Onderzoek wijst uit dat Musab al-Tamimi door Israëlische militairen met voorbedachten rade werd gedood. Die praktijk blijkt wijdverbreid.
Afgelopen week besteedde The Rights Forum twee artikelen aan de dood van de 17-jarige Musab al-Tamimi. De jonge Palestijn werd woensdag in het dorp Bayt Nizam door een Israëlische militair in zijn nek geschoten. Onderzoek door journaliste Yumna Patel wijst uit dat sprake was van een aangekondigde executie. Zij bezocht het dorp en sprak met getuigen.
Musabs dood kondigde zich al op dinsdag aan. Bij een inval door Israëlische bezettingstroepen in het op de Westelijke Jordaanoever gelegen Bayt Nizam kwam het tot een confrontatie met de bevolking waarbij Palestijnse jongeren, onder wie Musab, met stenen gooiden naar militaire voertuigen. Diezelfde middag werd Musab door Israëlische militairen opgepakt en naar zijn huis gebracht. Daar werden foto’s van hem genomen en werd zijn familie door een Israëlische officier gewaarschuwd voor de gevolgen:
We will show you what will happen to him.
De volgende ochtend werd Musab tijdens een nieuwe inval van het Israëlische leger van dichtbij doodgeschoten. Volgens de getuigen gebeurde dat gericht, nadat Musab door de militairen was geïdentificeerd.
Er bestaat nog een indicatie voor de Israëlische intenties. Vlak voor het fatale schot pakten de Israëlische militairen een psychisch gestoorde Palestijn op. Musabs vader Firas trachtte tevergeefs de man vrij te krijgen en kreeg van de Israëlische officier – de kennelijk beruchte Captain Faris – te horen dat die nog een ander doel had:
We have taken this boy, and we will kill another before the day is over.
Tien minuten later werd Firas’ eigen zoon doodschoten. Na afloop zou het leger verklaren dat sprake was van ‘een oproerkraaier met een vuurwapen’. Maar waar is dat wapen dan? Dat is een gerechtvaardigde vraag als er kennelijk een Palestijns mensenleven aan moest worden geofferd. Het leger heeft het niet en weet het niet, en heeft er zelfs nooit naar omgekeken, ook niet nadat Musab was neergeschoten. Er was namelijk geen wapen, zo getuigen alle betrokkenen. Musab vormde geen enkele bedreiging.
Er is nog een indicatie dat de Israëlische militairen een geplande opdracht uitvoerden. Nadat dorpelingen Musab in allerijl naar het ziekenhuis in Ramallah hadden afgevoerd, hielden de Israëlische militairen een vreugdedans, compleet met omhelzingen. ‘Missie volbracht’ was de onverholen boodschap aan de toekijkende dorpelingen, onder wie Musabs moeder.
Daar bleef het niet bij. De dag erop, donderdag, waren de bezettingstroepen terug in Dayr Nizam toen Musab werd begraven. Na afloop werd met schokgranaten en scherpe munitie op woedende Palestijnen geschoten. Een jonge Palestijn werd daarbij in zijn hoofd geraakt en verkeert naar verluidt in levensgevaar.
Uit de gesprekken die Yumna Patel ten behoeve van haar artikel voerde wordt duidelijk dat het regime van Israëlische invallen is geïntensiveerd vanaf 6 december 2017, de dag dat de Amerikaanse president Trump Jeruzalem erkende als hoofdstad van Israël.
Een tweede factor die in Israël tot escalatie leidde kwam tot stand in Al-Nabi Salih, buurdorp van Dayr Nizam, waar de 16-jarige Palestijnse activiste Ahed al-Tamimi op 15 december twee militairen van haar terrein mepte. Een video van het voorval leidde in Israël tot hysterie en de roep om wraak. Ahed werd op 19 december tijdens een nachtelijke razzia door Israëlische troepen opgepakt en bevindt zich sindsdien in militaire detentie; zij wordt onder meer beschuldigd van het bedreigen en aanvallen van Israëlische militairen.
Het zou goed kunnen dat de roep om wraak op Ahed al-Tamimi heeft bijgedragen aan de dood van haar familielid Musab al-Tamimi. Sterker, daar bestaan concrete aanwijzingen voor. Daags na Aheds resolute optreden werden de bewoners van Dayr Nizam door een Israëlische officier gewaarschuwd dat de dag aanstaande was waarop zij het zouden betreuren tot de Al-Tamimi’s te behoren.
De Israëlische praktijk van aankondigde executies en verminkingen kwam in september 2017 groot in het nieuws naar aanleiding van de liquidatie van de 22-jarige Palestijn Ra’id al-Salhi. ‘We komen je doodschieten ten overstaan van je moeder’, was hem tevoren telefonisch door een Israëlische officier medegedeeld. Dat dreigement werd waargemaakt. In publicaties en rapporten dook de naam op van de Israëlische officier die verantwoordelijk is voor deze praktijken: Captain Nidal.
De Tweede Kamerfractie van DENK stelde mede naar aanleiding daarvan Kamervragen over het op de Palestijnse bevolking uitgeoefende geweld, waarin werd vastgesteld dat Israël welbewust Palestijnse minderjarigen als doelwit kiest. Op 21 december 2017 diende de SP naar aanleiding van de ‘arrestatie’ van Ahed Kamervragen in over Israëls disproportionele geweld tegen de Palestijnse burgerbevolking.
Als voorbeeld noemt de SP de moord op Ibrahim Abu Thuraya, de gehandicapte Palestijn die half december in Gaza door een Israëlische scherpschutter in zijn hoofd werd geschoten. Ook dat was een kille, gerichte executie van een man van wie geen enkele dreiging uitging.
Dezelfde dag werd in het dorp Anata op de Westelijke Jordaanoever de 29-jarige Palestijn Basel Ibrahim van een afstand van tweehonderd meter door een Israëlische scherpschutter doodgeschoten. Haaretz-journalist Gideon Levy reconstrueerde zijn dood door middel van gesprekken met familieleden en ooggetuigen. Zij zijn ervan overtuigd dat Basel met opzet werd gedood, blijkt uit het aangrijpende verslag (€). ‘Het Israëlische leger wilde een dode Arabier’, zegt een oom.
Zonder rechtvaardigheid is er in het vredesproces geen vooruitgang mogelijk.
Tineke Lodders Politica