Nederland moet sancties tegen Israël instellen

Nederland dient zijn Israël/Palestinabeleid te herzien om verdere escalatie in het Midden-Oosten tegen te gaan, en om ernstige gevolgen voor ons eigen land te voorkomen. Sancties tegen Israël kunnen niet uitblijven.

Bordesfoto van het op 2 juli aangetreden kabinet-Schoof, bestaaande uit de PVV, VVD, NSC en BBB. Het kabinet staat bekend om zijn extreem pro-Israëlische houding, die heeft bijgedragen aan de (inter)nationale risico’s die de AIV agendeert. © Rijksoverheid / Valerie Kuypers

Dat blijkt uit een deze week uitgebracht advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) aan het kabinet en parlement. Onder de noemer Naar een nieuwe koers voor Nederland in het Israëlisch-Palestijnse conflict adviseert de Raad tot een urgente aanpassing van het Nederlandse beleid. De urgentie blijkt uit het feit dat de AIV het kabinet adviseert zonder daarom te zijn verzocht. Die uitzonderlijke stap wordt al in de eerste zin van het 32 pagina’s tellende advies gemotiveerd:

Met de escalatie van het Israëlisch-Palestijnse conflict in de Gazastrook en de internationale reactie hierop zijn het afgelopen jaar nieuwe humanitaire, politieke, morele en internationaalrechtelijke dieptepunten bereikt.

Op zijn beloop gelaten

Het advies betreft het uitblijven van een adequate internationale reactie. De Raad wijst er nadrukkelijk op dat de VS, Arabische staten, de EU en Nederland het hebben laten afweten, zowel wat betreft de inzet voor de-escalatie en een duurzaam staakt-het-vuren, als voor conflictoplossing op langere termijn.

Die passiviteit is niet nieuw. In feite wordt het zogenoemde Palestijns-Israëlische conflict, ook door Nederland, al decennia op zijn beloop gelaten. Onder dat gesternte heeft Hamas zich kunnen versterken, is het aantal Israëlische kolonisten in bezet gebied opgelopen tot 750 duizend, en is de Israëlische politiek vérgaand geradicaliseerd.

Zo is niet alleen een oplossing voor het ‘conflict’ buiten beeld geraakt, maar staat intussen ook Libanon in brand en dreigt een regionale oorlog waarbij ook onder meer Iran betrokken kan raken. Naast het grootschalige menselijk leed waarschuwt de Raad voor gevolgen die de regionale instabiliteit ook voor Europa en Nederland kan krijgen. Zo wordt de context gecreëerd voor grote vluchtelingenstromen, groeiende maritieme onveiligheid en internationale terroristische dreiging. De AIV maakt zich ook ernstige zorgen over de weerslag van het conflict in Nederland, waaronder polarisatie van het debat en de toename van antisemitisme en islamofobie.

Medeplichtigheid

Zorgen zijn er ook over de Nederlandse ‘staatsaansprakelijkheid’ ten aanzien van de militaire leveranties aan Israël. De AIV constateert voor Nederland een groeiend risico van politieke en juridische ‘medeplichtigheid’. Dit mede in het licht van lopende nationale en internationale rechtszaken, waaronder de rechtszaak over de in Nederland geproduceerde onderdelen voor Israëlische F-35-gevechtsvliegtuigen.

Hoewel de directe levering aan Israël in februari door de rechter werd verboden, staat de vraag open of Nederlandse onderdelen nog steeds aan Israël mogen worden geleverd vanuit de wereldwijde pool van reserveonderdelen waaraan ook Nederland bijdraagt.

Concrete aanbevelingen

Op grond van deze tastbare risico’s bestaat voor de buitenwereld een urgent belang om in te grijpen. Daarin dient ook Nederland een rol te spelen, en daartoe zijn Israël/Palestinabeleid grondig te herzien. In zijn advies doet de AIV daartoe concrete aanbevelingen, waarvan we de belangrijkste noemen.

  • De strijdende partijen moeten door de internationale gemeenschap tot oplossingen gedwongen worden. Alleen diplomatie volstaat niet. Ook Nederland moet bereid zijn om druk uit te oefenen en daarvoor coalities aan te gaan met gelijkgestemde (Europese) landen.

 

  • Op de korte termijn dient dit te leiden tot een staakt-het-vuren, verdere de-escalatie en onbeperkte toegang van humanitaire hulp tot de Gazastrook. Aangenomen VN-resoluties dienen door de betrokken partijen zonder voorbehoud te worden uitgevoerd.

 

  • Als ‘derde staat’ heeft Nederland de plicht zich actief in te zetten voor naleving van het internationaal recht, waaronder VN-resoluties en de adviesopinie van het Internationaal Gerechtshof uit juli. Nederland dient het gevaar te onderkennen van het toepassen van dubbele standaarden. Dat leidt niet alleen tot ondermijning van de rechtsorde, maar ook tot verlies van (westerse) legitimiteit, en tot polarisatie van het debat in de samenleving.

 

  • Nederland dient zich actief in te zetten voor een stabilisatiemissie in Gaza, waarbij niet alleen snelle wederopbouw, maar ook de hereniging van de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever een doelstelling is.

 

  • Nederland dient bereid te zijn tot het instellen van sancties. De Raad noemt het opschorten van het EU-Israël Associatieverdrag als effectief middel om Israël te dwingen tot het naleven van het internationaal recht. De AIV herinnert eraan dat het kabinet in mei stappen aankondigde om de EU-Israël Associatieraad bijeen te roepen, maar dat daar vijf maanden later nog niets van terecht is gekomen. Dat moet ‘zo spoedig mogelijk’ alsnog gebeuren.

 

  • Ook adviseert de AIV Nederland zijn ‘bilaterale militaire samenwerkingsverbanden en leveranties aan Israël te stoppen’ als die bijdragen aan schendingen van het internationaal recht. In een mede door The Rights Forum aangespannen rechtszaak bepaalde het Haagse Gerechtshof al in februari dat Nederland de levering diende te staken van onderdelen voor F-35-gevechtsvliegtuigen waarmee Israël de Gazastrook bombardeert. De staat is tegen dat vonnis in cassatie gegaan bij de Hoge Raad.

 

  • Nederland dient bereid te zijn tot sanctionering van personen of organisaties die Hamas en Islamitische Jihad steunen, maar ook van personen en entiteiten die betrokken zijn bij uitbreiding of instandhouding van de illegale Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Denk daarbij, voegen wij toe, aan de pensioenfondsen ABP en PFZW, en het reisplatform Booking.com. Daarnaast dienen Europese bedrijven en investeerders die bijdragen aan het Israëlische nederzettingenbeleid te worden uitgesloten van aanbestedingsprocedures. Denk daarbij aan openbaar vervoerbedrijven EBS en CAF.

 

  • Nederland dient daarom een effectiever monitoringsmechanisme op te tuigen om alle vormen van samenwerking met illegale Israëlische nederzettingen tegen te gaan.

 

  • Om de kans op een tweestatenoplossing in leven te houden, dient Nederland – onder voorwaarden, maar onafhankelijk van een vredesverdrag – zo snel mogelijk de Palestijnse staat te erkennen. Aan de Palestijnse Autoriteit dienen strenge voorwaarden te worden gesteld op het gebied van goed bestuur en democratie. De verplaatsing van de Nederlandse ambassade naar Jeruzalem, zoals door het kabinet geambieerd, komt pas aan de orde als de tweestatenoplossing is gerealiseerd en overeenstemming bestaat over de status van de stad.

 

  • Nederland dient bescherming te bieden aan de miljoenen vluchtelingen in met name Gaza en Libanon, en daartoe politieke en financiële steun te verlenen aan de relevante VN-organisaties. De belangrijkste daarvan, voegen wij toe, is UNRWA. Eerder dit jaar zette Nederland zijn hulp aan UNRWA stop op grond van een Israëlische lastercampagne tegen de onmisbare organisatie.

 

Vervolg en hamvraag

Het advies zal nu eerst door het kabinet worden bestudeerd. Naar verluidt dient het zijn oordeel binnen drie maanden aan de Tweede Kamer te sturen, waarna een debat volgt. De hamvraag is of het kabinet en de (rechtse) Kamermeerderheid bereid zijn hun destructieve pro-Israëlpolitiek in te ruilen voor een beleid gericht op de-escalatie, vrede en bescherming van de internationale rechtsorde. Gebeurt dat niet, dan wordt met open ogen gekozen voor de rampzalige gevolgen waarvoor de AIV met stemverheffing waarschuwt.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy