijding’ – en kwam het hele gebied onder Israëlische controle. Sindsdien leven de Palestijnen er onder uiteenlopende vormen van rechteloosheid en onderdrukking: in Israël zijn zij tweederangsburgers en op de Westoever, in Oost-Jeruzalem en in de Gazastrook leven zij onder een militaire bezetting die verschillende gezichten heeft, maar als centraal aspect dat de Palestijnen geen enkele invloed hebben op het regime dat hun levens bepaalt. De vluchtelingen worden door Israël nog altijd weerhouden van hun recht van terugkeer naar hun oorspronkelijke woonplaatsen; zij leven nog altijd in de diaspora, merendeels onder uitzichtloze omstandigheden en aangewezen op steun van de VN.
Tegen deze achtergrond is de slogan onverminderd populair en relevant. Hij moet begrepen worden als verzet tegen wat from the river to the sea de facto één staat (Israël) is, waarin Palestijnen in uiteenlopende gradaties worden gediscrimineerd dan wel onderdrukt. De slogan geeft uiting aan de Palestijnse oppositie tegen dit op etnische leest geschoeide en inherent racistische onrecht.
Pro-Israël-activisten bevechten de roep om vrijheid en gerechtigheid sinds jaar en dag met alle mogelijke middelen. Zo ook tijdens de protesten tegen het Israëlische geweld in mei 2021. Tegen een lid van de pro-Palestijnse organisatie Samidoun die de slogan tijdens een toespraak gebruikte werd aangifte gedaan. De slogan zou antisemitisch zijn, luidde de aanklacht.
In alle sindsdien doorlopen juridische procedures kreeg de klager echter geen poot aan de grond. Uiteindelijk belandde de aanklacht op het bord van het Gerechtshof Amsterdam, dat op 15 augustus oordeelde dat de slogan niet antisemitisch, haatzaaiend, opruiend of bedreigend is en binnen de vrijheid van meningsuiting valt. De klacht is definitief ongegrond verklaard.
De uitspraak van het hof is van grote betekenis. Niet alleen wordt de slogan erkend als een legitieme vorm van protest, ook wordt paal en perk gesteld aan de intimiderende praktijken waarmee pro-Israël-activisten proberen de slogan uit het publieke domein te verbannen.
Een voorbeeld daarvan is de campagne die, eveneens in mei 2021, werd gevoerd tegen de kunstenaarswerkplaats De Ateliers en de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam, nadat studenten er spandoeken met de slogan aan de gevel hadden gehangen. Een bonte stoet pro-Israël-activisten beschuldigde de akademie van steun aan ‘de vernietiging van Israël’ of, erger nog, ‘de vernietiging van de Joden’. Journalist Frits Barend zei het zo: ‘Tachtig jaar na de Holocaust roept een koninklijke instelling impliciet alsnog op tot uitroeiing van de Joden.’
Ook Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) Eddo Verdoner liet zich gelden. In een opiniestuk in Het Parool schreef hij dat de slogan ‘in de context van dit [Israëlisch/Palestijnse] conflict immers betekent dat Israël moet verdwijnen. Het impliceert daarmee ook dat de Joodse bevolking weg zal trekken, of erger: wordt verjaagd’.
Volgens Verdoner zouden Amsterdamse Joden ‘zich bedreigd voelen door het spandoek’. Verwijzend naar de Holocaust en het feit dat in de Tweede Wereldoorlog Duitse militairen in het huidige akademiegebouw gelegerd waren stelde hij: ‘Het delegitimeren van de Joodse staat raakt in essentie precies dezelfde snaar. “Ga daar maar weg”, stond eigenlijk op het spandoek.’ Daarmee zou Nederlandse Joden in het hypothetische geval van een tweede Holocaust een veilige haven worden ontnomen, aldus Verdoner: ‘Zoals Abel Herzberg zei: zonder Israël is elke Jood een ongedekte cheque.’
De intimidatiecampagne had succes. De leiding van de akademie boog voor de beschuldigingen, de directeur bood excuses aan en liet de spandoeken verwijderen. Aan het Piet Zwart Instituut, onderdeel van de Willem de Kooning Academie en de Hogeschool Rotterdam, deed zich een vergelijkbare campagne voor. Daar moest zelfs een afbeelding van een meloen het veld ruimen.
De campagnes staan bol van de hypocrisie. De Palestijnen worden from the river to the sea gediscrimineerd dan wel onderdrukt, zij krijgen dag in dag uit te verstaan dat het hele gebied door Israël is ‘bevrijd’ en dat ‘het Joodse volk een exclusief en onvervreemdbaar recht heeft op alle delen van het land’, maar zelf mogen zij hun vrijheid en rechten niet from the river to the sea bepleiten.
Doen zij dat wel, dan krijgen ze tot in Nederland toe te horen dat juist zij het zijn die geweld prediken en uit zijn op onderdrukking en verdrijving. Zij ‘willen Israël vernietigen’ en ‘de Joodse Israëli’s verdrijven’, zo niet alle Joden ‘uitroeien’. Wat de Palestijnen zelf willen en bedoelen doet er niet toe, dat bepalen de pro-Israël-activisten wel; Palestijnen moeten hun mond houden, hun slogan moet verboden worden en debat daarover de kop ingedrukt.
De campagnes zijn niet alleen hypocriet, maar ook destructief. Het debat over gelijke rechten in Israël/Palestina is namelijk juist noodzakelijk, althans voor wie naar vrede streeft. De slogan From the river to the sea, Palestine will be free mag, nee moet gehoord worden. De tijd dat het thema kon worden geparkeerd in het vooruitzicht dat de tweestatenoplossing het ‘conflict’ zou beslechten ligt achter ons. Israël maakt er geen geheim van de Westelijke Jordaanoever niet alleen de facto, maar ook de jure te willen annexeren, daarmee zijn from the river to the sea-project voltooiend. De Palestijnen wacht uitzichtloze voortzetting van het onrecht dat hun levens al generaties domineert.
De geweldsexplosie in mei 2021, voor het eerst sinds lange tijd ook in Israël zelf, heeft de wereld ten overvloede doordrongen van het feit dat de situatie een kruitvat is dat ieder moment kan ontploffen. Geweld op enorme schaal is een reëel risico, a clear and present danger, en dat zal geen winnaar, maar alleen verliezers opleveren. Je zou verwachten dat ook de pro-Israël-activisten dat begrepen hebben. In de racistische ongelijkheid en onderdrukking die volgens hen fundamenteel zijn voor het voortbestaan van Israël ligt juist het werkelijke gevaar voor het land en zijn Joodse (en niet-Joodse) bewoners.
Dat de activisten hun verzet tegen de slogan zullen opgeven valt niet te verwachten, maar de uitspraak van de rechter ontneemt hen in ieder geval hun intimidatiewapen. De Rijksakademie van Beeldende Kunsten en het Piet Zwart Instituut zullen zich voortaan wel driemaal bedenken voor zij een spandoek verbieden.
Dat er kennelijk Joden zijn die de slogan als bedreigend ervaren is vanzelfsprekend betreurenswaardig. Dat maakt open debat ook voor hen belangrijk. Dan kunnen zij van de Palestijnen en hun medestanders zelf horen wat zij bedoelen. En zullen zij merken dat veel Joden hun angst niet delen, maar de noodzaak van debat en van beëindiging van de Israëlische overheersing onderschrijven.
Wat niet helpt is gevoelens van bedreiging te versterken door spookbeelden over de ondergang van Israël te verspreiden en te appelleren aan Holocaust-trauma’s. Er is geen tweede Jodenvervolging op komst en debat over gelijke rechten betekent niet dat ‘de joodse Israëli’s worden verjaagd’. Integendeel, dat debat is essentieel om zulk geweld te helpen voorkomen en tot een vreedzame oplossing te komen waarin de vrijheid en rechten van alle bewoners van Israël/Palestina gegarandeerd zijn, from the river to the sea.