Martijn de Rooi is redacteur en schrijver en werkt voor The Rights Forum.
14 maart 2024 Lees meer overAntisemitisme was Dries van Agt vreemd. De beschuldigingen die hem zelfs na zijn dood ten deel vallen zijn bedoeld om zijn Israël-kritische opvattingen verdacht te maken.
‘Als je een hekel hebt aan joden en je pleegt samen met je vrouw zelfmoord, dan vraag je ook wel een beetje om bepaalde vergelijkingen. Of heb je Der Untergang nooit gezien?’
Ik was net klaar met het schrijven van een In memoriam voor Dries van Agt, of een blik op de sociale media leerde me dat anderen ook niet hadden stilgezeten. Een legertje internetkrijgers had de dood van de oud-premier aangegrepen om hem nog eenmaal van Jodenhaat te beschuldigen. Of om zijn echtgenote Eugenie en hem, pal nadat zij na een samenzijn van meer dan zeventig jaar op een zelfgekozen moment hand in hand waren gestorven, te vergelijken met Hitler en Eva Braun.
Welke diepe kwaadaardigheid achter dit gedrag schuilgaat zal ik nooit begrijpen. Maar het maakt me woedend, iedere keer weer. Ik kende Dries persoonlijk en als ik één ding met zekerheid durf te stellen is het dat antisemitisme, zoals iedere vorm van racisme, hem vreemd was.
Hoe ik dat zo zeker weet? Omdat zijn artikelen en optredens daar keer op keer van getuigden. En omdat het een onderwerp is waarover ik, zoon van Holocaustoverlevenden en van Joodse afkomst, meermalen expliciet met hem heb gesproken. En ik weet dat ik niet de enige was die in zulke gesprekken met hem kon rekenen op begrip, medeleven en, ja, troost.
Zelf werd ik in de dagen en weken na de dood van Dries via mail en op sociale media ook op allerlei rotzooi getrakteerd. Ik werk immers voor de door hem opgerichte stichting The Rights Forum. Die bepleit een oplossing van de kwestie-Palestina langs de lijnen van het internationaal recht – het enige rechtvaardige criterium voor vrede, dat bovendien voor alle betrokkenen even zwaar weegt.
Dan is fanmail uit pro-Israël-hoek, gecomponeerd rond de steekwoorden antisemiet, terrorist, nazi en kapo, nooit ver weg. Of een variant, zoals ditmaal: ‘Als jij in de Tweede Wereldoorlog had geleefd zou je je ouders hebben verraden.’ Regelmatig ontvang ik ook foto’s, bijvoorbeeld van de beruchte bordjes met de tekst Juden nicht erwünscht. Of van de concentratiekampen die mijn vader en andere familieleden wonder boven wonder hebben overleefd.
Natuurlijk was ook de tweekoppige hoofdredactie van het Nieuw Israëlietisch Nieuwsblad (NIW) er als de kippen bij om Van Agt een trap na te geven. Het lasterduo heeft half Nederland van antisemitisme en nazisympathieën beschuldigd, maar Van Agt en The Rights Forum mogen zich vanouds op speciale obsessieve aandacht verheugen.
Met kenmerkende ongerijmdheid noemde het blad ons ditmaal ‘een anti-Israëllobbyclub die voor allerlei rechten pleit, maar niet voor het recht van Joden te mogen leven’. Even kwaadaardig was de aantijging dat The Rights Forum ‘is verworden tot een van de aandrijvers van antisemitisme in ons land, vooral sinds het bloedbad van 7 oktober’.
Concrete voorbeelden van dit ‘aandrijven van antisemitisme’ ontbraken zoals gewoonlijk, laat staan dat er aangifte tegen ons was gedaan – toch de aangewezen weg om een kennelijke motor achter het Nederlandse antisemitisme te bestrijden. Ook andere notoire antisemitismeschreeuwers, zoals het CIDI, Centraal Joods Overleg en Christenen voor Israël, laten het wat dit betreft structureel afweten.
Geen wonder. Zij weten heel goed dat antisemitisme ons vreemd is. Hun beschuldigingen zijn ook niet bedoeld om Jodenhaat aan de kaak te stellen, maar om ons te intimideren, verdacht te maken en te isoleren. Het is een lot dat wereldwijd iedereen ten deel valt die zich kritisch uitlaat over de Israëlische bezetting, kolonisering en apartheid. En overal zijn onder de slachtoffers Joden sterk oververtegenwoordigd. Dat het begrip antisemitisme hierdoor iedere betekenis verliest geldt in pro-Israël-kringen als collateral damage.
Politici schamen zich er niet voor deze plaag aan te wakkeren. Zie bijvoorbeeld hoe de Tweede Kamerleden Ulysse Ellian (VVD) en Gert-Jan Segers (ChristenUnie) begin 2022 mede-gangmakers waren van een lastercampagne tegen ons. Verbeten bleven ze hun beschuldigingen verkondigen, ook nadat alom duidelijk was dat het klinkklare leugens waren en wij hen dringend hadden verzocht ze terug te nemen. Gekker nog, het duo nam ze op in een – ook in andere opzichten ondermaatse – beleidsnota over de aanpak van antisemitisme.
Om tegen zulke achterklap bestand te zijn moet je sterk in je schoenen staan. Eind januari bezweek CDA-Kamerlid Derk Boswijk eronder nadat hij had gepleit voor een boycot van Israëls illegale nederzettingen. Via de Joodse lasterkanalen en clubs als Christenen voor Israël en GeenStijl werd hem aangewreven het beruchte ‘Kauft nicht bei Juden’ nieuw leven in te blazen. Boswijk trok zijn oproep direct in.
De in 2014 overleden Joodse Auschwitz-overlevende Hajo Meyer bracht dit fenomeen al in 2006 feiloos onder woorden: ‘Kritiek op Israël is de huidige vorm van het antisemitisme. Zo krijg je iemand als Dries van Agt dus in de hoek van de antisemieten. Godzijdank laat hij zich daardoor niet van de wijs brengen, maar zwakkere karakters worden zo inderdaad antisemiet.’
De lasteraars kregen op Dries van Agt inderdaad geen vat. Al lang geleden sprak hij zich uit tegen wat hij met recht ‘de exploitatie van het Europese schuldgevoel jegens de Joden’ noemde. Tegen zijn biografen zei hij: ‘Mede door aansporingen van nobele en moedige Joodse medeburgers aangemoedigd, laat ik mij niet langer het zwijgen opleggen.’ Ik ben er trots op dat ik, als een van die medeburgers, daaraan heb kunnen bijdragen.