Nederland kiest onvoorwaardelijk de zijde van Israël, ook al wordt daarmee de rechtsorde ondermijnd. Dat bleek eens te meer uit een debat in de Tweede Kamer. Donderdag wacht een nieuw debat.
Donderdag 18 januari jl. debatteerde de Tweede Kamer met minister van Buitenlandse Zaken Hanke Bruins Slot (CDA) over de oorlog in de Gazastrook. Aan de orde kwamen onder andere de door Zuid-Afrika bij het Internationaal Gerechtshof tegen Israël aangespannen genocidezaak, en het onderzoek van SOMO en The Rights Forum naar het Nederlandse ontmoedigingsbeleid. Het debat vormde opnieuw een bevestiging dat Nederland voor Israël een dubbele standaard hanteert, en bereid is om beleid zó ver op te rekken dat Israël niets in de weg wordt gelegd.
Een pregnant voorbeeld is de Nederlandse positie ten aanzien van de genocidezaak. Daarin vraagt Zuid-Afrika het Internationaal Gerechtshof om een ‘tijdelijke voorziening’ die een staakt-het-vuren in Gaza gelast. Hangende de vraag of juridisch sprake is van genocide wil Zuid-Afrika daarmee voorkomen dat die intussen kan plaatsvinden. De uitspraak van het Gerechtshof wordt dezer dagen verwacht. In het Kamerdebat kreeg de minister de vraag of ze die uitspraak zal respecteren en uitvoeren.
Maar liefst drie Tweede Kamerleden – Kati Piri (GL-PvdA), Laurens Dassen (Volt) en Jan Paternotte (D66) – moesten hun schaarse spreektijd inzetten om uiteindelijk te begrijpen dat Bruins Slot dit niet wil toezeggen. De minister zegt zich niet per se gebonden te voelen aan het oordeel van ’s werelds hoogste juridische autoriteit, en wil de uitspraak eerst ‘bestuderen’.
Zelfs het argument dat de Nederlandse Grondwet expliciet de bevordering van de internationale rechtsorde voorschrijft drong niet door het pantser van de minister. Piri raakte zichtbaar gefrustreerd:
Ik snap dat het kabinet zich altijd in allerlei bochten wringt als het gaat om Israël, maar dit is toch… Ja, echt. Dan kan de minister misschien nee schudden, maar die dubbele maat: dat is precies wat hier gebeurt.
Desondanks werd Bruins Slot gedekt door een ruime meederheid van de Tweede Kamer. Een motie die de regering opriep tot het respecteren en bevorderen van de uitspraak van het Gerechtshof kreeg alleen steun van GL-PvdA, D66, SP, DENK, PvdD en Volt en werd verworpen. Opmerkelijk is de tegenstem van het NSC van Pieter Omtzigt: de partij die in andere gevallen hamert op bestuurlijke vernieuwing en transparantie stemde tegen.
Hoe het wél moet toonde de Belgische minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez een dag later. Op X schreef ze:
België herbevestigt volledige steun IGH in deze zaak. Indien het Internationale Gerechtshof Israël oproept om de militaire campagne in Gaza te staken, zal ons land zich hier ten volle achter scharen.
Naar aanleiding van onze berichtgeving over het falende ontmoedigingsbeleid stelde Christine Teunissen (PvdD) Bruins Slot vragen. ‘Nederland doet alsof het iets doet, terwijl het in feite niets doet’, hield ze de minister voor. Bruins Slot kwam in haar reactie niet verder dan het plichtmatig herhalen van de mantra dat Nederland ‘geen activiteiten in nederzettingen of activiteiten die ten goede komen aan constructie of instandhouding van illegale nederzettingen ondersteunt’.
Dat klopt niet, blijkt uit ons onderzoek. Het ontmoedigingsbeleid stelt niet alleen niets meer voor, Bruins Slots eigen ministerie en de Nederlandse ambassade in Tel Aviv blijken de genoemde activiteiten bovendien actief te hebben bevorderd.
In een motie verzochten de PvdD en DENK de regering daarom zich in te zetten voor sancties tegen bedrijven die actief zijn in nederzettingen, naar voorbeeld van maatregelen tegen de Russische bezetting van Oekraïens grondgebied. Alleen GL-PvdA, D66, SP, DENK, PvdD en Volt stemden voor, waardoor de motie werd verworpen.
Op initiatief van BBB wilden meerdere partijen de Kamer laten uitspreken dat het de Israëlische moord op meer dan 25 duizend Palestijnen en de vrijwel totale vernietiging van de Gazastrook niet als genocide beschouwt. Kamerlid Gijs Tuinman (BBB) had vooral oog voor de imagoschade voor Israël, dat volgens hem ‘op dit moment wel degelijk de lasten draagt van het feit dat we ze publiekelijk aan de schandpaal timmeren wegens genocide’. De motie, die een voorschot lijkt te willen nemen op de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof, werd nipt verworpen, maar kreeg steun van PVV, VVD, BBB, ChristenUnie en SGP.
Een meerderheid van de Kamer wil na ruim drie maanden oorlog nog steeds géén onmiddellijk einde aan de slachting die zich in Gaza afspeelt. Een door SP-Kamerlid Sarah Dobbe ingediende motie tot een staakt-het-vuren werd verworpen. In het debat verwees Dobbe naar het feit dat de helft van de Palestijnen in Gaza dreigt om te komen door honger, geweld of ziekte. Minister Bruins Slot zei dat Nederland geen staakt-het-vuren steunt omdat Hamas en Hezbollah volgens haar ook de wapens niet zouden willen neerleggen.
Moties over het verbod op uithongering als oorlogsmiddel, het verder sanctioneren van Hamas, het toelaten van meer onafhankelijke waarnemers tot Gaza en de Westelijke Jordaanoever, en het leveren van hulpgoederen via luchtdroppingen of schepen, werden wel aangenomen. Veelzeggend voor de positie van de ChristenUnie en de SGP is dat deze twee christelijke partijen tegen de motie stemden waarin de regering wordt verzocht Israël op te roepen om uithongering niet als oorlogsmiddel in te zetten. Twee moties van Van Baarle (DENK) over een strategie om de illegale bezetting van Palestijns land te stoppen en werving van Europese militairen door Israël tegen te gaan haalden het niet.
Het debat typeerde de dubbele standaard die de regering hanteert als het om Israël gaat. De minister pretendeerde handhaving van het internationaal recht te steunen, benoemde de illegaliteit van de nederzettingen en riep Israël op ‘proportioneel’ op te treden in Gaza, maar in de praktijk gebeurt het tegendeel: Nederland geeft Israël carte blanche door de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof niet op voorhand te respecteren, door handel met nederzettingen toe te blijven staan, en door Israël wapentuig te leveren voor zijn bombardementen op Gaza. De onvermijdelijke conclusie is dat de regering Israël onvoorwaardelijk steunt en Nederland zo medeplichtig maakt aan ernstige schendingen van het internationaal recht.
Met deze hypocriete houding ondergraaft de regering niet alleen Nederlands reputatie en de geloofwaardigheid van het eigen buitenlandbeleid, maar ook de internationale rechtsorde. Bovendien – en dat is de belangrijkste conclusie – draagt zij met deze principeloze opstelling bij aan de verwoesting van de levens van miljoenen Palestijnen. Dat dit zelfs strafrechtelijke consequenties kan krijgen beschreven we eerder deze week.
Donderdagmiddag 25 januari vindt opnieuw een Kamerdebat plaats, ditmaal met premier Mark Rutte (VVD). Daarin zal hij vermoedelijk ook uitleg moeten verschaffen over recente onthullingen van NRC. Daaruit blijkt dat Rutte’s ministerie onwelgevallige informatie ‘onder het tapijt heeft geveegd’ en zelfs informatie ‘bestelde’ die van pas kwam. Daarmee zou de Amerikaanse agenda geholpen zijn – en daarmee Rutte’s kans om dit jaar secretaris-generaal van de NAVO te worden.